De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kleine veranderingen, grote gevolgen Nienke ten Hoor-Aukema

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kleine veranderingen, grote gevolgen Nienke ten Hoor-Aukema"— Transcript van de presentatie:

1 Kleine veranderingen, grote gevolgen Nienke ten Hoor-Aukema
Wat is gezondheid? Gezondheid en dus ook metabole gezondheid is het vermogen van het lichaam om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Geestelijke en lichamelijks gezondheid is veerkrachtig. Zoals je met regelmatig sporten je conditie kunt verbeteren, kun je ook je metabole conditie trainen, door gevarieerd en gezond te eten. Lang hebben we gedacht dat hart- en vaatziekten, astma, diabetes en zelfs kanker op zichzelf staande ziekten waren. Nu blijkt, dat deze ziekten wel eens één ding met elkaar gemeen kunnen hebben: een chronische ontstekingsreactie in het lichaam, die ontstaat in vetweefsel. Voeding speelt hierin een grote rol. Verkeerde voeding kan leiden tot overgewicht en het overtollige vet kan chronisch ontstoken raken, met mogelijk hart- en vaatziekten, astma, diabetes en kanker tot gevolg. Door gezond te eten en, heel belangrijk, overgewicht te vermijden, help je voorkomen dat ontstekingen in je lichaam voet aan de grond krijgen. Talloze chronische ziekten blijken dus indirect een sterke relatie met voeding te hebben. Wat kunnen wij dietisten hier aan doen?

2 Agenda Dieet, diëtetiek, diëtist Geschiedenis eetcultuur
Er is veel veranderd in 50 jaar Metabole zaken Insulineresistentie basis alle welvaartziekten Multidisciplinaire focus 2015: Educatie

3 Dieet, diëtetiek, diëtist
Dieet is voeding, die om medische redenen afwijkt Dietetiek combineert voedings-, medische-, bewegings-, en gedrags- wetenschappen Diëtisten zijn technische gamma’s, ‘trait d’union’ tussen wetenschap en praktijk Wie zijn wij? Dietetiek is de ´trait d´union´ tussen diverse wetenschappen. Dietisten bedienen zich van en combineren, meestal ´on the spot´ de kennis van minstens 4 wetenschappen. Daarom hebben wij als programmacommissie er naar gestreefd een gevarieerd wetenschappelijk programma voor jullie samen te stellen en naast iedere wetenschapper een diëtist te plaatsen ten einde onmiddellijk de vertaalslag te kunnen maken naar onze eigen praktijk. We hebben een dietist-dietist, dietist-psycholoog, dietist-socioloog, dietist-sportdocent in het programma. Het moge duidelijk zijn waar mijn roots liggen (Groningen).

4 Gezondheidseducatie Wat gebeurt er in het maag-darmkanaal?
Wat is insulineresistentie + gevolgen Wat kun je er zelf aan doen

5 Geschiedenis eetcultuur

6 Er veranderde veel in 50 jaar
750 Kcal kcal Hollandse pot  Internationale keuken

7 Van 3 maaltijden  grazers
Zes uur Tussendoortjes = extraatjes

8 Inkoopbeleid Manier van inkopen  macro 1 x per week, assortiment

9 Nieuwe levensmiddelen
v.d. Bergh en Jurgens / Unilever

10 Luxer eten 365 dagen feest

11 Technologische vooruitgang
Prijs stier 2008 Prijs stier 1952

12 TV met frisdrank Met de TV kwam óók het knabbelen en de reclame

13 Reclame

14 Assortiment veranderde

15 Warmte isolatie huizen scheelt ca. -300 kcal per dag per individu
Leefklimaat Warmte isolatie huizen scheelt ca kcal per dag per individu

16 3 wasdagen in buitenlucht
Ma: inweken, di: wassen en spoelen, woe: strijken

17 Binnen in warme huis max. 2 minuten per dag
Automatisering Binnen in warme huis max. 2 minuten per dag

18 Computertijdperk Alles moet sneller, mooier, meer gegevens,  veel stress, veel adrenaline

19 Nieuwe stressfactoren
Zoektocht naar ingrediënten om endorfinen aan te maken

20 Mentale overbelasting fysiek onderbelast
Onbewust op zoek naar ingrediënten voor waardering

21 Bewegingsarmoede ernstig onderschat
Woon-werkverkeer, zomer en winter, 2 x 30 min.

22 Stressfactoren nemen toe
Fileleed, ergernis, haast, stress adrenaline Overschatting eigen beweging 56% Onderrapportage voeding 48%

23 Obesogene samenleving
Alles geautomatiseerd Altijd haast Altijd honger Altijd hoge druk / stress Altijd hyper Insuline resistentie

24 Nu ik het verdiend heb, mag ik van u niks meer eten!
Gewichtige zaken Nu ik het verdiend heb, mag ik van u niks meer eten!

25 Onderken het gevaar van te zwaar

26 Metabole zaken Insuline resistentie reversibel!!
Majestueuze buiken. Rechts: Man van 55 jaar, DMII, 2 x 45 E Novorapid en 2 x 20 Lantus, hypertensie, hyperlipidemie, versleten knie en lumbale hernia, WAO sinds 2 jaar, rookt, hoest, eet als een muis, altijd moe Links: Man 25 jaar, NGl: 5,8 mmol/l, astma, af en toe stoot kuurtje Prednison, 5 jaar geleden gestopt met topsport (Rugby), goede eetlust, beweegt ondanks gewicht veel, Deze heren gaan het beide niet redden met RGV. Abdominaal / visceraal /buikvet, beide insuline resistent? Insuline resistentie reversibel!!

27 Het gevaar van acceptatie
Het wordt zo gewoon, zelf wij schrikken niet meer van kilo en de daarbij behorende tailleomtrekken. Insuline resistentie slecht (h)erkend

28 Gewichtstoename Gewichtstoename multifactorieel Input: Honger en verzadiging verstoord (chaos) Hormonale en sensorische aspecten, verslavingen Output: Bewegingsarmoede en warmteregulatie Stressfactoren  adrenaline / cortisol Voeding anno NU: Maximale verzadiging + Minimale hoeveelheid energie Veel patiënten zeggen dan: Mevrouw dit ben ik helemaal! Dit plaatje is voor mij gemaakt. Eindelijk herkenning en erkenning, iemand die ze gelooft.

29 Koekje erbij? Overmaat glucose  glycerol  triglyceriden  vrije vetzuren en VDLD  glycogeen opslag  hyperglycemie (5,6 mmol/l)  hyperinsulinemie  cytokinen, chronische inflammatie, macrofagen  reactieve oxidatieve stress (ROS)  vrije radicalen  Insulineresistentie Summary of the effects of insulin on glucose and lipid metabolism in various tissues and the components affected by insulin resistance

30 Denkfouten anno 2015 RGV en de Schijf van Vijf voor iedereen
Behoefte ♀ 2200 kcal en ♂ 2400 kcal??? Tussendoortjes nodig voor glucosespiegels Vet grootste veroorzaker obesitas Bewegingsarmoede valt wel mee Koolhydraten bron van energie, gezondheidsraad adviseert En% Medische aspecten onafhankelijk van elkaar behandelen Je snapt het niet!! RGV en de Schijf van Vijf geschikt voor iedereen  Nee, deze zijn voor gezonde mensen en wij hebben alleen te maken met zieke mensen. Behoefte ♀ 2200 kcal en ♂ 2400 kcal  door insuline resistentie is het basaalmetabolisme dramatisch gedaald, meestal zelf ruim onder het basaal metabolisme ban H&B / Schöfeld Tussendoortjes nodig voor glucosespiegels  help mij het woord TUSSENDOORTJES de wereld uit te krijgen, het is een uitvinding van de koekindustrie. Het woord gezonde-tussendoortjes is een contradictio interminis Vet is de grootste veroorzaker obesitas  Verzadigde vetten bleken ontstekingsprocessen te stimuleren en onverzadigde vetten deden dat niet, of zij stimuleerden juist meer antiontstekingsprocessen. Bewegingsarmoede valt wel mee: Nee bewegingsarmoede wordt ernstig onderschat. Het is meer dan de trap en lift, de auto en de fiets  overal zit een stekker aan, zelfs schrijven kost meer energie dan typen op de PC Koolhydraten zijn een bron van energie, gezondheidsraad adviseert En%: Verbrand jouw patiënt die 5-7 boterhammen in 7 uur zittend achter zijn bureau? Medische aspecten moet je onafhankelijk van elkaar behandelen: DMII, Astma, HVZ, kanker, darmklachten zijn allemaal gecorreleerd aan buikvet en insuline resistentie. Pak het hele plaatje!! Iedere diëtist kan obesitas behandelen: Lang was overgewicht niet sexie. De tijd dat je pas echt interessant werkt deed als ditist op de dialyse ligt achter ons, ook zij hebben anno NU te amken met overgewicht en chronische ontstekingen door cytokinen uit buikvet

31 Gezondheidseducatie Honger / verzadiging Enzymen Voedingsstoffen
Spijsvertering Stofwisseling Hormonen Ontlasting CCK Pylorus Grelin Spijsverteringsenzymen Insuline Oxyntomoduline Honger en verzadiging zijn gemakkelijk uit te leggen aan de hand van de pylorus die op vet reageert met CCK. Iedere maaltijd moet vet bevatten, eiwit en vezels voor het volume om de maagwand uit te rekken, waardoor de grelin factor daalt. PYY Mensen vinden het ook boeiend om iets te leren over het verschil tussen spijsvertering en stofwisseling, hormonen en enzymen. Visualiseer dit. GLP1: vertelt de alvleesklier dat de insuline mag worden afgegeven Insuline: sleutel om de spiercellen open te maken en de glucose binnen te laten Oxytomoduline: schakelaar die ons vertelt: stop, genoeg PYY: vertelt de maag: volgende hapje mag weer door Zonder onverzadigde vetzuren geen hormonen Eiwit: onderhoud, verzadiging en hormoonproductie Vet: onverzadigde vetzuren voor alle cellen en hormoonproductie Vezels: goed evenwicht in goede en slechte darmbacterieën PYY GLP1 Bron: dr. P.Zelisisen Reis van kanus tot anus

32 Insulineresistentie Jip&Janneke
Het is een denkfout om al; het vet te elimineren en ligthproducten zijn al helemaal een ramp. Deze bevatten meestal meer glucose dan het oorspronkelijke vette product, dat bovendien veel smakelijker is, denk aan mayonaise. Het vereist wat oefening om de mensen met een vetfobie anders te leren denken. Ze blijven ketchup lang verdedigen boven mayo. De oplossing moet gezocht worden in het stoppen van de productie van vet uit glucose. Begin eerst eens met alle overbodige tussendoortjes te elimineren en te zorgen voor 3 verzadigende maaltijden met ruim eiwit, onverzadigde vetten en vezels (groente). Aandacht voor onverzadigde vetten vinden mensen interessant. Noten, pitten, granen, vette vruchten barsten toch van de calorieën? Ja, maar ze verhogen de verzadiging, zijn lekker en dragen bij aan hormoonproductie en werken als ontstekingsremmers (40 g per dag is genoeg). Heerlijk toch zo’n handje nootjes, lekkerder dan Japanse mix, die alleen glucose leveren!

33 Glucose  vet Dislipidemie: Triglyceriden, LDL Zelf gemaakt uit glucose Buikvet (visceraal-, abdominaal) Niet Alcoholische levervetting Verstopt de spiercellen (organen) Insuline resistentie NASH / NAFLD

34 Vetcellen groter,niet meer!

35 Cytokinen Inflammatie
Close interplay between CD8+T cells, macrophages and adipocytes. Obese adipose tissue activates CD8+T cells, which in turn initiate and propagate inflammatory cascades, including the recruitment of monocytes/macrophages into obese adipose tissues and their subsequent differentiation and activation. The close interplay between adipocytes and immune cells leads to active adipose inflammation, which has a significant impact on systemic metabolism.

36 Macrofagen

37 Insulineresistentie Ontstaat door een ontstekingsproces in de mitochondriën Wordt bevorderd door een hoog energetische, hoog koolhydraat, hoog vet voeding Kan al bestaan bij een BMI van 23 Wordt niet actief opgespoord Kenmerken van het IRS zijn insulineresistentie, hyperinsulinemie en obesitas. Deze kenmerken leiden tot een verhoogd risico van glucose-intolerantie, dislipidemie, hypertensie en storingen in de fibrinolyse. De toename van de prevalentie van obesitas en type 2 diabetes gedurende de laatste dertig jaar in vrijwel alle geïndustrialiseerde landen heeft geleid tot een sterke stijging van de incidentie van IRS. De voor leeftijd gecorrigeerde IRS-prevalentie bij volwassen Amerikanen werd in een recent artikel geschat op 24% (2). 1. M.A.Pereira, D.R.Jacobs, L. van Horn, M.L.Slattery, A.I.Kartashov, D.S.Ludwig (2002) Dairy consumption, obesity, and the insuline resistance syndrome in young adults. The CARDIA study. JAMA 287, 2. E.S.Ford, W.H.Gilles, W.H.Dietz (2002) Prevalence of the metabolic syndrome among US adults: findings from the third National Health and Nutrition Examination Survey. JAMA 287,

38 Het viscerale vet Het buikvet zelfstandig endocrien orgaan
Het produceert o.a. verschillende polypeptiden, de adipocytokinen & Tumornecrosefactor-a (TNF-a): Insulinereceptoren worden onwerkzaam Onderdrukt GLUT4 → verlaagde opname glucose in vetweefsel en spierweefsel

39 Vetcel en adipocytokines
Fig. 3. Dynamic view of the adipocyte, showing signals emanating from white adipose tissue. PG, prostaglandin; ASP, acylation-stimulating protein; IGF-I, insulinlike growth factor I; apoE, apolipoprotein E; TGF-b, transforming growth factor-b; adipoQ, adipocyte complement-related protein of 30 kDa, also called Acrp30; PAI-1, plasminogen activator inhibitor-1; TNF-a, tumor necrosis factor-a; sR, soluble receptors; IL-6, interleukin-6; MIF, macrophage migrating inhibitory factor. Werking: Leptin Signals to the brain about body fat stores 44, 196 Regulation of appetite and energy expenditure TNF-a Interferes with insulin receptor signaling and is a possible cause of the development of insulin resistance in obesity 62, 65 IL-6 Implicated in host defense and in glucose and lipid metabolism 111 PAI-1 Potent inhibitor of the fibrinolytic system 146 Tissue factor Major cellular initiator of the coagulation cascade 41 Angiotensinogen Precursor of angiotensin II. Regulator of blood pressure and electrolyte homeostasis 76 Adipsin Possible link between the activation of the alternative complement pathway and adipose tissue metabolism 19, 41 ASP Influences the rate of triacylglycerol synthesis in adipose tissue 41 Adipophilin May be a specific marker for lipid accumulation in the cells 59 AdipoQ/apM1/ Adiponectin/Acrp May play a role in the pathogenesis of Familial Combined Hyperlipidemia and associated insulin resistance 67 PGI2 and PGF2a Implicated in regulatory functions such as inflammation and blood clotting, ovulation, menstruation, and acid secretion 111 TGFb Regulates a wide variety of biological responses, including proliferation, differentiation, apoptosis, and development 154 IGF-I Stimulates proliferation of a wide variety of cells and mediates many of the effects of growth hormone MIF Involved in proinflammatory processes and immunoregulation 134 TNF-a, tumor necrosis factor-a; IL-6, interleukin-6; PAI-1, plasminogen activator inhibitor-1; ASP, acylation-stimulating protein; Acrp Fruhbeck, 2001

40 Adipocyten hypertrofie en necrose
Verandering in immuuncel populaties in vetweefsel, meer soorten macrophagen. Er zijn ook meer gewone T cellen. Obesitas en adipocyten hypertrophy leiden tot adipocyten necrose, waardoor een vermeerdering ontstaat in pro-inflammatoire M1 macrophagen. Dan onstaat er een vermindering in T cellen, terwijl er een toename ontstaat in B cells, CD4+ T helpers 1 cells and CD8+ T cellen. Deze verandering in immuun cel populatie veroorzaken een vermeerdering van proinflammatory cytokine secretie uit vetweefsel en een toename van systemiche kleine ontstekinkjes waardoor de insuline gevoeligheid afneemt.

41 Metaflammatie Adipose tissue obesity is a chronic inflammatory disease. Obesity of visceral fat induces inflammatory cascades, including accumulation of immune cells, activation of leukocyte-endothelial interaction, coupled angiogenesis and adipogenesis, and adipocyte cell death.

42 Chronische vaatwandontstekingen
Acute inflammatie Oplossing, dichtheid * vaatwand beschadiging * grote schoonmaak beschadigde cellen * mediators * vervanging cellen  normale functie Infarct Bacteriële infectie Toxinen Trauma Pus vorming (abses) Herstel Herstel Viraal infectie Chronische infectie Persisterende infectie Auto-immuun ziekte Herstel Chronische ontsteking * angiotensine  vocht ophoping * celinfilteaten * bindweefselvorming (fibrose) Fibrose  bindweefselvorming Geen doorbloeding meer

43 Welvaartziekten

44 Ook bacteriën en virussen kunnen insulineresistentie veroorzaken
Ook bacteriën en virussen kunnen insulineresistentie veroorzaken. Van de adenovirussen is dit vastgesteld. Zij komen voor in:

45 Gevolgen insulineresistentie
Hyper-, hypoglycemie Gestoorde glucosetolerantie (DMII) Dyslipidemie Hypertensie NASH, NAFLD Ontstekingen (vaatwanden, HVZ) Fertiliteitsproblemen  PCOS Jicht, reumatische klachten Hypothyreoïdie Voedselovergevoeligheid Insuline resistentie? Is dat een ziekte? Ik ben toch niet Ziieekk?! Kun je dan wel gewoon blijven eten? Je bent wel een beetje ziek Eigenlijk Ben je al wel ziek Je moet anders gaan eten! Insuline resistentie betekent voor de patiënt: Chronische vermoeidheid. Glucose komt niet waar het moet zijn in de spieren  spierpijn Moeite met afvallen, eet als een muis, slaaecht, post prandiale dip, op de bank uitbuiken (overdag hazenslaapjes) Altijd trek, hypo-achtige klachten door hyperinsulinemie, altijd druivensuikertjes op zak, valt van de ene zelf gecreeërde hypo in de andere  suikerverslaving Hormonale problemen  fertiliteit, thyroid, Hypercholesterolemie Astma en voedselovergevoeligheid

46 Vroeger en nu At toen als een wolf Eet nu als een muis
Ook deze heer is verbaasd, dat zijn gewicht niet afneemt met RVG, Sonja Bakker. Sport niet meer zoals voorheen, nu af en toe een fietstochtje met moeder de vrouw, te druk, veel stress om eigen bedrijf. Eet erg onregelmatig, schrokt een snelle hap weg, scoort onderweg een broodje 100 jaar vers en rent zichzelf voorbij. In het weekend gaat hij vaak uiteten met klanten of het gezin en houdt wel van een glaasje wijn en whisky. At toen als een wolf Eet nu als een muis

47 Insuline-resistentie
Wat merkt de patiënt? Suiker “verslaving” Post prandiale dip PHPD Moeite met afvallen Visceraal vet Insuline-resistentie Constant hongergevoel Vermoeidheid Hormonale disbalans Thyroïd problemen PCOS Acné Gezichtsbeharing Fertiliteits- problemen Hypercholesterolemie

48 Darmbacteriën

49 Impedantiemeting Gewicht: 73,4 kg Vetpercentage: 37,8%
Vetmassa: 27,7 kg (13,7-23,4 kg) Vetvrije massa: 45,7 kg Spiermassa: 43,3 kg Lichaamsvocht: 32,1 kg Lichaamsvocht: 43,7 % Botmassa: 2,3 kg Bmr: 1387 kcal. Metabolische leeftijd: 58 Viscerale vetwaarde: 7 BMI: 25,4

50 Gezamenlijke focus 2015 Eiwit + Vet + Vezels in iedere maaltijd!
Preventie chronische ziekten Stop de productie van buikvet uit glucose Spieren ‘schoon’ bewegen Insulinegevoeligheid laten toenemen Maximale verzadiging + minimale energie Bewustwording en reële doelen Regelmaat in het eetpatroon, geen extraatjes Eiwit + Vet + Vezels in iedere maaltijd! Medicamenteuze ondersteuning? Vertel patiënten dat: Essentieel zijn: eiwit, vet en vezels. Glucose uit suikers, zetmeel NIET essentieel. Vezels dragen bij aan het voorkomen van ontstekingen in het vetweefsel en kunnen hiermee een heel scala aan chronische ziekten buiten de deur kunnen houden. Het bacterieel evenwicht draagt bij aan een actief immuunsysteem. De westerse voeding is hoog geraffineerd waardoor de voedingsstoffen al in het eerste deel van de darm geresorbeerd worden. Door meer vezels te eten, benut je de darm over de volle lengte en wordt het systeem op diverse manieren uitgedaagd. De darm helpt de rest van het lichaam een handje met de voedselvertering, door bijvoorbeeld wat voorwerk te doen aan de vetverbranding. Naast de vetverbranding bouwt het darmepitheel vetten in zogeheten chylomicronen in, een soort vetbolletjes met een eiwitcoating, waardoor transport via het lymfsysteem naar de organen gemakkelijker verloopt. Hoe meer vet de darmcellen zelf afbreken en niet via chylomicronen naar de organen sturen, hoe minder vet een orgaan als de lever hoeft af te breken. Deze wordt hierdoor minder belast en houdt meer reserve over voor andere metabole zaken. Maximale verzadiging is essentieel: 59% van de mensen op dieet haakt af wegens honger. Verzadiging rust op 3 peilers: eiwit, vet en vezels Medicamenteuze ondersteuning: Metformine, Victoza (humaan GLP-1 analoog, glucagon-like-peptide-1, liraglutide), Bydureon (GLP-1 receptor agonist, exenatide  eenmaal per week toedient).

51 Peergroup

52 Nieuwe Balans  Toverwoord van 2015
Input & output Nieuwe Balans  Toverwoord van 2015

53 Magic bestaat niet, maar…
Diëtist en Docent biologie wel!


Download ppt "Kleine veranderingen, grote gevolgen Nienke ten Hoor-Aukema"

Verwante presentaties


Ads door Google