Download de presentatie
GepubliceerdKatrien Segers Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
INHALATIE TECHNIEK & THERAPIETROUW
Barend van Duin Huisarts/CAHAG, 2009
2
ONDERWIJSDOELEN INSTRUCTIE KUNNEN GEVEN IN HET TOEPASSEN VAN DE MEEST GEBRUIKTE INHALATIEVORMEN BELANGRIJKE FOUTEN IN HET GEBRUIK VAN INHALATIE APPARATEN KUNNEN HERKENNEN EN CORRIGEREN
3
WERKWIJZE PRESENTATIE INHALATIETHERAPIE
‘FOUTEN BIJ INHALEREN’ OEFENEN HERKENNEN FOUTEN EN GEVEN VAN VOORLICHTING IN GEBRUIK EFFECTIEF BEVORDEREN THERAPIETROUW AAN INHALATIEMEDICATIE
4
VOORDEEL INHALATIE THERAPIE
Lage dosis (10% oraal) onafhankelijk van resorptie snel effect bronchodilatatie flexibel te doseren relatief weinig bijwerkingen grote therapeutische breedte
5
DOEL INHALATIE THERAPIE
maximaal therapeutisch effect minimaal (toxische) bijwerkingen
6
SOORT INHALATIE APPARAAT
dosis-aërosol (evt. ‘breath actuated’) dosis-aërosol met kleine of grote voorzetkamer poederinhalator single dose v.s. multi dose Respimat (vernevelaar)
7
VOORZETKAMERS inhoud groot 750 ml klein 180-350 ml
electrostatische lading metaal/plastic masker of mondstuk
8
HOEVEEL IN LONGEN KOMT IS AFHANKELIJK VAN:
kracht bij inademen grootte deeltjes interne weerstand apparaat onderweg neerslaan toestand luchtwegen (mate van obstructie)
9
INSPIRATOIRE FLOW IS AFHANKELIJK VAN
luchtweerstand van de inhalator toestand van de luchtwegen spierkracht van de patiënt leeftijd
10
MASS MEDIAN AERODYNAMIC DIAMETER (MMAD)
mediane deeltjes grootte van de dosis, gemeten met de multi-stage cascade impactor 50% van de deeltjes is groter dan de MMAD, 50% kleiner
11
DEELTJESGROOTTE relatie deeltjes-grootte en longdepositie:
> 10 mu voornamelijk in de oropharynx > 8 mu niet direct therapeutisch effect 2-5 mu inde kleinere luchtwegen < 1,2 mu deels weer uitgeademd
12
DEELTJESGROOTTE EN FLOW
Terbutaline DPI 30 l/min MMAD 7,8 mu 60 l/min MMAD 3,8 mu (Ross et al, J.Aer.Med, vol. 9, nr. 2, 1996) En bij lage flow ook veel grotere spreiding in deeltjesgrootte Conclusie: de op te brengen flow speelt een belangrijke rol in de effectiviteit !! (krachtig inademen dus)
13
NEERSLAAN ‘HOGEROP’ NEEMT TOE DOOR
slechte coordinatie (dosisaerosol) te geringe inspiratoire flow (poederinhalator)
14
DOSIS AEROSOL SEC IS GEEN GOEDE KEUZE!
hand/mond/inhalatie coördinatie moeilijk ‘breath actuated’ inhalator evt. langzaam inademen maar hoe dan ook neerslaan in mond 70-95% van de dosis hoge uitstroomsnelheid, veel ‘vliegt uit de bocht’
15
DOSIS-AEROSOL MET INHALATIEKAMER
rustig en langzaam in en uitademen binnen 20 sec inhaleren één puf per keer klein kind (< 4 jaar): 10x groter kind/volwassene (> 4 jaar): 5x
16
POEDERINHALATOR (1) geschikt vanaf 6 jaar
voorkeur voor nauw inhalatiekanaal krachtig inhaleren, minimale flow van 60 l/min nodig daarom dan ook minder geschikt bij ernstige benauwdheid!!!
17
TYPEN POEDERINHALATOREN
Veel gebruikt: 1) single dose Handihaler inh.Ingelheim cyclohaler 2) multi dose (diskhaler) diskus turbuhaler
18
0-4 JAAR dosis-aerosol met kleine voorzetkamer en masker
19
4-6 JAAR Dosis-aerosol met voorzetkamer: bij voorkeur een grote
bij voorkeur een mondstuk
20
OUDER DAN 6 JAAR 1) poederinhalator: kleine uitstroomopening
bij voorkeur multidose 2) dosis-aerosol met voorzetkamer: bij voorkeur een grote bij voorkeur een mondstuk
21
Therapietrouw & inhalatietechniek
“Blauw” i.p.v. “rood of paars” 50 % therapie-ontrouw t.a.v. Inhalatiesteroiden
22
Fouten bij inhalatietechniek
23
Fouten inhalatietechniek
dosisaerosolen meer fouten dan poederinhalatoren (Buckley, 1989) Mogelijkheden checklist en instructiekoffer Astma Fonds tijd: 2 minuten beoordelen en 3 min. instructie, controle beoordeling 2 minuten afspraken met apotheek eigen medicatie mee laten nemen
24
BEVORDEREN THERAPIETROUW
1. Het leggen en onderhouden van een (werk)relatie met de patient 2. Het expliciet vragen naar het feitelijk gebruik van medicatie 3. Oog hebben voor weerstanden en bedenkingen en deze bespreken 4. Concrete afspraken maken
25
1. Een werkrelatie leggen en onderhouden
Contact leggen in begin consult ( aankijken, hand geven, open houding) In gesprek ruimte bieden voor verbale en non verbale signalen van patiënt Empathische basishouding Ook bij geven advies/uitleg/info in contact blijven met patient! ( niet alleen ‘zenden’)
26
2. Expliciet vragen naar feitelijk gebruik medicatie
In huisartsconsulten slechts in 8% van de consulten vraag hiernaar! ( meer bij POH?) Vriendelijk vragen naar feitelijk gebruik (niet confronterend of moraliserend!) Doorvragen tot helder is hoe de patiënt het doet en wanneer en waarom de medicatie (niet) gebruikt wordt
27
3. Weerstanden en bedenkingen bespreken
Wat in de weg zit om therapietrouw te zijn: Emoties Gedachten (cognities, (voor)oordelen) Praktische problemen Wat ermee doen: Ruimte voor emoties bieden, onjuiste denkbeelden bespreken en juiste info hier tegenover stellen; meedenken over oplossingen voor praktische problemen
28
4. Concrete afspraken maken
Tast af/bespreek waartoe de patient bereid is (onderhandel zo nodig!) Doe een voorstel ( evt. een compromis!) en laat de patiënt hier expliciet zijn/haar fiat aan geven Herhaal zo concreet mogelijk de afspraak: voor de komende ….(aantal dagen/weken) gaat u dus.. Accoord? Maak een controleafspraak en bespreek daarin hoe dit gegaan is!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.