Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Gezocht: BeamTeam-lid 1/2
Vanaf 31 mei zoeken wij een nieuw BeamTeam-lid. Samen met nog 3 andere leden verzorg jij de PowerPoint presentaties die gebeamd worden tijdens de erediensten op de zondagen en speciale diensten. Wat zullen jouw taken zijn: Het voorbereiden van de PowerPoint presentatie; Psalmen, gezangen in de presentatie zetten Bijbelteksten in de presentatie zetten De PowerPoint presentatie op de website zetten
2
Gezocht: BeamTeam-lid 2/2
Wat zullen jouw taken zijn (vervolg): De PowerPoint presentatie beamen tijdens de erediensten Mail beantwoorden Mocht het helaas zo zijn dat wij geen vervanger kunnen vinden, dan zal er 1 keer in de 4 weken niet worden gebeamd. Dit zal dan een week van te voren worden gemeld via de beamer. Voor meer informatie kun je contact zoeken met: Derk Rouwhorst Of mailen naar:
3
Timzingt - Echt Waar?! Met band
Wanneer: Donderdag 30 april Locatie: Kruiskerk, Haulerwijk Vanaf: 20:00 uur Kaarten: ca. € 14,50 Kaarten kunt u bestellen via : Ook voor meer informatie kunt u terecht op:
4
Uitnodiging vrijdag 8 mei -18:30
Broeders/zusters & jongens/meisjes, In een ontspannen sfeer het seizoen afsluiten met een gezamenlijke maaltijd waarvoor ieder voor zo’n 5/6 personen eten meeneemt + een bord en bestek !! Gevolgd door een kort programma ingevuld door diverse gemeentekringen. Ter versterking van de onderlinge band tussen broeders en zusters onder Gods zegen. Iedereen van harte welkom de Commissie kerkelijk Leven (CKL)
5
Agenda aanstaande week 1/2
Zondag 26 april a.s. Ophalen zusters: Mw. G. de Vries / H. Boerma 09:15 Oppas: Hennie & Irene 09:30 Kerkdienst: ds J.H. Soepenberg (Assen-Zuid) :00 Kerkdienst: ds. A. Krijgsheld (Ureterp) 14:00 Kind in Kerk (Onderbouw) Vrijdag 1 mei a.s. 21:00 Soos voor iedereen vanaf 12 jaar! Informatie over de agenda van aanstaande week is overgenomen van de website gkv-haulerwijk.nl. Onjuistheden kunt u doorgeven via
6
Agenda aanstaande week 2/2
Zondag 3 mei a.s. Ophalen zusters: L. v/d Meulen 09:15 Oppas: Martin & Renske 09:30 Kerkdienst: br. I. van Apeldoorn :00 Jeugddienst: Ds. N. Vennik (CGK-Groningen) 14:00 Kind in Kerk (Bovenbouw) - Informatie over de agenda van aanstaande week is overgenomen van de website gkv-haulerwijk.nl. Onjuistheden kunt u doorgeven via
7
Jarigen aanstaande week
Donderdag 30 april wordt jarig: Mirjam Gorter Zaterdag 2 mei wordt jarig: Zr. G. Riedstra-Feyen Informatie over de jarigen van aanstaande week is overgenomen uit de kerkgids. Indien u uw verjaardag niet vermeld wilt hebben op de beamer, kunt u dat doorgeven aan het BeamTeam.
8
Contactpersoon BeamTeam: Derk Rouwhorst.
Welkom Voorganger: ds. A. Krijgsheld Organist: br. M. Jansma Beamist: br. E. van der Heide Contactpersoon BeamTeam: Derk Rouwhorst. De Bijbelteksten in deze presentatie zijn ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © 2004/2007, tenzij anders vermeld. Mededelingen of aankondigingen op de beamer? Stuur voor vrijdag uur een naar
9
Votum en zegengroet Genade zij u en vrede van Hem die is, die was en die komt en van de 7 Geesten voor Zijn troon en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.
10
Votum en zegengroet On - ze hulp is in de naam van de HE - RE,
die he - mel en aar - de ge - maakt heeft. A - men. Votum en zegengroet Genade zij u en vrede van Hem die is, die was en die komt en van de 7 Geesten voor Zijn troon en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de doden, de heerser over de vorsten van de aarde.
12
Psalm 73: 9, 10 9 Voortdurend zal ik bij U zijn in al mijn noden, angst en pijn, U al mijn liefde waardig schatten, U die mijn rechterhand omvatte. O God, die nimmer mij verlaat, U zult mij leiden door uw raad. En dan, hiertoe door U bereid, neemt U mij op in heerlijkheid.
13
Psalm 73: 9, 10 10 Wie heb ik in de hemel hoog behalve U? Wat zou mijn oog op aarde naast U ooit begeren? U kan ik immers nooit ontberen! Bezwijkt mijn vlees en hart in nood, U blijft mijn rots, zelfs tot de dood. Niets is er wat mij van U scheidt, mijn erfdeel tot in eeuwigheid.
15
Lezen 1 Korintiërs 15: 35-44 35 Nu zou iemand kunnen vragen: ‘Maar hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?’ 36 Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. 37 En wat u zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt; het is nog maar een naakte korrel, een graankorrel misschien of iets anders. 38 God geeft daaraan de vorm die hij heeft vastgesteld, en hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm. 39 Elk aards lichaam is anders; het lichaam van een mens is enig in zijn soort, dat van een dier eveneens, dat van een vogel ook, en ook dat van een vis.
16
Lezen 1 Korintiërs 15: 35-44 40 Er zijn lichamen aan de hemel en lichamen op aarde, maar de schittering van een hemellichaam is anders dan die van een aards lichaam. 41 De zon heeft een andere schittering dan de maan, de maan weer een andere dan de sterren, en de sterren onderling verschillen ook in schittering. 42 Zo zal het ook zijn wanneer de doden opstaan. Wat in vergankelijke vorm wordt gezaaid, wordt in onvergankelijke vorm opgewekt, 43 wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt. 44 Er wordt een aards lichaam gezaaid, maar een geestelijk lichaam opgewekt. Wanneer er een aards lichaam is, is er ook een geestelijk lichaam.
18
Gezang 66: 1, 3, 4 1 Het zaad zal vruchten dragen door God die leven schenkt. Waarom zult gij dan vragen hoe God dit werk volbrengt? Het blijft voor ons verborgen; wij zien slechts in geloof. Het zaad zal op een morgen gerijpt zijn voor Gods oogst.
19
Gezang 66: 1, 3, 4 3 Wie wenend hier moet zaaien in de verganklijkheid, zal juichen bij het maaien: God oogst tot eeuwigheid. Al wat ik zaai in zwakheid verrijst door God in kracht. 't Gezaaide in geringheid wordt door Hem grootgebracht.
20
Gezang 66: 1, 3, 4 4 Zo zullen doden opstaan in onverganklijkheid me een verheerlijkt lichaam door God hun toebereid. Waarom zult gij dan vragen hoe God dit werk volbrengt? Het zaad zal vruchten dragen door God die leven schenkt.
22
Lezen Openbaringen 7 De honderdvierenveertigduizend voor de troon 1 Hierna zag ik vier engelen bij de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden van de aarde in bedwang, om te voorkomen dat er een wind over land of op zee of door de bomen zou waaien. 2 Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem toe: 3 ‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’
23
Lezen Openbaringen 7 4 Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen: honderdvierenveertigduizend in totaal, afkomstig uit elke stam van Israël. 5 Twaalfduizend uit de stam Juda die het zegel droegen, twaalfduizend uit de stam Ruben, twaalfduizend uit de stam Gad, 6 twaalfduizend uit de stam Aser, twaalfduizend uit de stam Naftali, twaalfduizend uit de stam Manasse, 7 twaalfduizend uit de stam Simeon, twaalfduizend uit de stam Levi, twaalfduizend uit de stam Issachar, 8 twaalfduizend uit de stam Zebulon, twaalfduizend uit de stam Jozef en ten slotte twaalfduizend uit de stam Benjamin die het zegel droegen.
24
Lezen Openbaringen 7 9 Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. 10 Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ 11 Alle engelen stonden om de troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze bogen zich diep neer voor de troon en aanbaden God 12 met de woorden: ‘Amen! Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in eeuwigheid. Amen.’ 13 Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’
25
Lezen Openbaringen 7 14 Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. 15 Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen wonen. 16 Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. 17 Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’
27
Gezang 70: 1, 2, 3 1 Gij dienaars van Hem, die alles regeert, verenigt uw stem, verheft en vereert de Naam aller namen, vol rijkdom en kracht, bezingt Hem tezamen, Gods arm is met macht. 2 God heerst van zijn troon, in 't heilige licht, maar zoekt in de Zoon wie machteloos ligt. De heiligen loven reeds hier in hun lied, met d'engelen boven, het heil, hun geschied.
28
Gezang 70: 1, 2, 3 3 Aan Hem zij het lied der wereld gewijd, die eens uit het niet 't heelal heeft bereid, de dank, de aanbidding, de wijsheid en kracht, om eeuwige redding de wereld gebracht.
30
Tekst HC 22 Zondag 22 Vraag 57: Welke troost geeft u de opstanding van het vlees? Antwoord: Dat niet alleen mijn ziel na dit leven terstond tot haar Hoofd Christus opgenomen zal worden, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt, weer met mijn ziel verenigd en aan het verheerlijkt lichaam van Christus gelijkvormig zal worden.
31
Tekst HC 22 Zondag 22 Vraag 58: Welke troost put u uit het artikel over het eeuwige leven? Antwoord: Evenals ik nu al het begin van de eeuwige vreugde in mijn hart voel, zal ik ook na dit leven volkomen heerlijkheid bezitten, die geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en die in geen mensenhart is opgekomen, en wel om God daarin eeuwig te prijzen.
33
Preek HIERNA DE 1e DIA
34
Preek [Dia 1] ‘De jongen die in de hemel was.’
Dat is de titel van een bijzonder boekje. Het gaat over een jongen die ernstig ziek geweest is. Zijn blindedarm is gescheurd. Een dokter vertelde zijn ouders dat er weinig hoop meer is. Hij heeft op het randje van de dood gelegen. Bijna 4 jaar was hij toen dit gebeurde. Het is een wonder dat hij het overleefd heeft. Maar wat deze kleine jongen daarna allemaal verteld heeft, maakt het verhaal nog wonderlijker. Hij is drie minuten in de hemel geweest. Daar heeft hij God gezien op zijn troon. Hij heeft de Here Jezus gezien, die – zo vertelde hij – echt heel veel van kinderen houdt. Hij heeft de wonden van de kruisiging gezien in zijn handen en voeten. Hij heeft de opa van zijn vader gezien, die hij niet gekend heeft. Ook ontmoette hij zijn zusje..., zijn moeder heeft na twee maanden zwangerschap een miskraam gehad. Dit boekje vertelt een wonderlijk verhaal. Het is echt gebeurd. De bedoeling van dit verhaal is mooi verwoord door de jongen zelf: “Ik wil dat ze weten dat ik echt in de hemel was.” De hemel bestaat echt. Na het lezen bleef ik erover nadenken. Het riep bij mij allerlei gedachten op, vooral mooie gedachten. Dat is geen wonder, want er staat veel in wat goed past bij wat de Bijbel ons vertelt. Bijvoorbeeld dat het altijd licht is in de hemel. Want God is daar, bij Hem is het nooit donker. Dat weten we ook uit de Bijbel, Openbaring 22: 5. Het licht van een lamp is niet meer nodig. “Want God, de Here, zal hun licht zijn.” De manier waarop de jongen vertelt over de hemel en over de Here is zo mooi, dat je er naar gaat verlangen om daar te zijn. Bij de Here en bij alle gelovigen die gestorven zijn. Naast mooie gedachten komen er bij mij ook vragen op. In Lucas 16 lezen we een gelijkenis van de Here Jezus. Over de rijke man en de arme Lazarus. De rijke sterft en wordt hevig gekweld in het dodenrijk. Lazarus sterft ook en wordt door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. De rijke man vraagt aan Abraham of Lazarus terug mag naar de aarde om zijn familie te waarschuwen. “Maar Abraham zei: Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.” Daar leren we van dat we naar Gods Woord moeten luisteren. Naar Mozes en de profeten, naar de Bijbel dus. Daar gaat het om. Een boekje over een jongen die in de hemel was kan niet de basis van ons geloof zijn. Dat is alleen Gods eigen Woord. Maar als zo’n boekje de Bijbelse boodschap bevestigt, kan het veel goed doen. We gaan vanmiddag aan de hand van zondag 22 de Bijbel lezen over leven na dit leven. Het eerste antwoord gaat onder andere over hemels leven, het tweede over eeuwig leven.
35
Thema en verdeling: Preek
De Here bemoedigt ons met zijn beloften van leven. 1. Hemels leven. 2. Eeuwig leven. [Dia 2] De Here bemoedigt ons met zijn beloften van leven. Hemels leven. Eeuwig leven. De eerste vraag gaat over de opstanding van ons lichaam. Welke troost geeft die belijdenis? In het antwoord zeggen we eerst iets anders. We beginnen bij wat er gebeurt als we sterven. We zeggen daar mooie dingen over. Terwijl we allemaal weten dat de dood een vreselijke vijand is. We hebben het net weer meegemaakt in ons dorp. Het is verschrikkelijk als een jonge man sterft. Dat is een ramp. De dood scheurt mensen die bij elkaar horen, los van elkaar. We missen onze geliefden die niet meer bij ons zijn. En dat gemis doet pijn. De dood is een wrede vijand. Daar hebben we veel last van. Toch staan er mooie woorden in onze belijdenis over ons sterven. De dood brengt dan wel scheiding tussen mensen die van elkaar houden. Maar de dood is niet bij machte om ons van God los te maken. Niets en niemand kan ons van Hem scheiden (Romeinen 8). Bij ons sterven worden we meteen opgenomen tot ons Hoofd Christus. Dat leren we van Gods eigen Woord. We hebben Openbaring 7 gelezen. Daar gunt de Here ons een blik in de hemel. Hij laat Johannes heel veel zien. En via de Openbaring van de Here Jezus aan Johannes kunnen wij als het ware meekijken.
36
Preek [Dia 3] Johannes ziet de troon van God in de hemel.
Voor de troon staat “een onafzienbare menigte”. Het zijn mensen uit alle landen en volken. Ze hebben witte kleren aan en palmtakken in hun hand. Wie zijn deze mensen? “Dat zijn degenen die uit de grote verschrikking gekomen zijn.” (vers 14) Die grote verschrikking wordt wel eens uitgelegd als een korte periode vlak voor de wederkomst. Dat lijkt niet erg waarschijnlijk. Johannes ziet mensen in de hemel die er op dat moment al zijn. Net als de zielen aan de voet van het altaar uit hoofdstuk 6 (vers 9). Dat zijn gelovigen die om hun geloof gedood zijn. Zij moeten nog geduld hebben. Het eindoordeel van God komt nog. Dan zal Hij het bloed van de martelaren wreken. Het lijkt er veel meer op dat de grote verschrikking een verzamelnaam is voor alle moeiten die je op aarde mee kunt maken. De moeiten van ziekte, zorg, verdriet, angst, pijn, enz. De mensen voor Gods troon zijn daarvan bevrijd. Hun witte kleren wijzen naar het evangelie van de Here Jezus. Ze zijn helemaal schoon geworden dankzij het bloed van het Lam. Bevrijd van alle moeiten en van alle schuld staan ze voor Gods troon om Hem te eren. Dat is een duidelijke aanwijzing voor ons. Johannes ziet ze staan, de gelovige mensen die gestorven zijn. Zij zijn bij God in de hemel, ze staan voor zijn troon. Daar waar ook het Lam van God is, onze Here Jezus. Het is helemaal waar wat we in zondag 22 belijden. Onze ziel wordt na dit leven terstond - meteen – tot haar Hoofd Christus opgenomen. De hemel is echt realiteit. Over het leven in de hemel kunnen we allerlei vragen stellen. Zeker ook na het lezen van het boekje over de jongen die in de hemel was. Hij vertelt over de opa van zijn vader en over zijn zusje. Dat roept de vraag op of dat een goede beschrijving is van hemels leven. Herkennen we elkaar in de hemel? Kan een weduwe op haar sterfbed zeggen: ‘Ik ga naar mijn man’? Kun je tegen elkaar zeggen: ‘Tot ziens in de hemel’? Wij zijn daar vanouds wat voorzichtig mee. Dat kan te maken hebben met de invloed van één van onze voorgangers.
37
Preek [Dia 4] Honderd jaar geleden - 21 juni 1914 -
werd ds. K. Schilder bevestigd als predikant van Ambt-Vollenhove. Later werd hij hoogleraar in Kampen en vooral bekend om zijn rol bij de Vrijmaking van 1944. In 1935 schreef hij een boek met als titel ‘Wat is de hemel?’. De vraag ‘zullen wij elkaar terugzien?’ heeft hij ook behandeld. Het is natuurlijk een begrijpelijke vraag. Juist rond een begrafenis ben je daar algauw mee bezig. De dood heeft banden doorgesneden. Blijf je altijd van elkaar gescheiden of zie je elkaar terug? Schilder zegt daar veel goeds over. Onder andere dit: We kennen elkaar in de hemel nog beter dan op aarde. Maar een andere opmerking is bij veel mensen blijven haken. Hij schrijft nogal negatief over de vraag of je elkaar herkennen zult. “Men moet ophouden met die vraag zo te stellen.” Want die vraag is niet zo vroom, zegt hij. Deze probleemstelling gaat uit van de mens. Schilder gaat zover dat hij de vraag egoïstisch noemt. Dat hebben veel gereformeerden onthouden. Daardoor is dat andere behoorlijk ondergesneeuwd, dat ons kennen in de hemel nog rijker is dan ons kennen hier op aarde. Nu is ons kennen nog beperkt. Straks zullen we volledig kennen. We zullen elkaar ook volledig kennen. En dus elkaar terugzien. In de hemel is de liefde volmaakt. Daar zullen we volmaakt met elkaar omgaan. Niet alleen met de mensen die op aarde dichtbij ons staan. Maar met nog veel meer mensen. Onze omgang met de Here zal volmaakt zijn. We zullen Hem zien. En niets zal onze aandacht van Hem afleiden. Wat hier op aarde nog zo gemakkelijk gebeurt... Hier hebben we nog last van de zonde en de satan. Daar niet meer. We mogen vrijmoedig zeggen dat we elkaar terugzien. We blijven herkenbare mensen. Net zoals Mozes en Elia herkenbaar waren toen ze op de berg verschenen. Petrus wilde dat moment vasthouden en drie tenten opslaan, één voor de Here Jezus, één voor Mozes en één voor Elia (Matteüs 17: 3 en 4). En als de Here Jezus vertelt over de arme Lazarus bij Abraham in de hemel, krijg je ook de indruk dat deze aartsvader duidelijk herkenbaar is. Tot ziens in de hemel! Dat mag je best tegen elkaar zeggen. Bedenk er dan wel bij dat hemels leven anders is dan we hier gewend zijn. We leven niet alleen in ons eigen kringetje van familie en vrienden. We leven samen met alle heiligen voor Gods troon. Denk dus niet te smal. Denk niet alleen aan je geliefden uit dit leven. Je leeft in de hemel met de Here en met zijn complete volk.
38
Preek [Dia 5, leeg] En wat gebeurt er dan met ons lichaam?
Dat is de vraag van zondag 22. Daarover lazen we in 1 Korintiërs 15. Bij een begrafenis zijn we aan het zaaien. De graankorrel gaat in de grond. Die zie je niet op dezelfde manier weer terug. God laat er een nieuwe plant uit groeien. Zo is het ook met ons lichaam. We zaaien een zwak lichaam. Dat zien we in die vorm niet terug. Maar wel anders. Want het wordt opgewekt als een schitterend, sterk lichaam. Het wordt gezaaid als een vergankelijk lichaam. Het vergaat ook echt. Maar het wordt in onvergankelijke vorm opgewekt. We zaaien een aards lichaam met alle kenmerken daarvan. Er wordt een geestelijk lichaam opgewekt. Dat betekent dat ons lichaam volledig door Gods Geest geregeerd wordt. Dan is al het aardse, zwakke en zondige weg. In onze Catechismus zeggen we het zo: Dit mijn vlees – en kijk daarbij maar echt naar je eigen lichaam – wordt door de kracht van Christus opgewekt en weer met mijn ziel verenigd. We krijgen straks net zo’n verheerlijkt lichaam als Christus. Herkenbaar, net als Hij. In zijn verheerlijkt lichaam zie je de wonden van de kruisiging nog. Als herinnering aan zijn opoffering voor ons. Johannes zag in de hemel voor Gods troon een Lam dat eruit zag alsof het geslacht was (Openbaring 5: 5). In zijn nieuwe, verheerlijkte lichaam is Hij herkenbaar. Zo is het ook met ons. Helemaal nieuw, maar wel ‘dit mijn vlees’. Een lichaam is dus geen stoffelijk overschot, maar kostbaar zaaigoed waar God iets moois uit laat groeien. Een begrafenis blijft verdrietig. We zaaien met tranen in de ogen. Maar we weten dat er een oogst komt. “Wie moeizaam hier met tranen zaait, zal juichen als hij eenmaal maait.” (Psalm 126: 3 berijmd)
39
Thema en verdeling: Preek
De Here bemoedigt ons met zijn beloften van leven. 1. Hemels leven. 2. Eeuwig leven. [Dia 6] We gaan naar het tweede deel van zondag 22. Dat gaat over eeuwig leven. De apostolische geloofsbelijdenis sluit ermee af. “... en een eeuwig leven.” Daar kun je ook weer allerlei vragen over stellen. Wanneer begint het eeuwige leven? Gevoelsmatig zeggen we vaak dat het eeuwige leven na dit leven begint. Dat hoor je ook in uitdrukkingen die we wel eens gebruiken. We zeggen soms tegen elkaar dat niemand het eeuwige leven heeft. Daarmee bedoelen we dat we in dit leven allemaal een keer moeten sterven. Dat is de werkelijkheid van leven op deze aarde. Alle mensen moeten sterven. Daarom kunnen we zeggen dat niemand het eeuwige leven heeft. Maar strikt genomen klopt het niet. Luister maar naar de Here Jezus. Hij heeft gezegd: “Wie gelooft, heeft eeuwig leven.” (Johannes 6: 47) Hij zegt niet: Wie gelooft, krijgt straks eeuwig leven. Nee, je hebt het nu al. Dat lezen we opnieuw in Johannes 10. “Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.” (vers 25) In het volgende vers zegt Hij het nog wat sterker: “Ieder die leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven.” Dat kan de Here zeggen omdat de dood geen einde aan ons leven maakt. Het leven gaat verder bij God in de hemel. Vandaar dat Hij zegt: Wie in Mij gelooft zal nooit sterven. Met andere woorden: eeuwig leven begint niet pas na dit leven. Eeuwig leven is al begonnen. Onze catechismus sluit daarbij aan in antwoord 58. We voelen nu al een begin van eeuwige vreugde in ons hart. Daar kun je twee kanten mee op. Aan de ene kant is er dus al een begin van eeuwige vreugde. Aan de andere kant is het nog maar een begin. Er komt nog veel meer. De volmaakte heerlijkheid krijgen we na dit leven. Wat houdt dat dan in, die vreugde en die heerlijkheid? Vanuit de Bijbel kun je daar nog wel wat meer over zeggen. Laten we maar weer met Johannes meekijken. Hij ziet een onafzienbare menigte voor Gods troon staan. Wat doen ze daar?
40
Preek [Dia 7] Ze aanbidden de Here en ze loven Hem.
Dag en nacht vereren ze Hem in zijn tempel (Openbaring 7: 15). Daarin vinden ze hun diepste blijdschap, in het eren van de Here, in de eredienst voor zijn troon. Leven met de Here, tot eer van Hem, dat maakt blij. Daar voelen we nu al een begin van. Als wij samenkomen in de kerk en onze liederen zingen, dan voelen wij in ons hart een begin van de eeuwige vreugde. Als we thuis onze vragen en dankbaarheid bij de Here neerleggen in onze gebeden, dan mogen we rust vinden bij Hem. Dat is een begin van de eeuwige heerlijkheid. Als we Gods Woord lezen en erdoor bemoedigd worden, dan is dat een begin van eeuwige blijdschap. Als we steun en hulp ervaren van mensen om ons heen, dan is dat een begin van die eeuwige blijdschap. En het wordt nog veel mooier. Het wordt volmaakt. Nu beleven we die blijdschap niet altijd. Straks wel. Dan zijn er geen moeilijke dagen meer. Dan zijn we altijd dichtbij de Here en bij elkaar. Maar gaat eeuwige blijdschap op den duur niet vervelen? Dat is een vraag die we vaak stellen. Het is een begrijpelijke vraag vanuit onze ervaringen. Als we altijd gezond zijn, dan is dat heel mooi. Toch waarderen we gezondheid veel meer als we een tijd ziek geweest zijn. Na moeilijke ervaringen is onze blijdschap dieper. Hoe zal dat dan zijn als je alleen maar blijdschap kent? Dat is een vraag vanuit onze kennis van nu. Bedenk dan maar dat het eeuwige leven straks volmaakt zal zijn. Dat is nu nog onvoorstelbaar. Maar God gaat het onvoorstelbare doen. “Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen.” Eeuwige blijdschap zal niet vervelen. Want er zal genoeg te beleven zijn. Ook in Gods nieuwe wereld zullen er allerlei bezigheden zijn. Deze aarde is door Hem geschapen met alle mogelijke kleuren en variaties. Deze schepping was in het begin zeer goed. Gods nieuwe schepping zal ook weer vol kleur en variatie zijn. Daarin is Hij niet veranderd. Maak je dus geen zorgen over de eeuwige heerlijkheid. Laat dat maar aan onze Schepper over. Hij weet echt wel wat mooi is. Je kunt je beter richten op iets anders. Richt je op Gods woorden. Hou vol in het geloof. Blijf dichtbij de Here leven. En laat je verlangen naar Hem steeds weer voeden. Door de Bijbel. Ook door boeken die de Bijbelse boodschap bevestigen. Maak je geen zorgen over hoe de eeuwige heerlijkheid zal zijn. Maak je wel zorgen over de verleidingen in dit leven. Satan gaat nog rond. Hij wil je bij God vandaan trekken zodat je de eeuwige heerlijkheid mist. Maak je daar maar zorgen over. En hou vol in het geloof. Dan heb je eeuwig leven. Gemeente, laten we goed voor elkaar zorgen. Houd elkaar vast onderweg naar die mooie toekomst. Laat je niet afleiden door allerlei bijzaken. Laat je niet uit elkaar drijven door allerlei onenigheden. Moedig elkaar aan om op de goede weg te blijven. De weg van hemels leven. De weg van eeuwig leven. Amen
42
Psalm 126: 3 3 Wie moeizaam hier met tranen zaait, zal juichen als hij eenmaal maait. Dan telt hij smart en moeite niet, zijn klacht wordt tot een jubellied. Wel gaat hij wenend langs de akker, maar God roept het gezaaide wakker. Dan keert de maaier blij naar huis, hij brengt zijn gouden schoven thuis.
44
geloofsbelijdenis
46
Gezang 74: 1, 5 1 Als een bruid op haar mooist, zo zag ik de stad van vrede, met Gods glorie getooid voor het Lam, zij daalde neder. Stralend licht naar alle kanten, zonneglans van diamanten. De gemeente van de Heer daalt vanuit de hemel neer als een bruid op haar mooist.
47
Gezang 74: 1, 5 5 God met ons, van nu aan. O finale van onthulling geen verdriet en geen traan, geen verveling maar vervulling. Babylon zal zijn gevallen, Gij zult alles zijn in allen Heer, wij zullen groot en klein van uw beeld verzadigd zijn: God met ons, van nu aan.
49
Collecte 1e collecte: Diaconie 2e collecte: Beheer & Administratie
51
Gezang 139: 2, 5 2 U looft d' apostelschaar in heerlijkheid, o Heer. Profeten, martelaars vermelden daar uw eer. Door heel uw kerk wordt steeds, daarboven, hier beneden, in strijd en zegepraal, uw grote naam beleden. Zij looft, o Vader, U, oneindig in vermogen, onpeilbaar in verstand, onmeetbaar in meedogen.
52
Gezang 139: 2, 5 5 Gij zit in heerlijkheid aan 's Vaders rechterhand, totdat G' als rechter eens de laatste vierschaar spant. Laat ons in gene nood uw bijstand ooit ontberen. Gij kocht ons met uw bloed; blijf, Heiland, ons regeren, blijf ons, uw erfenis, door uwe macht bewaren, wil met uw heilgen ons voor uwen troon vergaren.
53
Zegengroet De Here zegene U en beschermt u De Here doet het licht van Zijn gelaat over u schijnen en is u genadig De Heer zegene u met Zijn vrede. Gezongen Amen
54
Amen A - men, a - men, a - men.
56
We hopen u de volgende dienst weer te zien.
Tot ziens We hopen u de volgende dienst weer te zien.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.