Download de presentatie
1
Zondagmorgen
2
waarin ds. A. Jansen uit Woerden voorgaat
Goedemorgen, welkom in deze dienst waarin ds. A. Jansen uit Woerden voorgaat
3
Welkom en mededelingen Gezang 303: 2 en 5 Stil gebed – votum – groet
Orde van dienst (1) Welkom en mededelingen Gezang 303: 2 en 5 Stil gebed – votum – groet Psalm 147: 1 en 7 Lezing van de wet Psalm 131: 1 Gebed Psalm 131: 3 Schriftlezing: Exodus 17 (NBV)
4
Voorbede en dankzegging
Orde van dienst (2) Gezang 449: 3, 4 en 5 Preek Gezang 304: 1 en 2 Voorbede en dankzegging Collecten Psalm 43: 4 en 5 Zegen
5
Spreuk van de week “Wie rechtvaardig leeft, baant zich een rechte weg, een goddeloze legt voor zichzelf een hinderlaag” (Spr. 11: 5)
6
Welkom en mededelingen
7
Door God bijeen vergaderd, één volk dat Hem behoort,
Gezang 303: 2 en 5 Door God bijeen vergaderd, één volk dat Hem behoort, als kindren van één Vader; één doop, één Geest, één woord. Zo offert allerwege de kerk U lof en prijs. Eén naam is aller zegen, één brood is aller spijs.
8
Met God zijn wij verbonden, met Vader, Zoon en Geest,
Gezang 303: 2 en 5 Met God zijn wij verbonden, met Vader, Zoon en Geest, met alwie overwonnen, alwie zijn trouw geweest. Bewijs ons uw genade, dan zingen wij bevrijd de glorie van uw daden, in tijd en eeuwigheid.
9
Stil gebed – votum – groet
10
Lof zij den HEER, goed is het leven als 's Heren lof wordt aangeheven.
Psalm 147: 1 en 7 Lof zij den HEER, goed is het leven als 's Heren lof wordt aangeheven. Lieflijk en recht te allen tijde is 't onze God ons lied te wijden. Hij bouwt de stad, door Hem verkoren, het volk in ballingschap verloren brengt Hij er samen, heelt hun wonden, hoezeer hun harten zijn geschonden.
11
De HEER heeft Jakob uitverkoren om naar zijn heilig woord te horen.
Psalm 147: 1 en 7 De HEER heeft Jakob uitverkoren om naar zijn heilig woord te horen. Aan Israël heeft Hij ten leven zijn rechten en zijn wet gegeven. Zo deed Hij aan geen andre volken. Laat ons des HEREN lof vertolken. De kracht, de heerlijkheid, de ere zijn Hem, die eeuwig zal regeren.
12
Tien geboden
13
O HEER, er is geen trots in mij, ik houd mijn hart van hoogmoed vrij,
Psalm 131: 1 O HEER, er is geen trots in mij, ik houd mijn hart van hoogmoed vrij, ik zoek niet met een waanwijs oog naar wat te groot is en te hoog.
14
Gebed
15
Gespeend en toch getroost, zo laat
Psalm 131: 3 Gespeend en toch getroost, zo laat mijn ziel zich leiden door Gods raad. Hoop, Israël, op God den HEER, rust bij Hem nu en immermeer.
16
Schriftlezing: Exodus 17 (NBV)
17
1 Vanuit de woestijn van Sin trok het hele volk van Israël verder, van de ene pleisterplaats naar de andere, volgens de aanwijzingen van de HEER. Toen ze hun tenten opsloegen in Refidim, bleek daar geen water te zijn om te drinken. 2 Ze maakten Mozes verwijten. ‘Geef ons te drinken, geef ons water!’ zeiden ze. Mozes zei: ‘Waarom maakt u mij verwijten? Waarom stelt u de HEER op de proef?’
18
3 Maar omdat het volk daar hevige dorst leed, bleef het klagen
3 Maar omdat het volk daar hevige dorst leed, bleef het klagen. ‘Waarom hebt u ons uit Egypte weggevoerd?’ zeiden ze tegen Mozes. ‘Om ons van dorst te laten sterven, met onze kinderen en ons vee?’ 4 Mozes riep luid de HEER aan. ‘Wat moet ik met dit volk beginnen?’ vroeg hij. ‘Er hoeft niet veel meer te gebeuren of ze stenigen mij!’
19
5 De HEER antwoordde Mozes: ‘Ga samen met een aantal van de oudsten van Israël voor het volk uit. Neem de staf waarmee je op de Nijl hebt geslagen in je hand en ga op weg. 6 Ik zal je opwachten op de rots bij de Horeb. Als je op de rots slaat, zal er water uit stromen, zodat het volk te drinken heeft.’ Mozes deed dit, in het bijzijn van de oudsten van Israël.
20
7 Hij noemde die plaats Massa en Meriba, omdat de Israëlieten Mozes daar verwijten hadden gemaakt en omdat ze daar de HEER op de proef hadden gesteld door te vragen: ‘Is de HEER nu in ons midden of niet?’
21
Strijd tegen Amalek 8 In Refidim werd Israël aangevallen door de Amalekieten. 9 Toen zei Mozes tegen Jozua: ‘Kies een aantal mannen uit en trek met hen tegen Amalek ten strijde. Ikzelf zal morgen op de top van de heuvel gaan staan, met in mijn hand de staf van God.’
22
10 Jozua deed wat Mozes hem had opgedragen en trok tegen Amalek ten strijde, en Mozes ging naar de top van de heuvel, samen met Aäron en Chur. 11 Zolang Mozes zijn arm opgeheven hield, was Israël de sterkste partij, maar liet hij zijn arm zakken, dan was Amalek de sterkste.
23
12 Toen Mozes’ armen zwaar werden, legden Aäron en Chur een steen bij hem neer, zodat hij daarop kon gaan zitten. Zelf gingen ze aan weerszijden van hem staan, om zijn armen te ondersteunen. Daardoor konden zijn armen opgeheven blijven totdat de zon onderging. 13 Zo versloeg Jozua het leger van Amalek tot de laatste man.
24
14 De HEER zei tegen Mozes: ‘Leg deze overwinning in een oorkonde vast, zodat niemand die ooit zal vergeten, en overtuig Jozua ervan dat ik zal zorgen dat niets op aarde nog aan het volk van Amalek herinnert.’ 15 Toen bouwde Mozes een altaar, en hij noemde het ‘De HEER is mijn banier’.
25
16 Hij zei: ‘Omdat Amalek de hand heeft durven opheffen tegen de troon van de HEER, zal de HEER strijd voeren tegen Amalek, in alle komende generaties.’
26
Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon heeft tot uw troon
Gezang 449: 3, 4 en 5 Heer, waar dan heen? Tot U alleen! Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon heeft tot uw troon de weg ons weer ontsloten.
27
stierf Hij voor onze zonde. Zijn schuldloos bloed maakt alles goed
Gezang 449: 3, 4 en 5 Ja, amen, ja, op Golgotha stierf Hij voor onze zonde. Zijn schuldloos bloed maakt alles goed en reinigt ons van zonde.
28
ons klein geloof versterken.
Gezang 449: 3, 4 en 5 God onze Heer, wil tot uw eer ons klein geloof versterken. Dan zullen wij Hem, waarlijk vrij, volgen in goede werken.
29
De kinderen gaan naar de bijbelklas.
Het verhaal van Filippus en de Ethiopiër uit Handelingen 8: is het onderwerp van de vertelling.
30
preek
31
Verder na Pasen: vergeten - vertrouwen
Bemoediging voor de reis na Pasen Waarom mopperen we zo snel? vergeten Hoe kunnen we vertrouwen? drink uit de geestelijke Rots
32
God is getrouw, zijn plannen falen niet,
Gezang 304: 1 en 2 God is getrouw, zijn plannen falen niet, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen; en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand.
33
De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast,
Gezang 304: 1 en 2 De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; de adem zijner lippen overmant de tegenstand.
34
Voorbede en dankzegging
35
De kinderen komen terug uit de bijbelklas.
Daarna wordt er gecollecteerd Onderlinge bijstand en advies Kerk
36
Dan ga ik op tot uw altaren, tot U, o bron van zaligheid.
Psalm 43: 4 en 5 Dan ga ik op tot uw altaren, tot U, o bron van zaligheid. Dan mag mijn ziel uw heil ervaren en dankbaar ruisen alle snaren voor U die al mijn vreugde zijt en eindloos mij verblijdt.
37
Mijn ziel, hoe zijt gij zo verslagen,
Psalm 43: 4 en 5 Mijn ziel, hoe zijt gij zo verslagen, mijn hart, wat kwelt gij u zozeer? Vertrouw op 's Heren welbehagen. Hij doet weldra de morgen dagen. Ja, ik zal zingen tot zijn eer: mijn redder is de Heer.
38
zegen
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.