Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMartina de Wit Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
2
Cyclus B 5 juli 2015 Veertiende Zondag van de Tijd door het Jaar Veertiende Zondag van de Tijd door het Jaar Muziek: Canticum van Alexandrië Beelden van de bergen van de Kaukasus
3
De beelden zijn van de bergen van de Kaukasus (aktueel Georgië) vanwaar men met de “trappsalmen)” de pelgrimstocht naar Jeru- zalem begint. In deze niet-Joodse streken leeft het volk in verdrukking door hen die niet in Jahwe geloven. Daarom richt de pelgrim, op weg naar de Heilige Stad, zijn ogen naar Hem die op zijn troon van glorie zetelt (Ps 123).
4
Te Nazaret is JEZUS, evenals Ezechiël en de psalmist, verontwaardigd 1ste lezing: De profeet Ezechiël, treedt evenals Jezus op tegen een opstandig volk, dat de stem van God niet kent. Psalm 123 (122): Tijdens zijn pelgrimstocht naar Jeruzalem, vervuld van afschuw, slaat de psalmist zijn ogen op naar God. 2e lezing: In de Tweede brief aan de Korintiërs erkent Sint Paulus dat, wanneer hij zwak is, hij in feite STERK is. Evangelie: Juist te Nazaret geloven zijn medeburgers niet in Jezus. Verwonderd over dat ongeloof, kan Hij daar geen mirakelen doen.
5
Ez 2, 2-5 In die dagen kwam de Geest over mij en sprak tot mij; Hij deed mij recht overeind staan en ik hoorde hoe Hij tot mij sprak. Hij zei: “Mensenzoon, Ik zend u tot de kinderen van Israël, tot dat opstandige volk dat zich tegen Mij verzet; zij en hun voorvaderen hebben opstand tegen Mij gepleegd tot op deze dag toe. Het is een nukkig en weerbarstig volk. Tot hen zend Ik u en u zult tot hen zeggen: Zo spreekt God de Heer. En of zij nu luisteren of niet – het is een opstandig volk- zij zullen weten dat er een profeet in hun midden is.” God spreekt tot Ezechiël die in Irak is (Babylonië), opdat hij zou profetéren tot Israël, “ een opstandig volk” Bagdad, waar Ezechiël leeft als gedeporteerde
6
Met psalm 123 (122), aan het begin van de bedevaartsliederen (Ps.120-134), optrekkend naar Jeruzalem, herinnert de Psalmist dat hij een situatie beleeft gelijkend op die van Ezechiël (en Jezus) en hij smeekt God dat Hij zich over hem ontfermt. -Vol vertrouwen slaat hij zijn ogen op naar God, aan Wie hij zich onderdanig voelt zoals een “slaaf” aan zijn meester of een slavin aan haar meesteres. -Hij is vervuld van de spot en het misprijzen die hij voortdurend ondervindt in een vreemd land.
7
Psalm 123 (122) Ons oog richt zich op de Heer onze God tot Hij zich om ons bekommert. Tot U sla ik mijn ogen op, tot U, die woont in de hemel.- Zoals het oog van de slaaf, gericht op de hand van zijn meester. Kaukasus, Svanezia
8
Ons oog richt zich op de Heer onze God tot Hij zich om ons bekommert. Zoals het oog van de dienstmaagd, gericht op haar meesteres; Zo richt zich ons oog op DE HEER onze GOD tot Hij zich om ons bekommert.- Bergtoppen van de Grote Kaukasus
9
Ons oog richt zich op de Heer onze God tot Hij zich om ons bekommert. Ontferm U toch, Heer, heb erbarmen met ons, wij kunnen de hoon niet meer dragen. Die dronkemans-spot, dat verwaande geschimp, wij hebben een afschuw ervan !
10
2Kor 12, 7-10 Broeders en zusters, er is –want anders zouden die buitengewone openbaringen mij verwaand kunnen maken- er is een doorn in mijn vlees gestoken, als een bode van de satan die mij moet afranselen. Tot driemaal toe heb ik de Heer aangeroepen, dat hij van mij zou weggaan. Maar Hij antwoordde mij: `Je hebt genoeg aan mijn genade. Kracht wordt juist in zwakheid volkomen.' Dus zal ik het liefst van alles roemen op mijn zwakheden. Dan zal de kracht van Christus in mij wonen. Daarom lijd ik om Christus' wil gaarne zwakheid, smaad, nood, vervolging en benauwdheid. Want als ik zwak ben, dan ben ik sterk. Ik heb mijn kracht van Christus H. Paulus
11
Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Joh. 15,15b Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij. Joh. 15,15b Nazaret. Kapiteel van de Synagoge
12
Nazaret. In die tijd ging Jezus vandaar weg om zich naar zijn vaderstad te begeven en zijn leerlingen gingen met Hem mee. Toen het sabbat was, begon Hij te onderrichten in de synagoge. De talrijke toehoorders vroegen verbaasd: ‘Waar heeft Hij dat vandaan? En wat is dat voor een wijsheid die Hem geschonken is? En wat zijn dat voor wonderen, die zijn handen verrichten? Is dat niet de timmerman, de zoon van Maria en de broeder van Jacobus en Jozef en Judas en Simon? En wonen zijn zusters niet hier bij ons?’ En zij namen aanstoot aan Hem. Maar Jezus sprak tot hen: ‘Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.’ Hij kon daar geen enkel wonder doen, behalve dat Hij een klein aantal zieken genas die Hij de handen oplegde. Hij stond verwonderd over hun ongeloof. Jezus ging rond in de dorpen in de omtrek, waar Hij onderricht gaf. Mc 6, 1-6
13
Bij dag verleent de HEER mij zijn genade, en in de nacht prijs ik de God die leven geeft. Psalm 42 (41),9
14
Origineel: Joan Ramirez (+) Uitbreiding met afbeeldingen, lezingen, muziek, kommentaren (Catalaanse en Spaanse versie) : Regina Goberna, in samenwerking met Àngel Casas Engelse vertaling : Vivian Townsend Italiaanse vertaling : Ramon Julià Baskische vertaling : Periko Alkain Portugese vertaling : Ze Manel Marquespereira Franse vertaling : Àngel Casas Nederlandse vertaling : Ben Van Vossel Video: Esther Lozano
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.