Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJohanna van de Veen Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
2
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Interculturele communicatie 2012-2013 Docenten: Pascal van Schajik, Sheets: www.med.hro.nl/schpawww.med.hro.nl/
3
Deze bijeenkomst terugblik SR/SP & axioma’s opdracht bijlage 1 hfst-en 6, 7 en 8 Hoffman w.o. roos van Leary afsluiting
4
TOPOI-onderdeelAxioma's / vooronderstellingenBijeenkomst TaalCommunicatie verloopt digitaal (verbale taal) & analoog (non-verbale taal) 2 InzetMen kan niet niet-communiceren3 Personen Symmetrisch ofwel complementair al naar gelang gebaseerd op gelijkheid of verschil 2 OrdeningHet karakter van de betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de loop van de gebeurtenissen 2
5
Opdracht bijlage Opdracht in Bijlage 1 Opname Analyse vorm groepje van 3 of 4 studenten & geef namen door
6
Opdracht analyse casussen Gedaan: Je krijgt per groepje 1 casus toegewezen Lees de casus, het commentaar, de analyse en de interventie Bespreek met elkaar of je de elk van de genoemde TOPOI-aspecten zelf herkent bespreek wat je lastig vindt bij het herkennen bespreek wat je makkelijk vindt bij het herkennen Nu: Vervolgens kiezen jullie uit de genoemde interventies de interventie uit waarmee volgens jullie het best begonnen kan worden. Verantwoord je keuze. Plenaire uitwisseling noem nummer casus noem de volgens jullie beste interventie. Verantwoord jullie keuze
7
HOOFDSTUK 6: TAAL
8
Cultural misunderstandings Video
9
6.2.2 eigen taal Waarom eigen taal..straattaal, rotterdams vs amsterdams http://www.youtube.com/watch?v=j0_Xc2- OO_8
10
6.2.3 Woordenschat: taal en werkelijkheid De kaart is niet het gebied uitspraken i.v.m. feiten, zijn niet de feiten zelf. Woorden alleen beïnvloeden de werkelijkheid niet; woorden beïnvloeden slechts het denken een mens heeft in feite geen toegang tot de werkelijkheid, alleen tot een aantal opvattingen over die werkelijkheid
11
6.2.7 Communicatiestijlen Directe stijl hoort meer bij individualistisch culturen Indirecte stijl meer bij collectivistische culturen Bij ind. culturen verwachting dat cliënt meteen ter zake komt. De professional vraagt: wat kan ik voor u doen? wat is uw vraag? Voor verschillende cliënten is zo’n vraag te direct Bij miscommunicatie is het goed hier oog voor te hebben
12
videointermezzo http://www.youtube.com/watch?v=bdjKE_1_ cYs http://www.youtube.com/watch?v=CCz08Bw 9wEQ
13
non-verbale taal http://www.youtube.com/watch?v=fa_GCK- Czqs
14
Sociale representaties en taal je communicatie staat altijd (on)bewust onder invloed van de ruimere sociale omgeving
15
HOOFDSTUK 7: ORDENING
17
ORDENING ~ INTERPUNCTIE Het gaat bij Ordening om de waarneming van de werkelijkheid: hoe kijken mensen naar concrete situaties en kwesties? welke betekenis geven ze er aan? Subjectieve beleving van de werkelijkheid Je kijkt vanuit je eigen referentiekader wat lees jij hier? mijnliefstebenjenietgelukkig
18
Collectieve verschillen in ordening Onderzocht & uitkomsten in GLOBE studie groepen ordenen de werkelijkheid op verschillende wijze Nut kennisname resultaten: uitbreiding eigen referentiekader jouw referentiekader is er 1 van velen Groepslidmaatschap persoon voorspelt weinig van diens persoonlijk referentiekader
19
Collectieve verschillen in ordening GLOBE studie Acht dimensies onderscheiden: Prestatiegerichtheid Toekomstoriëntatie Gelijke behandeling man/vrouw Assertiviteit Collectivisme Machtsafstand Oriëntatie op het humane Onzekerheidsvermijding
20
Subjectieve verschillen in ordening Uniciteit van mens maakt dat iedereen ‘n subjectieve kijk heeft. Andere factoren, die een rol spelen bij het ontstaan van subjectieve betekenisgeving, worden bepaald door : maatschappelijke machtsverschillen: meerderheid versus minderheid; nieuwkomers versus gevestigden Positieverschillen: vgl dakloze en politicus verschillen in loyaliteit: verticale & horizontale loyaliteit; interpersoonlijk, familiale & sociale loyaliteit verschillen in protoprofessionalisering: mate waarin leken ideeëngoed van ‘n bepaalde beroepskring eigen hebben gemaakt
21
SOCIALE REPRESENTATIES ALS HOOGSTE INVALSHOEK VAN BETEKENISGEVING (1/3) Is resultaat van voortdurende afstemming op wat anderen denken Beïnvloed door sociale dialoog in directe omgeving en samenleving
22
SOCIALE REPRESENTATIES ALS HOOGSTE INVALSHOEK VAN BETEKENISGEVING (2/3) O.i.v. Sociale representaties hebben mensen de neiging interetnische kwesties te ordenen als cultureel, etnisch, religieus of racistisch Fundamenteel interetnisch misverstand: autochtonen hebben neiging etnische cultuur van de ander als oorzaak te zien voor interetnisch misverstand migranten hebben neiging discriminatie / racisme als aanleiding te zien voor interetnisch misverstand Bewustzijn van invloedrijke sociale representaties bij mensen kan voorkomen dat het interetnisch misverstand optreedt
23
SOCIALE REPRESENTATIES ALS HOOGSTE INVALSHOEK VAN BETEKENISGEVING (3/3) Ga uit van “elk gedrag heeft ten alle tijden een positieve intentie!” Bij (schijnbaar) discriminerende uitspraken bevraag je onderliggende gevoelens en motieven wat belangrijk of van waarde is voor betrokkene waar betrokkene bang voor is waarover hij/zij zich zorgen maakt en wat betrokkene wenst
24
Herkaderen of herordenen Het doen beseffen van het bestaan van andere invalshoeken. Herkaderen leidt tot: andere betekenisgeving zien van andere realiteit belangrijk: zaken worden nu positief bekeken i.p.v. negatief. Dus positieve herkadering
25
Omgaan met verschillen in subjectieve betekenisverlening Kan middels: Erkennen notitie nemen van de visie van de ander De ander vragen afstand te doen van het handelingsrecht Ieder verschil vertrekt vanuit iets gemeenschappelijks
26
HOOFDSTUK 8: PERSONEN
27
Betrekkingsaspect symmetrische relatie: gedrag van gespreksdeelnemers is hetzelfde complementaire relatie: gedrag van gespreksdeelnemers vult elkaar aan Terugblik schema bijeenkomst 1
28
Recursiviteit van communicatie Zichzelf herhalend / wederkeren alles wat de ander communiceert, pak ik impliciet op als een uitspraak over mezelf en alles wat ik communiceer, is impliciet een uitspraak over de ander in een groep is uitspraak over 1 iemand impliciet ook een uitspraak over een ander
29
Roos van leary http://www.testjegedrag.nl/tjg/zelftest/zelfte st.htm http://www.nevi.nl/sites/default/files/kennisd ocument/ORG-COMP-vra-014-bl.pdf
30
Persoonlijke & interpersoonlijke perspectieven rechtstreekse persoonlijke perspectieven hoe JIJ jezelf ziet, hoe JIJ de ander ziet niet-rechtstreekse interpersoonlijke perspectieven omvatten interpersoonlijke uitspraken over wat de persoon denkt hoe anderen denken 7 punten Let OP; je weet echter pas wat anderen denken als je dit vraagt O.i.v. interpersoonlijke perspectieven ga je denken en voelen hoe jij denkt dat anderen over jou denken
31
Het gaat erom dat je de eerder genoemde reductie van iemands identiteit wilt voorkomen ‘n persoon is meer dan lid van een religieuze, ethici of nationale groep. Zij/hij hoort ook bij leeftijdsgroep, school, klas, politieke voorkeur, vrije-tijdsbesteding etc. In de communicatie sta JIJ dan ook stil bij de vraag WIE de ander op dat moment in die situatie vooral is hoe HIJ zichzelf ziet hoe JIJ de ander ziet je kunt de ander dan zien & benaderen in de sociale identiteit die bij die persoon op de voorgrond staat Waar gaat het bij Personen om?
32
hoe mensen naar elkaar kijken wordt beïnvloed door de SR. Het besef hiervan voorkomt irritatie en persoonlijke verwijten. Kan ertoe bijdragen dat je rustig blijft en doorvraagt naar de bedoelingen van de ander. Invloed van sociale representaties op interpersoonlijke perspectieven
33
Tegen welke vooroordelen (S.R. die anderen hebben) loop jij aan? (wat vinden anderen van jouw leven, etc) In duo: Welke SR (vooroordelen) heb jij? Schrijf ze voor jezelf op en deel ze als je luistert naar de ander: wees nieuwsgierig en vraag indien nodig verduidelijking ga niet in discussie Opdracht
34
uitkomst test bespreken met buurvrouw /-man wat is je voorkeurspositie? in welke situaties is dit gedrag handig? in welke situaties is dit gedrag niet handig? welke interactiewijze is wel handig?
35
Volgende bijeenkomst Hoofdstukken 9 en 10 uit ‘Interculturele gespreksvoering opname met je groepsleden geanalyseerd op het gebied van taal maak hierbij gebruik van de analysevragen die aan het eind van de hfst-en staan welke interventie(s) zou je toepassen? na de presentatie in de les wissel je de stick uit en analyseer je thuis met je groepje het andere gesprek op het gebied van ordening personen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.