Download de presentatie
GepubliceerdFrederik Molenaar Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Hoger Onderwijs Wolters Noordhoff
Hoofdstuk 3 - Bedrijfsresultaat, Opbrengsten & Kosten - Hoofdstuk 3 Bedrijfsresultaat, opbrengsten en kosten Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3 Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
2
3.1 Het financiële resultaat
Financieel resultaat Opbrengst verminderd met kosten gedurende een bepaalde periode Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
3
3.2 Goederen- en geldstromen
Inkoop- markt Verkoop- markt Het primaire proces Input Output Uitgaande primaire geldstroom Ingaande primaire geldstroom Liquide middelen Uitgaande secundaire geldstroom Ingaande secundaire geldstroom De vermogensmarkt Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
4
3.2 Goederen- en geldstromen
Interestbetalingen Vreemd vermogen Aflossingen Vermogens-markt Eigen Vermogen Dividendbetalingen Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
5
3.3 Geldontvangsten en opbrengsten, gelduitgaven en kosten
Hoger Onderwijs Wolters Noordhoff Hoofdstuk 3 - Bedrijfsresultaat, Opbrengsten & Kosten - 3.3 Geldontvangsten en opbrengsten, gelduitgaven en kosten Geldontvangsten leiden tot een toename van de liquide middelen. Opbrengsten leiden tot een toename van het eigen vermogen. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3 Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
6
3.3 Geldontvangsten en opbrengsten, gelduitgaven en kosten
Gelduitgaven leiden tot een afname van de liquide middelen. Kosten leiden tot een afname van het eigen vermogen. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
7
3.4 Grootboekrekeningen Naar aanleiding van ieder financieel feit zou een nieuwe balans opgesteld kunnen worden. Nadelen zijn: Kost veel tijd. Kans op maken van fouten is groot. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
8
3.4 Grootboekrekeningen Daarom wordt voor iedere balanspost een aparte rekening bijgehouden. Voor iedere oorzaak die leidt tot een verandering in het eigen vermogen, wordt een aparte rekening bijgehouden. De zogenoemde hulprekeningen van het eigen vermogen. Deze rekeningen worden grootboekrekeningen genoemd. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
9
3.4 Grootboekrekeningen Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
10
Indeling grootboekrekening Naam van de grootboekrekening
3.4 Grootboekrekeningen Indeling grootboekrekening D Naam van de grootboekrekening C Datum Omschrijving Bedrag Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
11
3.4 Grootboekrekeningen Een rekening van bezit wordt gedebiteerd als de bezitting ontstaat of toeneemt. Een rekening van bezit wordt gecrediteerd als de bezitting afneemt. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
12
3.4 Grootboekrekeningen Een rekening van schuld wordt gecrediteerd als de schuld ontstaat of toeneemt. Een rekening van schuld wordt gedebiteerd als de schuld afneemt. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
13
3.4 Grootboekrekeningen Een (hulp)rekening van eigen vermogen wordt gecrediteerd als het eigen vermogen toeneemt. Een (hulp)rekening van eigen vermogen wordt gedebiteerd als het eigen vermogen afneemt. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
14
3.4 Grootboekrekeningen D Rekening van bezit C Ontstaan Afname Toename
Afsluiten Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
15
3.4 Grootboekrekeningen D Rekening van schuld C Afname Ontstaan
Afsluiten Toename Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
16
(Hulp)rekening van eigen vermogen
3.4 Grootboekrekeningen D (Hulp)rekening van eigen vermogen C Afname Ontstaan Afsluiten Toename Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
17
3.5 Verwerking van eigen en vreemd vermogen
Berekening eigen vermogen bij eenmanszaak Eigen vermogen per 1 januari Winst + Verlies – Privestortingen + Priveopnames – Eigen vermogen per 31 december Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
18
3.6 Berekening van het bedrijfsresultaat (EBIT)
Hoger Onderwijs Wolters Noordhoff Hoofdstuk 3 - Bedrijfsresultaat, Opbrengsten & Kosten - 3.6 Berekening van het bedrijfsresultaat (EBIT) Opbrengsten Kosten excl. interestkosten VV Bedrijfsresultaat = EBIT EBIT = Earnings before interest and taxes Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3 Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
19
3.6 Berekening van het bedrijfsresultaat (EBIT)
Opbrengsten Kosten van het primaire proces Bedrijfsresultaat = EBIT Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
20
3.6 Berekening van het bedrijfsresultaat
Opbrengsten Kosten van het primaire proces Bedrijfsresultaat = EBIT Interestkosten vreemd vermogen Resultaat voor belasting = EBT Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
21
3.6 Berekening van het bedrijfsresultaat (EBIT)
Opbrengsten Kosten van het primaire proces Bedrijfsresultaat = EBIT Interestkosten vreemd vermogen Resultaat voor belasting = EBT Vennootschapsbelasting Resultaat na belasting = EAT Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
22
3.6 Berekening van het bedrijfsresultaat (EBIT)
Voor de overheid Vennoot- schaps- belasting Winst na belasting Voor de eigenaren van de onderneming Interestkosten vreemd vermogen Voor verschaffers van het vreemd vermogen Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
23
3.7 Belasting toegevoegde waarde
Arbeid Inkoop- markt Productie- proces Verkoop- markt Grondstof Producten Gebouwen Diensten Machines Diensten Waardetoevoeging Belastingheffing door belastingdienst Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
24
3.7 Belasting toegevoegde waarde
Inkoop- markt Productie- proces Verkoop- markt Waardetoevoeging Belasting te vorderen van fiscus X% van inkoop Belasting te betalen aan fiscus X% van verkoop Belasting over toegevoegde waarde Af te dragen aan fiscus: X% van verkoop – X% van inkoop Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
25
3.8 Verwerking van financiële feiten
In een journaalpost wordt vermeld op welke grootboekrekeningen én voor welk bedrag het financiële feit moet worden geboekt. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
26
3.8 Verwerking van financiële feiten
Procedure opstellen journaalpost: Bepaal welke rekening(en) moet(en) worden gedebiteerd. Bepaal voor welk(e) bedrag(en) dit dient te gebeuren. Bepaal welke rekening(en) moet(en) worden gecrediteerd. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
27
3.8 Verwerking van financiële feiten
Procedure opstellen journaalpost (vervolg): Bepaal voor welk(e) bedrag(en) dit dient te gebeuren. Zet eerst alle te debiteren rekeningen onder elkaar. Zet vervolgens alle te crediteren rekeningen onder elkaar met als voorvoegsel het woord AAN. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
28
3.9 Voorzieningen en kosten
Een toekomstige verplichting waarvan het moment van ontstaan en de omvang op dit moment niet precies kunnen worden vastgesteld, maar wel nauwkeurig kunnen worden ingeschat. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
29
3.9 Voorzieningen en kosten
Voorbeeld: Voorziening voor onderhoud gebouw Jaarlijkse kosten € 6.000 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Toekomstige gelduitgave € Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
30
3.9 Voorzieningen en kosten
Gelduitgaven in het verleden, heden of toekomst, die toegerekend worden aan een bepaalde periode. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
31
3.9 Voorzieningen en kosten
Voorbeeld: Aanschaf machine. Gebruik 5 jaar. Jaarlijkse kosten € 8.000 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Aanschaf machine Uitgave € Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
32
3.9 Voorzieningen en kosten
Voorbeeld: Verbruik grondstoffen Verbruik = kosten Jaar 1 Jaar 2 € Aanschaf grondstof Uitgave € Toename vooraad Naar balans € Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
33
3.9 Voorzieningen en kosten
Voorbeeld: Lonen Kosten per maand = € Maand 1 Maand 2 Maand 3 Maand 4 Maand 5 € Maandelijkse uitgave = € Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
34
Geldontvangsten in het verleden, heden of toekomst, die toegerekend
3.10 Opbrengsten Opbrengsten Geldontvangsten in het verleden, heden of toekomst, die toegerekend worden aan een bepaalde periode. Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
35
3.10 Opbrengsten Voorbeeld: Verkoop op rekening. Betaling 1 maand later. Verkoop Betaling door debiteur Maand 1 Opbrengst Ontvangst Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
36
3.10 Opbrengsten Voorbeeld: Verhuur pand. Betaling vooraf begin kwartaal. Maandelijkse opbrengst € 8.000 Maand 1 Maand 2 Maand 3 Ontvangst huur € Introductie basisbegrippen bedrijfseconomie & bedrijfsadministratie druk 3
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.