Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdSterre Abbink Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Janneke Barelds, MSc Universiteit van Tilburg/Tranzo
Kwaliteit van het traject van zorg- en dienstverlening voor mensen met een verstandelijke beperking De ontwikkeling van de QUALITRA-ID(-P) Janneke Barelds, MSc Universiteit van Tilburg/Tranzo
2
Inhoud Toelichting ‘traject van zorg- en dienstverlening’ Doelstelling
De QUALITRA-ID(-P) Betrokkenheid cliënten Focusgroepen Pilotstudie Kwaliteitsmeting Implementatie
3
Traject van zorg- en dienstverlening
Het gehele traject van hulpvraag tot en met realisatie van die vraag Globaal vijf fasen: 1. Uiten van de hulpvraag 2. Vraagverheldering 3. Indicatiestelling en zorgtoewijzing 4. Wachtperiode of overbruggingszorg 5. Effectuering van zorg- en dienstverlening
4
Traject van zorg- en dienstverlening
Trajecten van zorg- en dienstverlening hebben voornamelijk betrekking op de levensdomeinen zorg, wonen, dagbesteding, arbeid, onderwijs en vrije tijd. In elke fase hebben cliënten en hun ouders/verwanten met meerdere en diverse zorgorganisaties en/of hulpverleners te maken.
5
Doelstelling Het ontwikkelen van een meetinstrument waarmee de kwaliteit van trajecten van zorg- en dienstverlening kan worden gemeten zoals ervaren door mensen met een verstandelijke beperking en hun ouders/verwanten.
6
Doelstelling Beoogde functies QUALITRA-ID(-P):
Signaleren van knelpunten in de ervaren kwaliteit van zorgtrajecten. Stimuleren van zorgorganisaties om de kwaliteit van zorgtrajecten te verbeteren. Verbeteren van het welbevinden van verstandelijk beperkten (en hun ouders/verwanten).
7
De QUALITRA-ID(-P): Mondeling interview voor verstandelijk beperkten (QUALITRA-ID): Aparte versies voor alle domeinen Persoonlijk gesprek Gesloten gedeelte Schriftelijke vragenlijst voor ouders/verwanten (QUALITRA-ID(-P)): Ervaringsvragen Belangvragen
8
Betrokkenheid cliënten
Bij de ontwikkeling van de QUALITRA-ID(-P): Focusgroepen om de inhoud van het instrument te bepalen. Pilotstudie om de begrijpelijkheid, werkbaarheid en volledigheid van het instrument te toetsten. Kwaliteitsmeting om de validiteit, betrouwbaarheid en definitieve inhoud van het instrument te bepalen.
9
Betrokkenheid cliënten
Na de invoering van de QUALITRA-ID(-P): Cliënten en ouders/verwanten worden in staat gesteld: om de knelpunten in zorgtrajecten aan te wijzen. om inzicht te verkrijgen in het verloop van zorgtrajecten, zodat zij: in de toekomst beter in staat zijn om de weg naar zorg- en dienstverlening te vinden; en beter in staat zijn om hun zorgtrajecten te sturen.
10
Focusgroepen Het verkennen van de ervaringen, ideeën en wensen van cliënten en ouders/verwanten met de kwaliteit van trajecten door middel van interactie tussen de deelnemers: Verstandelijk beperkten hebben vooral aandacht voor de inhoud van de zorg- en dienstverlening die zij dagelijks ontvangen Ouders/verwanten hebben ook aandacht voor bredere ‘organisatorische issues’
11
Pilotstudie Het toetsen van de begrijpelijkheid, werkbaarheid en volledigheid van de QUALITRA-ID(-P): Verstandelijk beperkten zijn vooral bij het zorgtraject betrokken vlak voor en nadat er een keuze wordt gemaakt voor zorg- en dienstverlening; vragen toegevoegd over deze periode Ouders/verwanten geven aan bepaalde vragen apart te willen beantwoorden voor verschillende organisaties; matrixvragen toegevoegd
12
Kwaliteitsmeting Mondeling interview:
Cliënten komen vaak niet rechtstreeks bij de juiste hulpverleners terecht en de partijen die zouden moeten helpen doen dat niet. Beslissingen worden regelmatig genomen door hulpverleners (en ouders) zonder cliënten hierbij te betrekken. Er zijn vaak weinig verschillende opties voor zorg- en dienstverlening beschikbaar waaruit cliënten kunnen kiezen. Er vinden weinig concrete follow-up gesprekken plaats; blijvend contact (bijv. met MEE) gaat vaak niet meer over het afgesloten traject.
13
Kwaliteitsmeting Schriftelijke vragenlijst:
Respondenten die binnen één domein een traject hebben doorlopen, geven vaker aan met al hun vragen bij dezelfde hulpverleners terecht te kunnen. Hoger opgeleide respondenten geven vaker aan moeite te hebben om alle hulpverleners om de tafel te krijgen en hebben vaker het gevoel niet centraal te staan tijdens het traject. Respondenten die minder instanties geconsulteerd hebben, scoren het hoogst op bijna alle matrixvragen.
14
Implementatie Door wie? Wanneer?
- In samenwerking met belangengroepen voor cliënten en ouders/verwanten Wanneer? Periodiek Continu (als ‘exit instrument’)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.