Download de presentatie
1
De zegeningen van een rechtvaardige
2
Doel vanhet boek Spreuken:
levenservaring doorgeven van generatie op generatie
3
En lange inleiding: hoofdstukken 1 tot 9
Rol en belang van de wijsheid
4
Centrale deel: hoofdstukken 10 tot 29 Verzameling spreuken van Salomo
5
Derde deel: hoofdstukken 30 tot 31 Gedachten en raadgevingen
6
DISTICHON = 2-lijnige spreuk
MASHAL = een concrete realiteit en een morele les in parallel plaatsen. DISTICHON = 2-lijnige spreuk Beter een stuk droog brood en vrede dan een huis vol met voedsel en ruzie. Spreuken 17:1 De tweede lijn… herhaalt het zelfde thema maar met andere woorden presenteert een tegengesteld idee voegt een nieuw element toe om de eerste lijn uit te diepen. geeft een vergelijking om de eerste lijn te verklaren
7
Hieronder ziet u vier spreuken van Salomo die
telkens zijn samengesteld uit 2 regels; probeer ze onder te brengen bij de vier bovenvermelde varianten: Zoals een hond terugkeert naar zijn eigen braaksel, zo herkauwt een dwaas zijn dwaasheid (26:11) Een koning schept behagen in oprechte woorden wie de waarheid spreekt, is hem dierbaar (16:13) Wie heimelijk haat is een huichelaar wie openlijk lastert een dwaas (10:18) Het bezit van een rijkaard is zijn vesting, de armoede van een arme een ruïne (10:15)
8
1 Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde, een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet.
2 Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet, rechtvaardigheid redt van de dood. 3 De HEER laat een rechtvaardige geen honger lijden, hij geeft niet toe aan de begeerte van een goddeloze. 4 Luie handen maken arm, ijverige handen brengen rijkdom. 5 Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig, slaapt hij in de oogsttijd, dan maakt hij zijn ouders te schande. 6 Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. 7 De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat. 8 Een wijze doet wat hem geboden wordt, een bedrieger komt ten val. 9 Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg, wie op kronkelpaden gaat, wordt ontmaskerd. 10 Wie heimelijk zijn oog dichtknijpt, veroorzaakt ellende, zo’n bedrieger komt ook zelf ten val. 11 De uitspraken van een rechtvaardige zijn een bron van leven, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. 12 Haat brengt ruzie voort, liefde dekt alle fouten toe. 13 Een verstandig mens spreekt wijze woorden, een dwaas verdient de stok. 14 Een wijze loopt niet met zijn kennis te koop, het gebazel van een dwaas leidt tot een ramp.
9
1 Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde, een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet.
2 Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet, rechtvaardigheid redt van de dood. 3 De HEER laat een rechtvaardige geen honger lijden, hij geeft niet toe aan de begeerte van een goddeloze. 4 Luie handen maken arm, ijverige handen brengen rijkdom. 5 Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig, slaapt hij in de oogsttijd, dan maakt hij zijn ouders te schande. 6 Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. 7 De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat. 8 Een wijze doet wat hem geboden wordt, een bedrieger komt ten val. 9 Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg, wie op kronkelpaden gaat, wordt ontmaskerd. 10 Wie heimelijk zijn oog dichtknijpt, veroorzaakt ellende, zo’n bedrieger komt ook zelf ten val. 11 De uitspraken van een rechtvaardige zijn een bron van leven, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. 12 Haat brengt ruzie voort, liefde dekt alle fouten toe. 13 Een verstandig mens spreekt wijze woorden, een dwaas verdient de stok. 14 Een wijze loopt niet met zijn kennis te koop, het gebazel van een dwaas leidt tot een ramp.
10
Ons handelen: bron van zegen of van onheil
4 Luie handen maken arm, ijverige handen brengen rijkdom. 5 Een zoon die in de zomer oogst, is verstandig, slaapt hij in de oogsttijd, dan maakt hij zijn ouders te schande. 9 Wie onberispelijk leeft, gaat een veilige weg, wie op kronkel-paden gaat, wordt ontmaskerd. 12 Haat brengt ruzie voort, liefde dekt alle fouten toe.
11
ijverig zijn wordt voorgesteld als een
ijverig zijn wordt voorgesteld als een bron van zegen, terwijl de leegloper met de vinger wordt gewezen. Ben je het daar mee eens? Kun je voorbeelden geven van situaties waar ‘niets doen’ laf is? Zijn er omstandigheden waar je beter niets doen of niet tussenbeide komt? Voorbeelden? Denk bijvoorbeeld eens aan de aanslagen eerder deze maand in Parijs… Moeten we ons mobiliseren, gaan manifesteren, boodschappen posten op het internet… of laten waaien...? Wat heb jij gedaan of juist niet gedaan? En waarom? Wat is het criterium dat ons altijd zou moeten motiveren bij het actief of passief zijn (vers 12)?
12
Het woord: bron van zegen of van onheil
6 Een rechtvaardige wordt rijk gezegend, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. 8 Een wijze doet wat hem geboden wordt, een bedrieger komt ten val. 10 Wie heimelijk zijn oog dichtknijpt, veroorzaakt ellende, zo’n bedrieger komt ook zelf ten val. 11 De uitspraken van een rechtvaar- dige zijn een bron van leven, de woorden van een goddeloze verhullen geweld. 13 Een verstandig mens spreekt wijze woorden, een dwaas verdient de stok. 14 Een wijze loopt niet met zijn kennis te koop, het gebazel van een dwaas leidt tot een ramp.
13
Wat zijn volgens deze verzen de 5 gevolgen van de woorden van goddelozen? Heb je zelf deze gevolgen al ervaren of gezien bij anderen? Welke van de vijf bovenstaande spreuken spreekt jou het meeste aan. Waarom? “Vlijmende woorden kunnen kwetsender zijn dan een scherp mes.” Volkse wijsheid, niet van Salomo, die aangeeft wat dwaze woorden kunnen uitrichten… Kun je hier over meespreken? Heb je het zelf al ervaren? En hoe heb je gereageerd?
14
Het gedrag: bron van zegen of van onheil
1 Een wijze zoon geeft zijn vader veel vreugde, een dwaze zoon bezorgt zijn moeder verdriet. 2 Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet, rechtvaardigheid redt van de dood. 3 De HEER laat een rechtvaardige geen honger lijden, hij geeft niet toe aan de begeerte van een goddeloze. 7 De herinnering aan een rechtvaardige strekt tot zegen, de naam van goddelozen vergaat.
15
Hoe kan een kind aan de ouders vreugde of verdriet brengen
Hoe kan een kind aan de ouders vreugde of verdriet brengen? Heb je concrete voorbeelden? ‘Oneerlijk verkregen rijkdom baat je niet’ Klopt dit altijd in onze maatschappij ? Hoe denk jij erover ? Hoe reageer jij op vers 3? Weerspiegelt dit de realiteit? Ook vandaag in onze wereld? Wat moeten we aanvangen met dergelijke uitspraken? Probeer voorbeelden te vinden van ‘rechtvaardige’ mensen, wiens voorbeeld (of nagedachtenis) jij ervaart als een zegen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.