De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

1 Welkom in deze dienst Voorganger :Ds. H.M. van der Vegt Ouderling:Anne Geurtsen Organist:Wim Brunsveld.

Verwante presentaties


Presentatie over: "1 Welkom in deze dienst Voorganger :Ds. H.M. van der Vegt Ouderling:Anne Geurtsen Organist:Wim Brunsveld."— Transcript van de presentatie:

1 1 Welkom in deze dienst Voorganger :Ds. H.M. van der Vegt Ouderling:Anne Geurtsen Organist:Wim Brunsveld

2 2 Spreuk van de week “Het licht van een rechtvaardige brengt vreugde, de lamp van goddelozen wordt gedoofd.” (Spreuken 13: 9)

3 3 Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 375: 1,5,7 Stil gebed Votum en groet Psalm 62: 1,5,7 Geboden Gezang 7: 1,2,4 Gebed De schriftlezing uit Ruth 1:7 – 2:14

4 4 Orde van de dienst - 2 Psalm 107: 1-4 De kinderen gaan naar de bijbelklas Preek Gezang 409: 1,2,5 Gebeden De kinderen komen terug Collectes Psalm 103: 1,2,4 Zegen

5 Welkom en mededelingen 5

6 Gezang 375: 1, 5, 7 1 De trouw en goedheid van de Heer verschijnt ons elke morgen weer en blinkt en blijft als dauw zo fris, zolang het dag op aarde is. 6

7 Gezang 375: 1, 5, 7 5 O Christus, schone morgenster, wees met uw gunst ons hart niet ver; steek al uw lichten in ons aan, dan kan uw heil ons niet ontgaan 7

8 Gezang 375: 1, 5, 7 7 opdat wij wand'len als bij dag en, kome wat er komen mag, staan vast in het geloof, o Heer, van U verlaten nimmermeer. 8

9 Stil gebed Votum en groet 9

10 Psalm 62: 1, 5, 7 1 Mijn ziel is stil tot God mijn Heer, van Hem verwacht ik altijd weer mijn heil, - op Hem toch kan ik bouwen. Ik wankel niet, want Hij staat vast: mijn toevlucht, als het water wast, mijn rots, mijn enige vertrouwen. 10

11 Psalm 62: 1, 5, 7 5 Voorwaar, Hij is mijn heil, mijn rots, mijn naam rust in de schutse Gods. O volk, uw God laat u niet vallen. Als gij voor Hem uw hart uitstort, vertrouw dat gij gezegend wordt: God is een schuilplaats voor ons allen. 11

12 Psalm 62: 1, 5, 7 7 God stelde eens voor al zijn woord, tot tweemaal toe heb ik 't gehoord, - nu weet ik, dat Hij alle macht heeft. Maar ook dat Gij genadig zijt, o Here, die uw volk bevrijdt en elk vergeldt wat hij betracht heeft. 12

13 Tien Geboden 13

14 Gezang 7: 1, 2, 4 1 Het woord dat u ten leven riep is niet te hoog, is niet te diep voor mensen die 't zo traag beamen. Het is een teken in uw hand, een licht dat in uw ogen brandt. Het roept u dag aan dag bij name. 14

15 Gezang 7: 1, 2, 4 2 Het is niet aan de overzij. Wat zegt gij dan: wie zal voor mij de wijde oceaan bevaren, wie brengt van de overkant der zee de schat der diepe wijsheid mee, die 's levens raadsel kan verklaren? 15

16 Gezang 7: 1, 2, 4 4 Het woord van liefde, vrede en recht is in uw eigen mond gelegd, is in uw eigen hart geschreven. Rondom u klinkt de stem van God: vrijspraak, vertroosting en gebod, vlak voor u ligt de weg ten leven. 16

17 Gebed 17

18 18 Schriftlezing Ruth 1: 7- 2:14 uit de NBV

19 Ruth 1:7- 2:14 7 Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had. Maar toen ze eenmaal op de terugweg waren naar Juda, 8 zei Noömi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9 Moge hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit 10 en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ 19

20 Ruth 1:7- 2:14 11 ‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Noömi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden? 12 Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man. Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld – 13 zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen? Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd.’ 20

21 Ruth 1:7- 2:14 14 Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15 ‘Kijk, je schoonzuster gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Noömi, ‘ga haar toch achterna!’ 16 Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 21

22 Ruth 1:7- 2:14 17 Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden!’ 18 Noömi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19 Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem. Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Noömi?’ 22

23 Ruth 1:7- 2:14 20 Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Noömi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21 Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Noömi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’ 22 Zo kwamen ze samen terug uit Moab, Noömi en haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst. 23

24 Ruth 1:7- 2:14 1 Nu was Noömi van de kant van haar echtgenoot Elimelech verwant aan een belangrijk man, die Boaz heette. 2 Ruth, de Moabitische, zei tegen Noömi: ‘Ik zou graag naar het land willen gaan om aren te lezen bij iemand die me dat toestaat.’ Noömi antwoordde: ‘Doe dat maar, mijn dochter.’ 3 Ze ging dus naar het land om aren te lezen, achter de maaiers aan. Het toeval wilde dat de akker waar ze kwam van Boaz was, het familielid van Elimelech. 24

25 Ruth 1:7- 2:14 4 Na enige tijd kwam Boaz zelf eraan, uit Betlehem. ‘De HEER zij met jullie,’ groette hij de maaiers. ‘De HEER zegene u,’ groetten zij terug. 5 Boaz vroeg de voorman van zijn maaiers: ‘Bij wie hoort die jonge vrouw daar?’ 6 De man antwoordde: ‘Dat is de Moabitische vrouw die met Noömi is teruggekeerd. 25

26 Ruth 1:7- 2:14 7.Toen ze hier aankwam zei ze: “Ik zou graag achter de maaiers aan willen gaan om aren te lezen bij de schoven,” en nu is ze hier al de hele dag, vanaf de vroege ochtend – ze heeft maar even gezeten.’ 8 Daarop zei Boaz tegen Ruth: ‘Luister goed, mijn dochter. Je moet niet naar een andere akker gaan om aren te lezen; ga hier niet weg maar blijf dicht bij de vrouwen die voor mij werken. 26

27 Ruth 1:7- 2:14 9 Volg ze op de voet en houd je ogen gericht op het veld waar gemaaid wordt. Ik zal mijn mannen zeggen je niet lastig te vallen. Als je dorst hebt, ga dan naar de kruiken en drink van het water dat ze daar scheppen.’ 10 Ze knielde, boog diep voorover en zei: ‘Waaraan heb ik het te danken dat u zo goed voor mij bent, terwijl ik toch maar een vreemdeling ben?’ 27

28 Ruth 1:7- 2:14 11 En Boaz antwoordde: ‘Meer dan eens is mij verteld over alles wat je voor je schoonmoeder hebt gedaan na de dood van je man: dat je je vader en moeder en je geboorteland hebt verlaten en naar een volk bent gegaan dat je volkomen onbekend was. 12 Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.’ 28

29 Ruth 1:7- 2:14 13 ‘Ik dank u, heer,’ zei ze, ‘want u hebt zich mijn lot aangetrokken en mij moed ingesproken, terwijl ik niet eens bij u in dienst ben.’ 14 Toen het etenstijd was zei Boaz tegen haar: ‘Kom maar hier en neem een stuk brood en doop het in de wijn.’ Ze ging naast de maaiers zitten, en hij gaf haar geroosterd graan. Ze at tot ze genoeg had en ze hield zelfs nog over. 29

30 Psalm 107: 1-4 1 Gods goedheid houdt ons staande zolang de wereld staat! Houdt dan de lofzang gaande voor God die leven laat. Al wie, door Hem bevrijd uit ongastvrije streken, naar huis werd heengeleid, zal van zijn liefde spreken. 30

31 Psalm 107: 1-4 2 Al wie verbijsterd zwierven ver buiten heg en steg en haast van honger stierven, neervallend langs de weg, - geen thuis, geen toevluchtsoord was hun nabijgekomen, had Hij hen niet gehoord en bij de hand genomen. 31

32 Psalm 107: 1-4 3 Zij moeten God aanbidden, rondom zijn altaar staan, omdat Hij in hun midden zijn wonder heeft gedaan: maaltijd en lafenis meer dan zij durfden dromen; de last van hun gemis heeft Hij hun afgenomen. 32

33 Psalm 107: 1-4 4 Laat ons nu voor den H ERE zijn goedertierenheid toezingen en vereren de God die ons bevrijdt. Want wie zijn hulp verlangt, Hem aanroept in gebeden, verlost Hij uit de angst en leidt Hij tot den vrede. 33

34 34 De kinderen gaan naar de bijbelklas. Hun onderwerp is: De rijke dwaas naar Lukas 12

35 35 Preek

36 Gezang 409: 1, 2, 5 1 Laat ons de Heer lofzingen, juicht, al wie bij Hem hoort! Hij zal met trouw omringen wie steunen op zijn woord. Al moet ge hier ook dragen veel duisternis en dood, gij hoeft niet te versagen, Hij redt uit alle nood.. 36

37 Gezang 409: 1, 2, 5 2 God heeft u uitverkoren en uw geloof gebouwd, Hij heeft een eed gezworen aan elk die Hem vertrouwt: dat Hij hen zal omgeven met sterkte als een wal, dat Hij wie met Hem leven de zege schenken zal. 37

38 Gezang 409: 1, 2, 5 5 Daarom lof zij de Here, in wie ons heil bestaat, Hem die ons toe wou keren zijn liefelijk gelaat. Hij moge ons behoeden, elkander toegewijd, en schenke ons al 't goede nu en in eeuwigheid. 38

39 Gebeden 39

40 40 De kinderen komen terug. Daarna collectes: 1.Emerituskas 2.Kerk

41 Psalm 103: 1, 2, 4 1 Zegen, mijn ziel, de grote naam des H EREN, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid. 41

42 Psalm 103: 1, 2, 4 2 Loof Hem, die zo met gaven u verzadigt, dat uw bestaan, met glorie begenadigd, gelijk een arend nieuw bevleugeld wordt. Het volk in druk heeft van Hem recht verkregen, Hij heeft aan Mozes eens getoond zijn wegen, op Israël zijn zegen uitgestort. 42

43 Psalm 103: 1, 2, 4 4 Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen boven de aarde, is voor wie Hem vrezen zijn liefde en zijn goedertierenheid. Zo ver verwijderd 't westen is van 't oosten, zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd. 43

44 44 Zegen te beantwoorden met

45 45 Vanmiddag is er een gezamenlijke dienst met de NGK Utrecht in de Jerusalemkerk Voorganger: Ds. W. van Dijk.


Download ppt "1 Welkom in deze dienst Voorganger :Ds. H.M. van der Vegt Ouderling:Anne Geurtsen Organist:Wim Brunsveld."

Verwante presentaties


Ads door Google