Download de presentatie
1
kunstproject groep 8
2
Geschiedenis van de kunst
Renaissance Barok Impressionisme Expressionisme Kubisme
3
Renaissance Renaissance betekent letterlijk wedergeboorte (opnieuw geboren worden). Het wordt zo genoemd, omdat de kunst van de Grieken en Romeinen weer terugkwam. Het speelde zich af van 1500 tot 1600. De mens moest zo goed en echt mogelijk afgebeeld worden. De verhoudingen van het lichaam moesten precies kloppen. ( de gulden snede)
4
Barok In de Renaissance is het zo dat 1 persoon heel belangrijk is. Het individu. In de Barok stijl is de groep veel belangrijker. De kunsten werken samen om één mooi geheel te krijgen van kunstwerken. Bij de Barok is de aandacht op God gericht, bij de Renaissance was de aandacht juist op de mens gericht. De Barok is dynamisch. Heel bewegelijk. In schilderijen zie je mensen, alle richtingen uitgaan. Het ziet er bewegelijk uit.
5
Impressionisme Vroeger maakten de schilders buiten een schets en binnen gingen ze schilderen. De impressionisten deden dit niet. Zij gingen met hun schildersezel en olieverf naar buiten. Zij vonden de donkere schilderijen, die altijd binnen werden gemaakt, niet mooi. Zij wilden de mooie kleuren en het licht laten zien in hun schilderijen. Het woord impressionisme (l’impression soleil levant). Dit schilderij is gemaakt door Claude Monet.
6
Expressionisme Bij het expressionisme wilden de kunstenaars de werkelijkheid niet echt weergeven. Zij wilden iets anders laten zien. De kunstenaars wilden in hun schilderijen vooral gevoelens laten zien. De schilderijen moesten dus een bepaald gevoel uitdrukken. Er waren een aantal gevoelens die de schilders lieten zien in hun schilderijen. Dit waren niet altijd de leukste gevoelens.Je zag vooral angsten en negatieve gevoelens in de schilderijen terug.
7
Kubisme De natuur zien we als een verzameling van kubussen, kegels, bollen en andere ruimtelijk-meetkundige vormen, zodat het driedimensionale benadrukt wordt. De kunstenaars van het Kubisme deden alsof de natuur bestond uit kubussen, kegels en bollen. Alles werd dus met deze vormen getekend. Je kon de bollen, kegels en kubussen goed herkennen. Kleur was niet zo belangrijk. Geen felle kleuren. Slechts grijsachtige en bruine tinten. Kleur werd in latere stadia wel belangrijk.
8
Het verslag/presentatie
Kies een kunstschilder uit en ga op Internet informatie opzoeken. In je verslag komt het volgende te staan: - beschrijf het leven van de kunstschilder. - beschrijf zijn techniek van schilderen. - maak een overzicht van de werken van de kunstschilder. - kies 3 schilderijen die jullie mooi of bijzonder vinden en beschrijf uitvoerig de details van de schilderijen en geef duidelijk jullie mening. Als het verslag klaar is lever je het in bij juf Fenny, juf Ellis of juf Susan en die bespreekt wanneer je de presentatie gaat houden voor de groep.
9
kunstwerk Na je verdiept te hebben in de door jou gekozen kunstschilder ga je nu een kunstwerk maken in de stijl van deze kunstschilder met je groepje. Maak eerst een schets. Dit mag met behulp van zijn werk. Je mag natuurlijk ook je eigen fantasie gebruiken.
10
kunstschilders Leonardo Da Vinci Rembrandt van Rijn Claude Monet
Vincent Van Gogh Pablo Picasso
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.