Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Agenda aanstaande week 1/2
Zondag 17 mei Ophalen zusters: N. Reinders 09:15 Oppas: Alemayehu & Sybren 09:30 Kerkdienst: br. F.H. Folkerts (Assen-West) :00 Kerkdienst: br. W. Schaaij 14:00 Kind in Kerk (Bovenbouw) Informatie over de agenda van aanstaande week is overgenomen van de website gkv-haulerwijk.nl. Onjuistheden kunt u doorgeven via
2
Agenda aanstaande week 2/2
Zondag 24 mei Ophalen zusters: R.O. Spriensma 09:15 Oppas: Irene & Hennie 09:30 Kerkdienst: :00 Kerkdienst: 14:00 Kind in Kerk (Onderbouw) - Informatie over de agenda van aanstaande week is overgenomen van de website gkv-haulerwijk.nl. Onjuistheden kunt u doorgeven via
3
Jarigen aanstaande week
Dinsdag 19 mei wordt jarig: br. H.Y. Alkema Donderdag 21 mei wordt jarig: br. E. Wagenaar Zaterdag 23 mei wordt jarig: zr. T. From-Mulder Informatie over de jarigen van aanstaande week is overgenomen uit de kerkgids. Indien u uw verjaardag niet vermeld wilt hebben op de beamer, kunt u dat doorgeven aan het BeamTeam.
4
Contactpersoon BeamTeam: Derk Rouwhorst.
Welkom Voorganger: br. W. Schaaij Organist: br. M. van den Bos br. D.D. Rouwhorst Pianist: br. H.M. Baron Beamist: br. E. van der Heide Contactpersoon BeamTeam: Derk Rouwhorst. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © 2004/2007, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Stuur voor vrijdag uur een naar
5
Votum en zegengroet Genade zij u en vrede van Hem die is, die was en die komt en van de 7 Geesten voor Zijn troon en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.
6
Votum en zegengroet On - ze hulp is in de naam van de HE - RE,
die he - mel en aar - de ge - maakt heeft. A - men.
8
Johannes de Heer 287 1 Vreugde vreugde, louter vreugde is bij U van eeuwigheid. Schepper, die ’t heelal verheugde, bron van eeuw’ge vreugde zijt. Gij, die woont in licht en luister drijft de schaduwen uiteen Hij, die zoekend doolt in ’t duister vindt het licht bij U alleen.
9
Johannes de Heer 287 2 In de harmonie der sferen klinkt een loflied U gewijd sterren, eng’len, allen eren U de Heer der heerlijkheid Velden, wouden, beken, bergen, stromen, zeeën alles juicht, vogels , bloemen en fonteinen, ’t werk dat van uw vreugd getuigt. ’t werk dat van uw vreugd getuigt
10
Johannes de Heer 287 3 Duizend lichten, duizend kleuren zijn de weerglans van uw pracht; daarmee wilt Gij mensen beuren uit hun zorgen, uit hun nacht. Op een zee van licht en zangen voert Gij ons tot U omhoog. Gij, Heer, zijt ons hoogst verlangen; doof niet voor uw licht ons oog.
11
GEBED
12
Lezen Mattheüs 25: 14-30 14 Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf. 15 Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen 16 ging de man die vijf talent ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en zo verdiende hij er vijf talent bij. 17 Op dezelfde wijze verdiende de man die er twee had gekregen er twee bij. 18 Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het. 19 Na lange tijd keerde de heer van die dienaren terug en vroeg hun rekenschap.
13
Lezen Mattheüs 25: 14-30 20 Degene die vijf talent ontvangen had, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijf talent erbij met de woorden: “Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf talent bij verdiend.” 21 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” 22 Ook degene die twee talent ontvangen had, kwam naar hem toe en zei: “Heer, u hebt mij twee talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er twee talent bij verdiend.”
14
Lezen Mattheüs 25: 14-30 23 Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” 24 Nu kwam ook degene die één talent ontvangen had naar hem toe, hij zei: “Heer, ik wist van u dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant, 25 en uit angst besloot ik uw talent te begraven; alstublieft, hier hebt u het terug.” 26 Zijn heer antwoordde hem: “Je bent een slechte, laffe dienaar. Je wist dus dat ik maai waar ik niet heb gezaaid en oogst waar ik niet heb geplant?
15
Lezen Mattheüs 25: 14-30 27 Had mijn geld dan bij de bank in bewaring gegeven, dan zou ik bij terugkomst mijn kapitaal met rente hebben terugontvangen. 28 Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. 29 Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. 30 En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.”
17
Opwekking 614 1 Zie, hoe Jezus daar loopt in Jeruzalem, met een kruis op zijn rug en een doornenkroon. Hoor, de menigte schreeuwt en roept: 'Kruisig Hem!' Zo gaf God zijn eigen Zoon. 2 Zie het Lam aan het kruis daar op Golgotha, als de Koning der Joden wordt Hij veracht. Zie de liefde voor ons in zijn ogen staan als Hij roept: 'Het is volbracht'.
18
Opwekking 614 Refrein: Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg. 3 In het rijk van de dood is Hij neergedaald. Ja, uit liefde voor ons heeft Hij dit gedaan. Maar de steen van het graf is nu weggehaald. Jezus leeft, Hij is opgestaan.
19
Opwekking 614 Refrein: Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg. 4 En nu kom ik tot U met vrijmoedigheid, met ontzag en respect kniel ik voor U neer. U bent Koning en God tot in eeuwigheid, U bent Jezus, de hoogste Heer.
20
Opwekking 614 Refrein: Ja, ik dank U voor uw genade, o Heer, dat U het kruis voor mij droeg. U bewijst uw genade aan mij telkens weer. Uw genade is mij genoeg. Uw genade is mij genoeg,
22
Tekst <bijbelgedeelte>
24
God Takes Everything to Give Everything
Preek God Takes Everything to Give Everything God neemt alles om alles te geven Wanneer u uw Bijbel bij u hebt, kunt u deze misschien openslaan bij Mattheüs 25. Het hoofdstuk wat we net samen hebben gelezen. Vandaag gaan we het hebben over onze gaven en talenten.
25
Preek Alles We herinneren onszelf eraan dat niet alleen ons geld van God is, maar alles. Alles wat we hebben is van God. Al onze tijd, talenten, schatten, God wil ze gebruiken om iets te veranderen in de wereld. Hij wil u en mij gebruiken. Vandaag hebben we gelezen uit Mattheüs 25, waar staat dat het niet uitmaakt hoe gering of hoe zielig je je eigen gaven vindt, voor God zijn het schatten. Wat voor kleine gaven je ook hebt en we hebben ze allemaal, God wil jouw kleine gaven gebruiken om iets te veranderen in de wereld. Het is ook een belofte: Als je je gaven en talenten in praktijk brengt, als je je gaven en talenten gebruikt en weggeeft, zal God je over méér aanstellen Dat is goed nieuws hè? In Mattheüs 25 vertelt Jezus een gelijkenis over drie dienaren en hun meester. Die geeft vijf talent...Ons woord talent komt van deze gelijkenis. Een talent is een bepaald gewicht aan geld. Een gemiddeld persoon verdient dat in 15 jaar bij elkaar. 15 jaar werken, een hoop geld dus.
26
Preek Jezus geeft één man vijf talenten, een ander twee talenten en de derde één talent. De meester vertrekt. Als hij terugkeert heeft de eerste dienaar zijn vijf talenten vermeerderd tot tien. De man met twee talenten heeft er vier van gemaakt. Maar de man met één talent, begroef het, om het niet kwijt te raken. Waarom heb je het niet vermeerderd? vraagt zijn meester. Hij zei: Ik was bang, ik weet dat u een hardvochtig man bent, dat u oogst waar u niet heeft gezaaid, enzovoort. De meester zegt: Weet je dat allemaal over mij? Het klinkt bijna als: Hoe weet je dat over mij? Het is bijna of hij hem beschuldigt van liegen. 'Dacht je soms dat ik je zou straffen?' De man was bang voor hem. Maar waarom het dan begraven in plaats van het op de bank te zetten, voor rente? Waar moeten de meeste mensen aan denken bij het begraven van goud?
27
Preek Aan piraten natuurlijk. Piraten begraven goud. Iemand die een gat graaft en het daar in stopt, is een dief. En al wordt het niet gezegd veel toehoorders zullen hebben gedacht: Hij begroef het om het te stelen. Misschien dacht hij dat dat talent helemaal voor hem was. Misschien mocht niemand het zien en was dit het veiligst. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom de man zijn talent niet gebruikte en niet vermeerderde. In elk geval is de meester razend op hem. Hij zegt: Je had dat talent moeten vermeerderen.
28
Preek Mattheüs, die deze gelijkenis van Jezus heeft opgetekend heeft vast begrepen dat Jezus het hier had over God en Israël. Over God en Israël. God had Israël gaven en vermogens gegeven om de wereld mee te zegenen. Hij had Israël de Tora gegeven, en wonderen en aanwijzingen om de wereld te helpen. Maar in het godsdienstig leven in Jezus' tijd keken de schriftgeleerden en farizeeën niet meer om zich heen maar keerden zich naar binnen en brachten een 'wij en zij'-verdeling aan. Als je bij ons hoort, helpen we je, zo niet, dan niet. Ze vonden allerlei aanleidingen om mensen uit te stoten. Zelfs hun eigen mensen. Zieken werden niet zelden uitgestoten. Als je als vrouw was gescheiden, werd je toch uitgestoten. Er waren eindeloos veel redenen om iemand uit te stoten. De vele gaven die Israël ontvangen had, had het alleen voor zichzelf gebruikt. De gelijkenis gaat over de leiders van de kerk die hun gaven alleen voor zichzelf gebruiken. Ze gebruikten hun religie uitsluitend tot meerdere glorie van zichzelf. Met andere woorden: Ze probeerden ze te stelen, te begraven en te verbergen de talenten die God hen had gegeven. Terwijl in Genesis 12 God aan Abraham had beloofd: Je zult gezegend worden, opdat je tot zegen zult zijn. En dat is de kern van de preek van vandaag. Iedereen hier is gezegend; al heeft iedereen natuurlijk zijn problemen. Maar iedereen hier is gezegend. En God zegent je opdat je anderen tot zegen kunt zijn. En als we Gods zegeningen en gaven gebruiken, worden ze vermeerderd. Zo werkt het in het Koninkrijk van God. Als je gaven hebt ontvangen, tijd, geld of talenten en je geeft die dingen weg aan God en anderen zal Hij dat alles nog vermeerderen.
29
Preek Je ziet het ook in het verhaal van de vijf broden en twee vissen mensen waren Jezus gevolgd en zaten op de heuvel. Zonder eten. De discipelen zeiden: Er is niets te eten, de mensen morren. We hebben geen geld om eten te kopen. Wat nu? En dan zegt iemand: Er is hier een jongen die vijf broden en twee vissen heeft. Voor 5000 mensen. En Jezus zei: Dat is genoeg. Hij nam de broden en de vissen, verdeelde ze in stukken en ten slotte was er genoeg voor iedereen. Een groot wonder. Dat is echt gebeurd, maar het is ook een metafoor voor hoe dingen gaan in Gods Koninkrijk. Als je je broden, vissen, talenten, je middelen, je tijd en je energie weggeeft, zal God dat alles vermeerderen. Zo druk je je geloof uit in je bezit. We vinden het moeilijk onze spullen, talenten en tijd weg te geven omdat we denken dat dat alles van ons is.
30
Preek Wanneer u in de kerkgeschiedenis terugkijkt, leest u over de drie klooster-geloften die monniken moesten afleggen. Alle drie leken me afschuwelijk, ik zou er nooit voor tekenen. Er was de gelofte van kuisheid. Mij niet gezien. En de gelofte van...Dat lijkt me echt... Laat maar. U zou zich zorgen gaan maken als ik daar geen problemen mee had. Dan de gelofte van gehoorzaamheid en de gelofte van armoede. DE vraag is nu: Als je maar één van de geloften hoefde af te leggen welke zou je dan het zwaarst vallen? Dat lijkt een lastige keuze… Alle drie lijken ze me vreselijk maar ik denk toch de meeste moeite te hebben met de gelofte van armoede. Want weet u wat het is om arm te zijn. En dat niets voor mij was. En als je daar dan lang over nadenkt: Waarom zou die gelofte me het zwaarste vallen? Waarom zou ik meer van geld houden dan van seks en vrijheid? Dat is een geldige vraag. Denk er maar eens over na hoe geld en andere middelen waarschijnlijk te veel grip hebben op ons leven. En dan moet ik ook denken aan het verhaal van de rijke jongeling. Een rijke, hooggeplaatste jongeman vraagt aan Jezus: Wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? Een begrijpelijke vraag, want deze jongen had heel veel geld geërfd. Hoe kon hij deel krijgen aan het eeuwige leven? Jezus zegt: Verkoop alles, geef de opbrengst aan de armen en volg Mij. En ik ken geen andere scène uit de wereldliteratuur waar je leest: Hij ging bedroefd heen, want hij had veel bezittingen. Het is het verhaal van een man die het bezit is van zijn bezittingen. Dat zet ons aan het denken. Ook al heb je niet veel geld, maar je wilt wel rijk worden. Of zeggen we: 'Heer, ik leg een gelofte van armoede aan U af.' ? Volgens mij zou iedere christen die gelofte moeten afleggen. Je mag best mooie dingen hebben, ik geniet ook van mijn luxespullen. Maar alles wat je hebt wordt van God. De gelofte van armoede, die iedere christen moet afleggen, betekent dat al mijn tijd en middelen, mijn lichaam, mijn werk, geest, hart, dat dat allemaal van God is. Ik ben alleen de beheerder. Ik bezit die 1, 2 of 5 talenten niet die God me heeft gegeven, ik beheer ze. Mijn taak is de dingen die God heeft gegeven, te vermeerderen door naar mijn geloof te handelen en ze te gebruiken voor God en anderen. En als we dat wat God ons heeft gegeven, weggeven, hetzij aan God, hetzij aan anderen en als we losjes vasthouden aan dingen en ze niet krampachtig vastgrijpen, dan kan God de wereld ermee veranderen.
31
Preek En de dingen die we weggeven, groeien, worden vermeerderd. Als je geld of je tijd weggeeft en vooral je talenten, aan God of aan anderen zal Hij die dingen in je leven vermeerderen. Zo werkt het in Gods Koninkrijk. Als je je rijk wilt voelen, geef je spullen dan weg. Word van eigenaar beheerder. Zucht niet onder het gewicht van je bezit. Bezittingen komen en gaan. Wij moeten als beheerders onze middelen ter beschikking stellen aan God. God, als u mijn huis of mijn auto nodig heeft voor de Kerk, een goed doel of voor mijn buurman, U heeft het maar te zeggen, Heer. Als je God die dingen laat gebruiken, vermeerdert Hij ze. En je tijd. Als je als vrijwilliger, mentor of pastoraal teamlid je tijd weggeeft zal God je meer tijd geven. En ben je ziek, geef dan je ziekte aan God. Je ziekte is van Hem. Je lichaam is niet van jou, maar van Hem. Geef Hem je lichaam, je hart, je woede, je boosheid, je kennis, je deskundigheid. Van wie is dat alles? Van God. Jij bent de beheerder. Je hoeft je geen zorgen te maken. Je kunt het aan Hem toevertrouwen. En dat is erg goed nieuws. Toch? Mijn middelen zijn niet van mij. Ik ben niet de eigenaar. Mijn tijd is niet van mij, mijn baan en mijn lichaam ook niet. Zelfs mijn hart niet, dat is van U, Heer. Ik ben beheerder, geen eigenaar. Neem mijn bezit en beheer het, ik vertrouw het aan U toe, Heer. Bewaar het, bescherm het. Ik geef het weg, opdat het vermeerderd worde.
32
Preek Het Koninkrijk van God staat in het teken van 'herschenken'. U weet vast wel waar ik op doel. Kom, herschenken doen we allemaal wel eens. Het gebeurt vaak met Kerst, maar ook op verjaardagen. Er zijn twee vrienden van je. De ene hier, de andere daar. Ze kennen elkaar niet. Die ene vriend geeft je een cadeau, maar jij hebt niks voor die ander. Maar van die eerste krijg je een cadeau dat je snel kunt inpakken en als cadeau kunt geven. Dan herschenk je je cadeau. Dat heb ik natuurlijk nog nooit gedaan. Maar sommigen hier doen dat vast wel eens. We herschenken altijd dingen die we zelf niet willen. Niemand herschenkt een cadeaubon van duur restaurant. Die wordt gebruikt. Je herschenkt alleen wat je niet wilt. Maar in Gods Koninkrijk herschenk je je goeie spullen. Daar schenk je dat wat je het meest dierbaar is, aan anderen. En als je in Gods Koninkrijk je gaven weggeeft, je talenten vooral, vermeerdert God die gaven in je leven. Daar gaat deze gelijkenis over. Als we onze roeping, onze tijd en talenten wegschenken zal God die dingen in ons leven vermeerderen. God kan alles in uw leven gebruiken. Dat wil Hij ook. Je denkt misschien: Ik heb maar één klein talentje. Begraaf het niet. Als je één klein talentje hebt, dat in jouw ogen weinig voorstelt: begraaf het niet. Geef het weg, en kijk hoe God het in je leven zal vermeerderen. Neem risico's. Neem eens een risico. Vooruit, je bent nog niet dood, neem een risico. Doe iets waardoor je je voelt leven, doe het voor anderen en voor God. Laat je talenten niet ongebruikt. Je hebt ze niet voor niks. Gebruik ze.
33
Preek Daarover gaat een schitterend citaat van Bob Goff: 'Do stuff!' Briljant. 'Doe dingen'. Daar gaat dit over. Doe iets. Je hebt middelen gekregen, en tijd en kennis, kracht, geloof, en talenten. Ze worden jou gegeven, maar zijn niet alleen voor jou. Ze moeten herschonken worden, zodat God ze ziet toenemen in je leven. Toch?
35
Lied 473: 1-5, 7, 10 1 Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. 2 Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet.
36
Lied 473: 1-5, 7, 10 3 Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn. 4 Neem mijn zilver en mijn goud, dat ik niets aan U onthoud. Maak mijn kracht en mijn verstand tot een werktuig in uw hand.
37
Lied 473: 1-5, 7, 10 5 Neem mijn wil en maak hem vrij, dat hij U geheiligd zij. Maak mijn hart tot uwe troon, dat uw Heilge Geest er woon'. 7 Neem, o Trooster, mijn verdriet, Gij veracht mijn tranen niet. Maak dat ook in mij uw kracht steeds in zwakheid wordt volbracht.
38
Lied 473: 1-5, 7, 10 10 Neem ook mijne liefde, Heer, 'k leg voor U haar schatten neer. Neem mijzelf en voor altijd ben ik aan U toegewijd.
40
Opwekking 710 1 Zegen mij op de weg die ik moet gaan. Zegen mij op de plek waar ik zal staan. Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt. O God, zegen mij alle dagen lang! Vader, maak mij tot een zegen; ga mij niet voorbij. Regen op mij met Uw Geest, Heer, Jezus, kom tot mij als de Bron van leven, die ontspringt, diep in mij. Breng een stroom van zegen, waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij.
41
Opwekking 710 2 Zegen ons waar we in geloof voor leven. Zegen ons waar we hoop en liefde geven. Zegen om de ander tot zegen te zijn. O God, zegen ons tot in eeuwigheid! Vader, maak ons tot een zegen hier in de woestijn. Wachtend op Uw milde regen om zelf een bron te zijn. Met een hart vol vrede zijn wij zegenend nabij. Van Uw liefde delend waarin wij zelf tot bron van zegen zijn.
42
Opwekking 710 Vader, maak ons tot een zegen hier in de woestijn. Wachtend op Uw milde regen om zelf een bron te zijn. Met een hart vol vrede zijn wij zegenend nabij. Van Uw liefde delend waarin wij zelf tot bron van zegen zijn.
43
Afscheid ambtsdragers
44
Psalm 68: 2, 13 2 't Rechtvaardig volk, in God verheugd, verblijdt zich en het juicht van vreugd: het heeft zijn wens verkregen. Het treedt te voorschijn in het licht, komt juichend voor Gods aangezicht en dankt Hem voor zijn zegen. Heft Gode blijde psalmen aan, laat 's Heren volk nu tot Hem gaan, laat al wat leeft Hem eren. Komt, zingt en speelt, in Hem verblijd, looft Hem, vervuld van dankbaarheid, looft Hem, zijn naam is HERE.
45
Psalm 68: 2, 13 13 O koninkrijken, zingt Gods lof. Eert Hem, die in het hemelhof de wereld blijft besturen. Hoort, daar weerklinkt met macht zijn stem. Geeft Gode sterkte, buigt voor Hem, Gods rijk zal eeuwig duren. Geducht is God, want Hij regeert, Hij wordt door Israël geëerd, niets gaat zijn roem te boven. Van deze God komt alle macht, zijn volk verleent Hij moed en kracht. Laat elk zijn grootheid loven.
46
GEBED
47
Gezang 170 1 Vaste rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op uw trouw, laat mij rusten in uw schauw, waar het bloed, door U gestort, mij de bron des levens wordt. 2 Jezus, niet mijn eigen kracht, niet het werk, door mij volbracht, niet het offer, dat ik breng, niet de tranen, die ik pleng, schoon ik ganse nachten ween, kunnen redden, Gij alleen.
48
Gezang 170 3 Zie, ik breng voor mijn behoud, U geen wierook, mirr' of goud; moede kom ik, arm en naakt, tot de God, die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet! 4 Eenmaal, als de stonde slaat, dat dit lichaam sterven gaat, als mijn ziel uit d'aardse woon opklimt tot des rechters troon, - Rots der eeuwen, in uw schoot berg mijn ziele voor de dood.
50
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(1) Al wie behouden wil worden, moet voor alles het algemeen geloof vasthouden; (2) als iemand dit niet volledig en ongeschonden bewaart, zal hij ongetwijfeld voor eeuwig verloren gaan. (3) Het algemeen geloof nu is dit, dat wij de ene God in de Drieheid en de Drieheid in de Eenheid vereren, (4) zonder de Personen te vermengen of het wezen te delen. (5) Want de Persoon van de Vader en die van de Zoon en die van de Heilige Geest zijn van elkaar onderscheiden, (6) maar de Vader en de Zoon en de Heilige Geest hebben één goddelijkheid, gelijke heerlijkheid, dezelfde eeuwige majesteit. (7) Zoals de Vader is, zo is de Zoon, zo is ook de Heilige Geest. 1-7
51
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(8) Ongeschapen is de Vader, ongeschapen de Zoon, ongeschapen de Heilige Geest; (9) onmetelijk is de Vader, onmetelijk de Zoon, onmetelijk de Heilige Geest; (10) eeuwig is de Vader, eeuwig de Zoon, eeuwig de Heilige Geest. (11) En toch zijn Zij niet drie eeuwigen, maar één eeuwige; (12) zoals Zij niet drie ongeschapenen of drie onmetelijken zijn, maar één ongeschapene en één onmetelijke. (13) Evenzo is de Vader almachtig, de Zoon almachtig, de Heilige Geest almachtig; (14) en toch zijn Zij niet drie almachtigen, maar één almachtige. 15) Zo is de Vader God, de Zoon God, de Heilige Geest God; 2-7
52
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(16) en toch zijn Zij niet drie Goden, maar één God. (17) Zo is de Vader Here, de Zoon Here, de Heilige Geest Here; (18) en toch zijn Zij niet drie Heren, maar één Here. (19)Want zoals de christelijke waarheid ons noodzaakt elke Persoon afzonderlijk als God en als Here te belijden, zo belet het algemeen geloof ons van drie Goden of Heren te spreken. (20) De Vader is door niemand gemaakt of geschapen of voortgebracht. (21) De Zoon is door de Vader alleen, niet gemaakt of geschapen, maar voortgebracht. (22) De Heilige Geest is door de Vader en de Zoon niet gemaakt of geschapen of voortgebracht, maar Hij gaat van hen uit. 3-7
53
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(23) Eén Vader dus, niet drie Vaders; één Zoon, niet drie Zonen; één Heilige Geest, niet drie Heilige Geesten. (24) En in deze Drieéenheid is geen sprake van eerder of later, noch van meer of minder, maar alle drie Personen zijn aan elkaar gelijk in eeuwigheid en in hoedanigheid. (25) Daarom moet, zoals reeds gezegd werd, in alle opzichten zowel de Eenheid in de Drieheid als de Drieheid in de Eenheid vereerd worden. (26) Wie dus behouden wil worden, moet wat betreft de Drieëenheid deze overtuiging hebben. (27) Maar het is voor zijn eeuwig behoud noodzakelijk dat hij ook de vleeswording van onze Here Jezus Christus oprecht gelooft. 4-7
54
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(28) Het ware geloof is nu, dat wij geloven en belijden, dat onze Here Jezus Christus, Gods Zoon, God en mens is. (29) God is Hij uit het wezen van de Vader, voortgebracht voor de tijden, en mens is Hij uit het wezen van zijn moeder, geboren in de tijd; (30) volkomen God en volkomen mens, met een menselijke ziel en een menselijk lichaam; (31) gelijk aan de Vader naar zijn goddelijke natuur, minder dan de Vader naar zijn menselijke natuur. (32) En hoewel Hij God en mens is, is Hij toch niet twee, maar één Christus. (33) Eén is Hij, echter niet doordat zijn goddelijke natuur in de menselijke veranderde, maar doordat Hij als God de menselijke natuur aannam. 5-7
55
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(34) Eén is Hij, volstrekt niet door vermenging van naturen, maar door eenheid van Persoon. (35) Want zoals ziel en lichaam één mens zijn, zo zijn God en mens één Christus. (36) Hij heeft geleden voor ons behoud, is neergedaald in de hel en op de derde dag opgestaan uit de doden. (37) Hij is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. (38) Bij zijn komst zullen alle mensen opstaan met hun lichaam en zij zullen rekenschap afleggen van hun daden. 6-7
56
Geloofsbelijdenis van Athanasius
(39) En zij die het goede gedaan hebben, zullen het eeuwige leven ingaan, maar zij die het kwade gedaan hebben, het eeuwige vuur. (40) Dit is het algemeen geloof. Wie dit niet oprecht en standvastig gelooft, zal niet behouden kunnen worden 7-7
58
Lied 456: 3 3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!
60
Collecte 1e collecte: Beheer & Administratie 2e collecte: Rente & Aflossing
62
Opwekking 213 U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen daald' een engel af, Heeft de steen genomen van 't verwonnen graf.
63
Opwekking 213 Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer! Hij brengt al de zijnen in Zijn armen weer. Weest dan volk des Heren, blijd' en welgezind, en zegt telkenkere; Christus overwint! U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer.
64
Opwekking 213 Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, Die mij heeft genezen, Die mij vrede geeft? In Zijn godd'lijk wezen is mijn glorie groot, Niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer.
65
Zegengroet De Here zegene U en beschermt u De Here doet het licht van Zijn gelaat over u schijnen en is u genadig De Heer zegene u met Zijn vrede. Gezongen Amen
66
Amen A - men, a - men, a - men.
68
We hopen u de volgende dienst weer te zien.
Tot ziens We hopen u de volgende dienst weer te zien.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.