Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMichiel Abbink Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Woensdag 14 maart 2012 biddagdienst
2
Ouderling: E.Groenewold Organist: Krijn van Veen
Welkom in deze dienst Voorganger: ds. H. de Bruijne Ouderling: E.Groenewold Organist: Krijn van Veen
3
Welkom en mededelingen Gezang 351 Stil gebed, votum en groet Psalm 67
Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 351 Stil gebed, votum en groet Psalm 67 Gebed Lezing 1: 1 Koningen 18: 42 – 45b Psalm 115: 2 en 3
4
Collecte: Biddagcollecte voor de kerk Gezang 317 Zegen
Orde van de dienst - 2 Lezing 2: Marcus 9: Psalm 115: 5 en 6 Preek Psalm 143: 1 Gebeden Collecte: Biddagcollecte voor de kerk Gezang 317 Zegen
5
Welkom Mededelingen
6
Gezang 351: 1, 2, 3 en 4 Zie ons heden voor U treden, God die goedheid zijt, die ons hebt gegeven Christus, 't eeuwig leven, eens en voor altijd.
7
Gezang 351: 1, 2, 3 en 4 God van zegen, onzentwege hebt G’ uw Zoon gezaaid; en het zaad werd wakker: op de wereldakker wordt met vreugd gemaaid.
8
Gezang 351: 1, 2, 3 en 4 Ach, wij smeken: in dit teken, Heer, maak ons gewis, dat Gij ons zult schenken boven alle denken wat ons nodig is.
9
Gezang 351: 1, 2, 3 en 4 Laat wie zaaien straks ook maaien naar uw goede wet. Zegen onze landen; 't werk van onze handen, God, bevestig het.
10
Stil gebed Votum en groet
11
Psalm 67: 1, 2 en 3 God zij ons gunstig en genadig. Hij schenke ons 't gezegend licht dat overvloedig en gestadig straalt van zijn heilig aangezicht: opdat hier op aarde elk uw weg aanvaarde en tot U zich wend', zo, dat allerwegen ieder volk de zegen van uw heil erkent.
12
Psalm 67: 1, 2 en 3 De volken zullen U belijden, o God, U loven al tezaam! De landen zullen zich verblijden en juichen over Uwen naam. Volken zult Gij rechten, hun geding beslechten in gerechtigheid, volken op deez' aarde, die uw arm vergaarde, die Gij veilig leidt.
13
Psalm 67: 1, 2 en 3 De aarde heeft de vrucht gegeven, die door de hemel werd verwekt, en uit haar schoot ontspruit nieuw leven waar God zijn hand houdt uitgestrekt. God is ons genegen, onze God geeft zegen, Hij die alles geeft, Hij zal zijn geprezen, Hem zal alles vrezen wat op aarde leeft.
14
Gebed
15
Schriftlezing 1 1 Koningen 18: 42 – 45b
16
42 Achab ging iets eten en drinken en Elia ging naar de top van de Karmel. Daar ging hij gehurkt op de grond zitten, met zijn gezicht tussen zijn knieën. 43 Zijn knecht droeg hij op: ‘Ga jij eens kijken, de kant van de zee uit.’
17
De knecht ging kijken, maar toen hij terugkwam zei hij: ‘Er is niets te zien.’ Zeven keer stuurde Elia hem terug, 44 en toen de knecht voor de zevende keer was gaan kijken zei hij: ‘Er komt een klein wolkje uit zee opzetten, niet groter dan een handpalm.’
18
Daarop zei Elia: ‘Ga snel naar Achab en zeg hem dat hij zijn wagen moet inspannen en vertrekken, anders zal de regen hem de weg afsnijden.’ 45 In minder dan geen tijd werd de hemel verduisterd door wolken, stak de wind op en barstte er een enorme regenbui los.
19
De volken denken zelf hun goden uit:
Psalm 115: 2 en 3 De volken denken zelf hun goden uit: hun gouden monden geven geen geluid, geen licht is in hun ogen; hun handen tasten niet; geen wierooklucht dringt tot hen door, hun oor hoort geen gerucht, hun voet wordt niet bewogen.
20
Wie in die goden zijn behagen vindt
Psalm 115: 2 en 3 Wie in die goden zijn behagen vindt en wie ze maakt, wordt even doof en blind als deze dode dingen. Maar wij, wij hebben onze God die leeft, die spreekt en hoort en die het leven geeft aan alle stervelingen.
21
Schriftlezing 2 Marcus 9: 14 - 29
22
14 Toen ze terugkwamen bij de andere leerlingen, zagen ze een grote menigte om hen heen staan. Er waren ook schriftgeleerden bij, die met hen aan het discussiëren waren. 15 De mensen waren verbaasd toen ze hem zagen, en liepen meteen naar hem toe om hem te begroeten.
23
16 Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren
16 Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren?’ 17 Iemand uit de menigte antwoordde: ‘Meester, ik heb mijn zoon naar u gebracht omdat hij door een geest bezeten is en niet kan praten;
24
18 steeds wanneer de geest hem overweldigt, gooit die hem op de grond, en dan komt het schuim hem op de mond te staan, hij knarst met zijn tanden en wordt helemaal stijf. Ik zei tegen uw leerlingen dat ze hem moesten uitdrijven, maar dat konden ze niet.’
25
19 Hij zei tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet ik jullie verdragen? Breng hem bij me.’
26
20 Ze brachten de jongen bij hem
20 Ze brachten de jongen bij hem. Toen de geest hem zag, deed hij de jongen meteen stuiptrekken, en met het schuim op de lippen viel hij op de grond en rolde heen en weer.
27
21 Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van
21 Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van?’ Hij antwoordde: ‘Al vanaf zijn vroegste jeugd, 22 en hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid en in het water met de bedoeling hem te doden; maar als u iets kunt doen, heb dan medelijden met ons en help ons.’
28
23 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen
23 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’ 24 Meteen riep de vader van het kind uit: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’
29
25 Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak hij de onreine geest op strenge toon toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’
30
26 Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven. 27 Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op.
31
28 Hij ging een huis in, en toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ 29 Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’
32
`Vertrouw op God, gij die den Here vreest,
Psalm 115: 5 en 6 `Vertrouw op God, gij die den Here vreest, die altijd voor de zijnen is geweest hun schild, hun vast betrouwen. De Heer heeft zegenrijk aan ons gedacht, Aärons huis en Israëls geslacht doet Hij zijn gunst aanschouwen.
33
U en uw kindren zeegne Hij die leeft,
Psalm 115: 5 en 6 U en uw kindren zeegne Hij die leeft, die door zijn machtig woord geschapen heeft hemel en aarde beide. De hemel is des Heren kroondomein; wij mensen mogen op de aarde zijn en ons in Hem verblijden.
34
Preek
35
Psalm 143: 1 O Here, hoor naar mijn gebeden, zie mij als smeekling tot U treden, Verhoor mij, God, die trouw betoont, die ieder richt naar recht en reden, die boven ons als koning troont.
36
Gebed
37
Collecte. Er is één collecte, voor de kerk
Collecte. Er is één collecte, voor de kerk. De kerkenraad hoopt op een goede opbrengst. Behalve via de collectezak kunt u geven via bankrekening t.n.v de Chr. Geref. Kerk Utrecht-Centrum te Zeist.
38
Gezang 317: 1a en 2 Halleluja, 't loflied rijze Hem, die onze banden slaakt! Hem, die ons zijn naam ten prijze koningen en priesters maakt;
39
Gezang 317: 1b en 2 Hem, die redt uit alle noden, die, waarachtig en getrouw, vastheid geeft aan 't Godsgebouw, Hem, de eerstling uit de doden, Hem, de Koning van 't heelal, wien 't heelal eens eren zal!
40
Gezang 317: 1 en 2a Amen, Jezus Christus, amen! Ja, Gij zult in 't groot heelal 't rijk der duisternis beschamen, tot het niet meer wezen zal.
41
Gezang 317: 1 en 2b Woon, o Heiland, in ons midden! Onder uwe heerschappij zijn wij zalig, zijn wij vrij. Leer ons strijden, leer ons bidden! Amen, heerlijkheid en macht worde U eeuwig toegebracht!
42
Zegen te beantwoorden met
43
Tot zondag!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.