Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdCarla Aalderink Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Europese Territoriale Samenwerking
Waar zijn wij de laatste tijd zo druk mee…? Edwin Koning Ministerie van Infrastructuur en Milieu
2
Waar gaan we het over hebben?
Wat is Interreg? Evaluatie Wat worden de nieuwe prioriteiten? Vereenvoudiging Betrekken stakeholders Publieksactiviteiten Recent hoorden we eurocommissaris Kroes zeggen dat concurrentie anno nu meer gebaat is bij samenwerken en bij delen, dan bij afzonderlijke ontwikkeling door bedrijven en overheden. Ze was jonge ondernemers in de IT sector tegengekomen die elkaar juist opzochten om nieuwe producten te ontwikkelen in plaats van elkaar strak te beconcurreren. Voor de eurocommissaris kwam dit inzicht als een verrassing, maar wij herkennen deze boodschap natuurlijk ook vanuit onze Europese samenwerkingsprogramma’s! In het verleden hebben we het bewijs al vaak gezien. In de Interreg programma’s, maar ook daarbuiten: Buiten Europa in bijvoorbeeld Silicon Valley, maar ook in ons eigen land in bijvoorbeeld Brainport, Food Valley, Greenport, en in het bijzonder in de creatieve sector. Hier wordt duidelijk dat samenwerking meer opbrengt: 1+1 = 3 28 mei 2013
3
INTERREG IS… Verkleinen van economische en sociale verschillen;
Door ondersteuning van samenwerkingsprojecten. 3 smaken: A: Grensoverschrijdend (EZ); B: Transnationaal (IenM); C: Interregionaal (IenM en BZK). Verschillen uitleggen: Interreg zijn geen centraal geleide programma’s, maar in gedeeld beheer Gezamenlijke voorbereiding in PPG’s etc. We laten ons leiden door Evaluatie en Nationale Advies Commissie (NAC). Begonnen als programma na het wegvallen van de binnengrenzen, heeft het zich ontwikkeld van een programma gericht op elkaar beter leren kennen/goed nabuurschap, tot een stevig programma voor regionale ontwikkeling en de algehele concurrentiepositie van innoverend Nederland. Het programma staat volop in het teken van bijdragen aan de EU 2020 strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei in Europa. Programma is verbindend: geografisch en inhoudelijk, gelinkt aan de Smart specialisation strategies. Niet met 28 lidstaten plus een aantal niet-lidstaten het wiel opnieuw uitvinden, maar samen een beter wiel uitvinden i.p.v. al die afzonderlijke. Een gezamenlijke oplossing zoeken voor een gezamenlijk probleem. Die betere wielen leiden tot regionale versterking. Soms heb je meer aan samenwerking met andere landen dan binnen je eigen land: Bijvoorbeeld in krimpregio’s als bijv. Zeeland kan men meer leren van andere krimpregio’s in het buitenland, dan van een dichtbije stad als Rotterdam). Ook het gezamenlijk optrekken in nieuwe ontwikkelingen als biobased economy en healthy ageing levert heel veel meerwaarde. Interreg legt dan vaak ook de verbinding tussen nationale strategieën en EU strategieën; (inter)regionale samenwerking en doorontwikkeling van concepten en die vervolgens laten neerdalen in nationale mainstream programma’s Interreg is dus een middel om zowel rijks- als regionale doelen te halen. Niet alleen binnen de termijn van een kabinets- of collegeperiode, maar juist ook op de langere termijn. Het gaat al met al om Samenwerken i.c.m. lange termijn doelen. Concrete bijdragen aan Lange Termijn doelen èn implementatie strategieën. De systematiek van de programma’s blijft in grote lijnen ongewijzigd: Interreg A: 4 Grensoverschrijdende programma’s, langs nationale grenzen: 2 Zeeën, Vlaanderen-Nederland, Nederland-Duitsland, Euregio Maas-Rijn. De focus ligt op het versterken van het economische, sociale en culturele potentieel van de grensregio’s. Interreg B: Transnationaal, met meerdere landen. NWE telt 8 landen (Be, NL, Lux, DLD, UK, FR, IE, Zwi), NSR 7 (Zwe, No, Dk, UK, Be, NL, DLD). De focus ligt op gezamenlijke implementatie van activiteiten en het uitvoeren van pilots op het gebied van innovatie, duurzaam beheer van het milieu, verbetering van de mobiliteitsverbindingen, aantrekkelijke en duurzame steden en regio's. Interreg C: Europabreed, voor alle regio’s (28 EU Lidstaten, NO, Zwi). De focus ligt op het maken van regionaal beleid en het stimuleren van informatie- en kennisuitwisseling op dit gebied. De interregionale programma’s bestaan uit 4 stromingen: C, Interact, Espon en Urbact. BZK is verantwoordelijk voor Urbact, IenM voor de rest. 28 mei 2013
4
Evaluatie (Consortium Bureau Buiten en Link-EU)
NL deelname hoog, probeer bedrijfsleven meer te betrekken. Kwaliteit hoog, bijdrage aan nationale doelstellingen (voor IenM o.a. Nota Ruimte en SVIR). Maak resultaten zichtbaarder. Let bij themakeuze nieuwe programma’s op mix uitdagingen voor NL en sterke punten van NL. Vereenvoudig het administratieve proces. Stimuleringsregelingen vmVROM zeer effectief. Structuur met contactpersonen bij AgNL hoog gewaardeerd. Regio’s zeer tevreden met coördinatie IenM. Evaluatie gepubliceerd op IenM heeft in 2012 een evaluatie van de B en C programma’s laten uitvoeren door Bureau Buiten en Link-EU. Doel was een beter inzicht te krijgen in de Nederlandse deelname en het in beeld brengen van knelpunten c.q. punten die deelname bevorderd hebben. Een breed scala van betrokkenen is geïnterviewd (van gedeputeerden tot projectleiders). De uitkomsten hiervan zijn als volgt samen te vatten: Nederlandse deelname aan INTERREG-projecten is hoog. Per deed Nederland mee in 88 projecten van NWE, 56 (op 63) van NSR en 65 (op 204) van C. In maart is voor NWE nog een projectenronde goedgekeurd maar daarvan is nog niet precies bekend hoeveel Nederlandse partners daarin meedoen. Voor NSR vinden momenteel de beoordelingen van de laatste projectenronde plaats. De kwaliteit van de projecten is goed, ze dragen bij aan het realiseren van nationale doelstellingen. In de huidige periode zijn m.n. de Nota Ruimte en de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte richtinggevende kaders geweest bij het beoordelen van projecten. Deelname van het bedrijfsleven in de programma’s zou vergroot moeten worden. Aanbevolen wordt de resultaten meer zichtbaar uit te dragen. Zorg bij de nieuwe programma’s voor focus op thema’s waar in Nederland nog uitdagingen liggen en ook Nederlandse expertise beschikbaar is. Er zijn diverse aanbevelingen rond het administratieve proces dat nu door projectdeelnemers als te complex ervaren wordt. De Projectstimuleringsregeling en de Cofinancieringsregeling van vmVROM hebben projecten een aantoonbare zet in de rug gegeven, waarmee hun slagingskans vergroot werd. Er is behoefte aan een platform waarin stakeholders ervaringen kunnen delen, een INTERREG Community. Het werk van de contactpersonen die bij Agentschap NL voor IenM werken wordt buitengewoon hoog gewaardeerd. Aanbevolen wordt dit verder te ontwikkelen. De partners in het decentrale bestuur zijn zeer tevreden met de coördinatie door IenM. Beoordeling van projectvoorstellen, maar ook de inhoud van de nieuwe programmaperiode, wordt door IenM voorbereid met provincies, gemeenten en waterschappen. 28 mei 2013
5
Prioriteiten NAC A B C Wat zijn dan de doelen?
Innovatie X ICT MKB (X) Koolstofarme economie Klimaat ? Milieu, hulpbronnen Transport Werkgelegenheid Inclusie,armoede- bestrijding Scholing Institutionele capaciteit Wat zijn dan de doelen? IV was Lissabon (economische groei - profit) en Gothenburg (groene groei - planet). V komt EU2020 (inclusieve groei – people) er bij. Belangrijk in beide periodes is innovatie. In de overgang naar de nieuwe periode een accentverschuiving van old school milieubescherming, naar deelaspecten, zoals de koolstofarme economie. EU 2020: Slimme groei, Duurzame groei, Inclusieve groei. A en B: 80% aan 4 prio’s C: vrije keus, discussie in hoeverre er wel/niet geconcentreerd wordt. (x) = horizontaal thema ? = mogelijk wel onder Noordzee Ad transport: deels toegevoegd aan thema 4, verder meer voor TEN-T 8-10 meer voor ESF, deels voor A. A zijn 4 programma’s, dit is samengevoegd. Binnen thema’s keuze voor investeringsprioriteiten, dus het dekt niet ‘de hele wereld’ Er komt meer geografische flexibiliteit, met name in de A-programma’s De programma’s tonen een verschuiving van plannen maken naar concrete implementatie, dit uit zich ook in afrekenbaarheid: programma’s en projecten moeten meer resultaatgericht worden en er zal actiever worden gescoord en gestuurd op indicatoren. 28 mei 2013
6
Interreg A Duitsland-Nederland
Belangrijkste beleidsthema’s: Innovatie MKB Koolstofarme economie / duurzame energie Arbeidmobiliteit Klimaatadaptatie / Milieu Programmagebied: Bestaande 20% / aangrenzende gebieden worden volwaardig opgenomen Drie nieuwe gebieden: Weser-Ems (Oldenburg), Dusseldorf, Zuidoost Noord-Brabant (Eindhoven) 28 mei 2013
7
Interreg Euregio MaasRijn
Belangrijkste beleidsthema’s: Innovatie MKB Koolstofarme economie / duurzame energie Arbeidmobiliteit Sociale inclusie / overheidssamenwerking Programmagebied: Discussie over programmagebied nog niet afgerond Nederland en Vlaanderen stellen voor huidige 20% / aangrenzende gebieden Leuven en Zuidoost Noord-Brabant volwaardig op te nemen in het EMR-programma 28 mei 2013
8
Interreg A Vlaanderen-Nederland
Belangrijkste beleidsthema’s: Innovatie Koolstofarme economie / duurzame energie Milieu Horizontale belangen: MKB en Arbeidsmobiliteit Programmagebied: Bestaande 20% / aangrenzende gebieden worden volwaardig opgenomen Groot-Rijnmond en Zuidoost Zuid-Holland worden inhoudelijk betrokken bij het programmagebied 28 mei 2013
9
Interreg A Twee Zeëen Belangrijkste beleidsthema’s: Innovatie
Koolstofarme economie / duurzame energie Milieu Klimaatadaptatie Mogelijk sociale inclusie Programmagebied: Over programmagebied nog geen besluit Bestaande aangrenzende gebieden worden toegevoegd Er bestaat inhoudelijke interesse Noord-Holland en gebieden Den Haag en Leiden bij het Twee Zeëen programma te betrekken. 28 mei 2013
10
Vereenvoudiging Meer eenheid tussen de programma’s
Minder kostensoorten Mogelijkheid voor flat rates voor bijv. overhead E-cohesion Vraag naar minder controles Eenheid tussen programma’s: formulieren, methodes, inhoud budgetlines Flat rate: 20% van directe kosten Minder controles: lastig, error rate nog steeds hoog, stopzettingen. Als vereenvoudiging tot zichtbare verbetering leidt, dan misschien. Over verdere vereenvoudiging is nog niet uitgebreid gesproken in de verschillende programma’s en zijn in ieder geval nog geen akkoorden gesloten. Een recente discussie betrof bijvoorbeeld de mogelijkheid voor regionale overheden om ‘in-kind’ bij te dragen aan projecten, bijvoorbeeld via de uren van ambtenaren omdat anders de cofinanciering van projecten weleens een probleem kan worden. In sommige lidstaten zijn ook in de loop van de programma-periode bestuurslagen geschrapt of geherstructureerd waardoor het lastig bleek de continuiteit in de projecten te bewaren. Deze en andere ervaringen zult u ook wel hebben opgedaan in de lopende programmaperiode en wellicht met ons willen delen, zodat we kunnen proberen er voor de komende periode tijdig oplossingen voor te verzinnen. 28 mei 2013
11
Stakeholders Reguliere contacten met mede-overheden via NAC
Vertegenwoordigers gemeenten zijn: Helen Schuurmans / Kim van Berlo (VNG) Huub Bouman (Eindhoven/ G32) Murat Altumbas (Rotterdam/ G4) Bredere stakeholderraadpleging i.o.m. Centrum voor Publieks Participatie en de events EZ organiseert op 4 juni Partnerschapsbijeenkomst, ihb voor Interreg A programma’s 28 mei 2013
12
Stakeholder-events (bestuurders, projecten, regio’s)
24 juni: IVen en Vooruitkijken Groot event in Media Plaza Jaarbeurs Terugkijken en inspireren Oktober: 3 regionale events Hoe gaan de B- en C-programma’s er uit zien Wat vindt men daarvan Folder in voorbereiding In juni organiseert IenM een nationaal evenement om Interreg geïnteresseerden te informeren over de ontwikkelingen in de nieuwe programma’s. we hadden gehoopt dat we in juni al ver gevorderd waren met betrekking tot budget en inhoud, maar helaas is op alle terreinen veel vertraging opgelopen. Desondanks wordt hard gewerkt in voorbereidingsgroepen om alvast zoveel mogelijk zaken over inhoud, thema’s, doelstellingen, proces, administratie etc te regelen zodat wanneer het budget is vastgesteld de Operationele Programma’s zo snel mogelijk kunnen worden afgerond. We denken daarom ook in juni al veel te kunnen melden; inschrijving staat nog open. In oktober, vermoedelijk laatste week oktober, verwachten we vanuit IenM nog drie regionale bijeenkomsten te organiseren waarbij verdere invulling bekend wordt gemaakt over de programma’s. Ook hopen we die bijeenkomsten te kunnen benutten voor inspraak van belanghebbenden in de concept Operationele Programma’s. Voorts is momenteel een folder in voorbereiding die naar verwachting tijdens het nationale evenement zal worden gelanceerd. Daarin ook weer handzaam informatie over Interreg B en C. tot slot informeren wij via de NAC en de nieuwsbrieven regelmatig over de voortgang. 28 mei 2013
13
Publiek informeren Concept Operationele Programma’s openbaar voor commentaar in oktober 3 stakeholder-events Gerichte consultatievraag bij andere belanghebbenden (groene NGO’s, brancheverenigingen, VNO-NCW, KvK, MKB-ondernemers) internetconsultatie 21 sept European Cooperation Day Betrekken van stakeholders en breder ‘de burger’ bij de nieuwe programma’s wordt in deze programma periode zwaarder aangezet dan voorgaande keren, de lidstaten wordt gevraagd hieraan voldoende zorg te besteden. 28 mei 2013
14
Vragen Edwin Koning Ministerie van Infrastructuur en Milieu Directie Internationaal 28 mei 2013
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.