De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Zondag 21 september 2014 morgendienst.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Zondag 21 september 2014 morgendienst."— Transcript van de presentatie:

1 Zondag 21 september 2014 morgendienst

2 Organist: Krijn van Veen
Welkom in deze dienst! Voorganger: ds. J. Manni uit Rotterdam Ouderling: A. Geurtsen Organist: Krijn van Veen

3 Welkom en mededelingen Psalm 84: 1 en 2 Stil gebed, votum en groet
Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Psalm 84: 1 en 2 Stil gebed, votum en groet Gezang 20: 1 en 7 Verootmoediging, schuldbelijdenis Genadeverkondiging Gezang 90: 3 en 5 Gebed Schriftlezing: Jona 3:10 – 4:11 en Matteüs 20: 1- 16

4 De kinderen gaan naar de bijbelklas Preek Psalm 136: 1, 11 en 13
Orde van de dienst - 2 Gezang 460: 1, 2 en 3 De kinderen gaan naar de bijbelklas Preek Psalm 136: 1, 11 en 13 Gebeden De kinderen komen terug De tien woorden Psalm 116: 6 en 8 Collectes: diaconie en kerk Gezang 314: 1, 3 en 4 Zegen

5 Welkom en mededelingen

6 Psalm 84: 1 en 2 1 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom. Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet.

7 Psalm 84: 1 en 2 2 Het heil dat uw altaar omgeeft beschermt en koestert al wat leeft. De mus, de zwaluw vindt een woning. Haar jongen zijn in veiligheid. Mij is een schuilplaats toebereid in het paleis van U, mijn Koning. Heil hen die toeven aan uw hof en steeds zich wijden aan uw lof.

8 Stil gebed Votum en groet

9 Gezang 20: 1 en 7 1 Laat ons nu vrolijk zingen! Komt, heft uw lied'ren aan voor Hem, wie alle dingen altijd ten dienste staan. Ik wil de Heer daarboven lofprijzen hier op aard, ja, Hem van harte loven, die veilig mij bewaart.

10 Gezang 20: 1 en 7 7 Ik arme en geringe, hoe zou ik voor uw troon U lof en dank toezingen? Gij zijt zo groot, zo schoon. Maar omdat Gij mijn leven duldt voor uw aangezicht, mag ik, o Heer, U geven de weerglans van uw licht.

11 Verootmoediging Schuldbelijdenis Genadeverkondiging

12 Gezang 90: 3 en 5 3 De grond van mijn vertrouwen is Christus, in zijn bloed is voor wie op Hem bouwen Gods heil in overvloed. Ik vind in eigen leven niets lieflijks hier op aard; wat Hij mij heeft gegeven alleen is minnenswaard.

13 Gezang 90: 3 en 5 5 O liefde, Hij die bluste 't vuur dat een mens verteert, doet in zijn trouw mij rusten, meer dan ik heb begeerd. Ja, ik wil dapper wezen in alle tegenspoed: ik hoef voor niets te vrezen, Hij schonk mij heldenmoed.

14 Gebed

15 uit de Nieuwe Bijbelvertaling.
Schriftlezing door Elsbeth Pasterkamp Jona 3:10 – 4:11 Matteüs 20: 1-16 uit de Nieuwe Bijbelvertaling.

16 Jona 3 10 Toen God zag dat zij inderdaad anders begonnen te leven, kwam hij terug op wat hij gedreigd had hun aan te doen, en hij deed het niet.

17 Jona 4 1 Dit wekte grote ergernis bij Jona en hij werd kwaad. 2 Hij bad tot de Heer: ‘Ach Heer, heb ik het niet gezegd toen ik nog thuis was? Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten. Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid. 3 Laat mij maar sterven, Heer : ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’ 4 Maar de Heer zei: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent?’

18 Jona 4 5 Nadat Jona Nineve had verlaten, was hij aan de oostkant van de stad gaan zitten. Hij had er een hut gemaakt om in de schaduw af te wachten wat er met de stad zou gebeuren. 6 Nu liet God, de Heer, een wonderboom opschieten om Jona schaduw boven zijn hoofd te geven en zijn ergernis te verdrijven. Jona was opgetogen over de plant. 7 Maar de volgende morgen, bij het aanbreken van de dag, liet God de plant door een worm aanvreten, zodat hij verdorde.

19 Jona 4 8 En toen de zon opkwam, liet God een verzengende wind uit het oosten waaien; de zon brandde zo op Jona’s hoofd dat hij door de hitte werd bevangen. Hij bad om te mogen sterven: ‘Ik ben liever dood dan dat ik zo verder moet leven.’ 9 Maar God zei tegen Jona: ‘Is het terecht dat je zo kwaad bent over die plant?’ Jona antwoordde: ‘Ik ben verschrikkelijk kwaad, en terecht!’

20 Jona 4 10 Toen zei de Heer : ‘Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, 11 zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?’

21 Matteüs 20 1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van een denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan,

22 Matteüs 20 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?”

23 Matteüs 20 7 “Niemand wilde ons in dienst nemen,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie.

24 Matteüs 20 10 En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11 Toen ze die in handen hadden, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12 “Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.”

25 Matteüs 20 13 Hij gaf een van hen ten antwoord: “Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14 Neem dan aan wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten nu eenmaal hetzelfde betalen als aan jou. 15 Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?” 16 Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’

26 Gezang 460: 1, 2 en 3 1 Loof de Koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld, want uw leven is genezen en vergeven is uw schuld. Loof de Koning, loof de Koning, tot gij Hem ontmoeten zult.

27 Gezang 460: 1, 2 en 3 2 Looft Hem als uw vaadren deden, eigent u zijn liefde toe, want Hij bergt u in zijn vrede, zegenend wordt Hij niet moe. Looft uw Vader, looft uw Vader, tot uw laatste adem toe.

28 Gezang 460: 1, 2 en 3 3 Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons, Hij kent onze broze kracht. Hij bewaart ons, Hij ontzet ons van de boze en zijn macht. Looft uw Heiland, looft uw Heiland, die het licht is in de nacht.

29 De kinderen gaan naar de bijbelklas
De kinderen gaan naar de bijbelklas. Er wordt verteld over Isaaks huwelijk naar Genesis 24.

30 Preek

31 Psalm 136: 1, 11 en 13 1 Looft den HEER, want Hij is goed, trouw in alles wat Hij doet. Want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.

32 Psalm 136: 1, 11 en 13 11 Looft den Heer, die in de nacht der verneedring aan ons dacht, die de tirannie verdrijft door zijn gunst die eeuwig blijft.

33 Psalm 136: 1, 11 en 13 13 Aan den God des hemels zij eer en dank en heerschappij, want zijn goedertierenheid zal bestaan in eeuwigheid.

34 Gebeden

35 De kinderen komen terug.

36 De tien woorden.

37 Psalm 116: 6 en 8 6 Hoe zal ik naar geloften, toen gedaan, nu danken voor de redding van mijn leven? Ik heb de kelk van 's HEREN heil geheven en noem voor heel het volk zijn grote naam.

38 Psalm 116: 6 en 8 8 Voor 't oog van al de zijnen zal ik Hem offers van dank naar mijn beloften brengen, in 's HEREN voorhof mijn gejubel mengen met uw lofprijzingen, Jeruzalem.

39 Collectes Diaconie Kerk

40 Gezang 314: 1, 3 en 4 1 Gij die gelooft, verheugt u samen, 't is God, die trouw zijn kerk bewaart! Die hoop zal nimmer ons beschamen: de Heer is God en zijns is d’ aard. Zijn woord heeft vrede, heil bereid van eeuwigheid tot eeuwigheid!

41 Gezang 314: 1, 3 en 4 3 Nabij of ver, wij zijn verbonden: één Heer en één geloof, één doop, één Geest is tot ons neergezonden, en één is aller liefd' en hoop. Wij bidden en wij danken saâm, wij roemen in één Vadernaam.

42 Gezang 314: 1, 3 en 4 4 Hoopt op de Heer, zijn dag komt nader! Eén kudd’, één Herder is beloofd. De volken buigen zich te gader voor Jezus Christus, aller Hoofd! Dat toch de dag des heils verscheen, dan worden aard' en hemel een!

43 Zegen te beantwoorden met

44 Vanmiddag begint de dienst om 17 uur. Voorganger:
ds. A.J. van der Toorn van Haarlem.


Download ppt "Zondag 21 september 2014 morgendienst."

Verwante presentaties


Ads door Google