Voortplanting Vogels H 1 Watervogels.

Presentatie over: "Voortplanting Vogels H 1 Watervogels."— Transcript van de presentatie:

1 Voortplanting Vogels H 1 Watervogels

2 Broedseizoen en paring
Watervogels Hoe krijgen we onze vogels zo ver dat ze ook echt willen paren en dan zelfs gaan broeden? Geduld opbrengen. Huisvesting (natuurlijke leefomgeving als uitgangspunt nemen) en verzorging moeten goed afgestemd worden op de soort die je houd (iedere soort stelt specifieke eisen). Ook de nestgelegenheid die je aanbiedt speelt een belangrijk rol.

3 Broedseizoen en paring
Zwanen Veel open ruimte met niet teveel begroeiing. Maken omvangrijk nest gemaakt van takjes riet en strootjes. De plaats waar ze het nest zullen maken hangt af van de omgeving. Zwanen kun je slechts houden per paar.

4 Broedseizoen en paring
Noordelijke ganzen Meerdere koppels, maar genoeg ruimte (met uitzondering van de Hawaiigans). Meerdere koppels samen houden bevorderd de paringsdrift van de mannen. Genoeg ruimte per koppel (mannen kunnen agressief zijn ten opzichte van elkaar). Moeten rustig en beschut kunnen broeden, zonder elkaar te hoeven storen.

5 Broedseizoen en paring
Halfganzen en Cereopsisganzen Deze ganzen kunnen absoluut niet in groepen gehouden worden. Zij zijn samen met de Australische Cereopsisgans de meest agressieve soorten die we kennen. Deze soorten kan men dus absoluut niet in groepen houden, of samen met eenden en zwanen. Apart huisvesten is de beste manier om gevechten te voorkomen. Een hokje of andere beschutte plaats om in te broeden is aan te bevelen. De Nijlgans is een uitzondering op de regel, want deze gans maakt van broeden geen probleem!

6 Broedseizoen en paring
Bodembedekking nestkast De eendensoorten op de volgende dia’s maken allen gebruik van een nestkast, ton, melkbus of andere kunstmatige nestplaats die vaak een harde bodem heeft. Nadelen harde bodem: Eieren kunnen breken als de eend het nest op stapt en bovenop haar eieren springt; Een harde (metalen) bodem heeft een slecht isolerend (of zelfs warmte-geleidend) effect, zodat de eieren snel kunnen afkoelen wanneer het eendje haar nest verlaat om te eten.

7 Broedseizoen en paring
Bodembedekking nestkast Nestkasten moeten voorzien worden van een goede bodembedekking. Deze kan bestaan uit: Een stukje tapijt; Circa 7 cm fijn rivierzand; Circa 3 cm humus/bosgrond; Een laag houtvezel (zaagsel); Een afdeklaag van dennennaalden/hooi voor stevigheid nestkuiltje; Afhankelijk van de soort zal het vrouwtje zelf wel of geen dons plukken om het nest te bedekken.

8 Broedseizoen en paring
Bergeenden en Casarca’s Broeden in een oud vossen- of konijnenhol. Om deze eenden een mooi broedplaatsje te geven is het dus verstandig om een dergelijke holte na te bootsen (voorzien van een inloopbuis).

9 Broedseizoen en paring
Boombroeders Diverse eenden broeden van nature in boomholten. Het zijn eenden die graag in een nestkast broeden die verhoogd opgesteld is en bereikbaar met een trapje. Je moet de nestkasten wel kunnen controleren of verwijderen (dus niet te hoog hangen). Je moet een voorportaaltje en een soort balkon aan de nestkast maken. Dit voorkomt dat de eend bij het invliegen direct bovenop haar eieren stapt. Het plankje dat als balkon dient wordt vaak gebruikt door het mannetje om de wacht te houden.

10 Broedseizoen en paring
Boombroeders

11 Broedseizoen en paring
Grondbroeders Sommige eenden broeden het liefst op een plekje dat ze zelf kunnen uitzoeken, onder een struik of tussen het riet. Er is wel een verschil tussen de diverse grondbroeders. Er zijn eenden die het liefst broeden in een zelf gegraven kuiltje. Andere eenden broeden graag in een nestkast die op de grond staat. Ook bij deze nestkasten is het wijs om een nestkast met een dergelijk voorportaal te gebruiken. 11