De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de normen?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de normen?"— Transcript van de presentatie:

1 Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de normen?
Branddetectie Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de normen? 2013 Bart Vanbever Lead Technical Manager Safety Vinçotte

2 Inhoud Branddetectie: rol in brandveiligheid
Branddetectie in de regelgeving 4 voorbeelden waaronder AREI (onlangs gewijzigd) Branddetectie in normen & andere voorschriften Controles & branddetectie – praktisch bekeken

3 1. Evolutie van een brand Pre-flashover Post-flashover Detectie
Temperatuur Detectie Flashover ISO 834 brandcurve RWA Sprinkler Reactie bij brand Brandweerstand Onsteking Smeulfase Opwarming Afkoeling Tijd

4 1. Brandveiligheid = een evenwicht …
Actieve beveiliging Passieve beveiliging Integratie Organisatie

5 1. Brandveiligheid - Passief
Stabiliteit bij brand Brandwerende scheiding Wanden Deuren Doorvoeringen Gedrag bij brand Gebruikte materialen Passieve beveiliging

6 1. Brandveiligheid - Actief
Actieve beveiliging Detectie Rook- en Warmte afvoer Automatische blussystemen Sprinklers & schuim Gasblussystemen Manuele blusmiddelen

7 1. Brandveiligheid - Organisatie
Procedures, instructies, … Oefeningen, onderhoud, controle, … Evacuatie, blusoefeningen, bevoegde personen, … Organisatie

8 1. Brandveiligheid - Integratie
Integratie: evenwichtige brandveiligheid? Scenario’s: werkt alles correct samen? Actieve beveiliging Passieve beveiliging Integratie Organisatie Branddetectie = startsignaal voor scenario’s!

9 Te activeren installaties:
1. Scenario’s Scenario’s Te activeren installaties: Detectie in zone: Deuren X Deuren Y HVAC Z Alarm … Enz. Zone 1 X - Zone 2 Zone 3 Zone 4 “lacune” in de voorschriften Correcte werking = essentieel Vaak problemen bij oplevering

10 2. Branddetectie in de regelgeving
Definities Branddetectie Installatie verplicht? Welke installatie-eisen? Onderhoud en controle

11 2. Melding, Waarschuwing- en Alarm
Definities (zie regelgeving) MELDING - verwittigen brandweer WAARSCHUWING - verwittigen bepaalde personen ALARM - bevel tot ontruimen van alle personen

12 2. Melding, Waarschuwing- en Alarm
Voorbeelden van oplossingen Melding Telefoon, via meldkamer, automatische melding, ... Waarschuwing detectie, drukknoppen, interne telefoon, ... Alarm sirenes, ...

13 2. MWA - Wat staat in de regelgeving?
Definities In welk geval te installeren? Welke uitrusting? Type bekabeling Autonomie Onderhoud Controle Informatie, opleiding, procedures, …

14 2. MWA - Wat staat in de regelgeving?
Enkele voorbeelden: ARAB art.52 (+ toelichting nieuw KB) Federaal, FOD WASO Werkgevers – Werknemers context Welzijnswet – Codex Welzijn op het Werk KB « Basisnormen » Federaal, FOD BiZa « nieuwe » gebouwen: laag, middelhoog, hoog, industrie Ouderenvoorzieningen in Vlaanderen AREI – Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties + Risicoanalyse elektriciteit

15 2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52 Definities Melding: Waarschuwing: Alarm:
Geen definitie van « melding », maar zie – « waarschuwing » van de brandweer Waarschuwing: inlichting aan bepaalde personen – begin van brand of gevaar Alarm: verwittiging aan geheel van personen – bepaalde plaats ontruimen

16 2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52 In welk geval te installeren?
De werkgever moet waarschuwings- en alarmmiddelen aanbrengen: a) als hij tenminste 50 werknemers tewerkstelt in éénzelfde gebouw of in verscheidene naburige gebouwen die een geheel vormen; b) als het gebouw of het gedeelte van het gebouw dat hij bezet, een lokaal van de eerste groep omvat; of als hij verscheidene verdiepingen van een gebouw bezet.

17 2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52 Welke uitrusting? Type bekabeling
De waarschuwings- en alarmposten moeten voldoende in aantal zijn, gemakkelijk bereikbaar, in goede staat van werking en onderhoud verkeren, oordeelkundig verdeeld en doeltreffend aangeduid zijn. De waarschuwings- en alarmsignalen mogen geen verwarring kunnen stichten met elkaar of met andere signalen. De alarmsignalen moeten door de belanghebbenden kunnen waargenomen worden. De elektrische netten voor de waarschuwing en het alarm moeten verschillend zijn. De waarschuwing van de bevoegde brandweer gebeurt telkens er een begin van brand is. Als deze waarschuwing gebeurt door een gezichts- of geluidssignaal, dan wordt ze per telefoon bevestigd. Type bekabeling Niet vermeld / zie

18 2.1 Voorbeeld 1 – ARAB art.52 Autonomie Onderhoud Controle
Niet vermeld Onderhoud Zie art.52.11 Controle « … geregeld door de werkgever, zijn aangestelde of zijn afgevaardigde, onderzocht worden. » Informatie, opleiding, procedures, … Zie « Welzijnswet » & « Codex Welzijn op het Werk »

19 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Koninklijk besluit van 12 juli 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen Meer info en interpretaties, illustraties, schema’s, … Voorbeeld gebaseerd op de nieuwe bijlagen 2/1 – 3/1 – 4/1 - lage, middelhoge en hoge gebouwen

20 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Overzicht - artikels Definities bijlage 1 – 5.7 In welk geval te installeren? , 6.1.4, 6.2, 6.3, Welke uitrusting? , 6.7.5, 6.8, (enkel HG) Type bekabeling , 6.8.4 Autonomie , 6.5.3 Onderhoud --- Controle --- Informatie, opleiding, procedures, …

21 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Definities – bijlage 1 5.7 Ontdekking, detectie, melding, waarschuwing, alarm. Een brand kan worden: ontdekt door één of meer personen; gedetecteerd door één of meer automatische middelen. De melding bestaat erin de brandweer te informeren over de ontdekking of de detectie van een brand. De waarschuwing behelst het doorgeven van de ontdekking of de detectie van een brand aan de organisatorisch daarbij betrokken personen. Het alarm beveelt de gebruikers hun compartiment te verlaten.

22 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
In welk geval te installeren? (bijlage 2/1, 3/1, 4/1) 6.1.3 Liften en goederenliften waarvan de machinerie zich in de schacht bevindt. Wanneer er een algemene of gedeeltelijke detectie vereist is, wordt een rookdetectie geplaatst boven aan de schacht. In geval van detectie van rook in de schacht, zal de cabine stoppen overeenkomstig De rookdetectie in de schacht moet zo voorzien worden dat het onderhoud en de controle ervan van buiten de schacht kunnen geschieden. De lift zal uitsluitend door een bevoegd persoon weer in werking gesteld kunnen worden. 6.1.4 Oleohydraulische liften … Een vaste snelblusser, waarvan de inhoud wordt bepaald in verhouding tot de gebruikte hoeveelheid olie of tot het volume van de machinekamer, beschermt de machines. Hij wordt bediend door een thermische detector. In geval van detectie van brand van de machine, zal de cabine stoppen overeenkomstig 6.2. Paternosterlift, containertransport en goederenlift met laad- en losautomatisme. … Bij brand worden de installaties buiten dienst gesteld. 6.3 Roltrappen. 6.3.3 De roltrap wordt automatisch uitgeschakeld zodra er brand gedetecteerd wordt in een compartiment waarheen hij leidt. 6.7 Aëraulische installaties Beperking van het hergebruik van lucht … In beide gevallen wordt de recyclagelucht automatisch naar buiten afgevoerd, wanneer hierin rook aanwezig is. Bovenvermelde voorzieningen (brandwerende klep op de recyclagelucht en rookdetectie in het extractiekanaal) zijn echter niet vereist voor luchtbehandelingsgroepen met een debiet kleiner dan of gelijk aan 5000 m³/h, die slechts één enkel lokaal bedienen.

23 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Welke uitrusting? (bijlage 2/1, 3/1, 4/1) 6.7.4 Brandwerende kleppen Bediening Indien een algemene branddetectie-installatie verplicht is, zijn de brandwerende kleppen op de grenzen van de compartimenten van het bedieningstype B. In geval van detectie worden de kleppen van het geteisterde compartiment automatisch gesloten. 6.7.5 Bediening bij brand van de aëraulische installaties In de zones van het gebouw, die uitgerust zijn met een branddetectie-installatie, worden de luchtbehandelingsgroepen die enkel het geteisterde compartiment bedienen, stilgelegd bij detectie van brand. 6.8 Inrichtingen voor melding, waarschuwing, alarm en brandbestrijdingsmiddelen. Deze inrichtingen worden bepaald op advies van de bevoegde brandweer. 6.8.3 Brandmelding 6.8.4 Waarschuwing en alarm 6.9 (enkel HG) Aëraulische installaties voor rookafvoer.

24 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Type bekabeling 6.5 Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie. AREI De elektrische leidingen die installaties of toestellen voeden die bij brand absoluut in dienst moeten blijven, … (zie volgende slide) 6.8.4 Waarschuwing en alarm … Hun elektrische kringen verschillen van elkaar.

25 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Type bekabeling 6.5.2 De elektrische leidingen die installaties of toestellen voeden die bij brand absoluut in dienst moeten blijven, worden zodanig geplaatst dat de risico’s van algehele buitendienststelling gespreid zijn. Op hun tracé tot aan het compartiment waar de installatie zich bevindt, hebben de elektrische leidingen de volgende brandweerstand: ofwel een intrinsieke brandweerstand die minimaal PH 60 bedraagt volgens NBN EN voor leidingen waarvan de buitendiameter kleiner is dan of gelijk aan 20 mm en waarvan de doorsnede van de geleiders kleiner is dan of gelijk aan 2,5 mm²; Rf 1 h bedraagt volgens add. 3 van NBN voor leidingen waarvan de buitendiameter groter is dan 20 mm of waarvan de doorsnede van de geleiders groter is dan 2,5 mm²; ofwel Rf 1 h, volgens add. 3 van NBN , voor leidingen zonder intrinsieke brandweerstand die in kokers zijn geplaatst. Deze vereisten zijn niet van toepassing indien de werking van de installaties of toestellen verzekerd blijft zelfs bij het uitvallen van de energievoeding. De bedoelde installaties of toestellen zijn: a) de veiligheidsverlichting en eventueel de vervangingsverlichting; b) de installaties voor melding, waarschuwing en alarm; c) de installaties voor rookafvoer; d) de waterpompen voor de brandbestrijding en eventueel de ledigingspompen; (LG-MG) e) de liften bestemd voor de evacuatie van personen met beperkte mobiliteit bedoeld in punt 6.4. (HG) e) de machinerie van de liften met prioritaire oproep en de liften bestemd voor de evacuatie van personen met beperkte mobiliteit bedoeld in punt 6.4.

26 2.2 Voorbeeld 2 – KB Basisnormen
Autonomie Zie ook 6.5.2 6.5.3 Autonome stroombronnen. De stroomkringen waarvan sprake in moeten kunnen gevoed worden door één of meer autonome stroombronnen; het vermogen van die bronnen moet voldoende zijn om gelijktijdig alle aan die stroomkringen aangesloten installaties te voeden. Zodra de normale stroom uitvalt, verzekeren de autonome bronnen automatisch en binnen één minuut, de werking gedurende één uur van de bovenvermelde installaties.

27 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Referenties & Bronnen 9 DECEMBER — Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan ouderenvoorzieningen en centra voor herstelverblijf moeten voldoen en tot bepaling van de procedure voor de uitreiking van het attest van naleving van die normen [B.S ] - tekst + toelichting

28 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Definities = “standaard” Melding = brandweer verwittigen Waarschuwing = verantwoordelijken binnen de organisatie verwittigen Alarm = evacuatiesignaal

29 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Verplicht! Rekening houden met grootte, toestand, risico, … Voldoende in aantal Oordeelkundig gespreid Zichtbaar, gesignaleerd, … Gebruiksinformatie Geen verwarring met andere signalen

30 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Specifiek waarschuwing en alarm: De waarschuwings- en alarmseinen of alarmberichten moeten door alle betrokken personen opgevangen kunnen worden en mogen niet onderling noch met andere seinen worden verward. Het waarschuwings- en alarmsysteem moet gekoppeld worden aan het eventueel aanwezige personenoproepsysteem met aanduiding van de getroffen zone.

31 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Sturingen vanuit de centrale 3.7 Ontgrendeling buitendeuren en deuren in evacuatiewegen : -positieve veiligheid electromagnetische of –mechanische sloten -automatische ontgrendeling in geval van branddetectie of alarm -lokaal te openen of vanop afstand Deuren met vrijloop van kamers of andere lokalen en dit in nog te ontwerpen inrichtingen

32 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Sturingen vanuit de centrale Bediening bij brand van de aëraulische installaties : - Automatisch stilleggen van de luchtbedieningsgroepen in geteisterde compartiment bij detectie van rook -Plaatsing centraal bedieningsbord in overleg brandweer om bepaalde elementen uit de installatie manueel te bedienen.

33 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
In welk geval te installeren? Nieuwe en Bestaande Ouderenvoorzieningen!

34 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Algemene automatische branddetectie Nieuwe installaties Conform NBN S en van het type “algemene bewaking” Tips: Opnemen in het lastenboek! Brandweer raadplegen

35 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Algemene automatische branddetectie Bestaande installaties Branddetectie: uitbreiden naar “algemeen” => belangrijkste uitdaging Conform met “regels van goed vakmanschap” d.i. in principe NBN S … toegepast met zin voor realiteit (bv. bestaande bekabeling, “algemeen”, …)

36 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Algemene automatische branddetectie Bestaande installaties Uit de officiële toelichting:

37 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Algemene automatische branddetectie Bestaande installaties Uit de officiële toelichting:

38 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Algemene automatische branddetectie Bestaande installaties Uit de officiële toelichting:

39 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Elektrische installaties 6.3. Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie Ze voldoen aan de voorschriften van de geldende wettelijke en reglementaire teksten, alsook aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Elektrische verwarming is toegelaten, met uitzondering van toestellen met zichtbare weerstand

40 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Elektrische installaties 6.3. Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie Veiligheidsverlichting en eventueel noodverlichting, installaties voor MELDING, WAARSCHUWING, ALARM, installatie voor rookafvoer dienen aangesloten worden op autonome stroombronnen ( 1’ en 1h)

41 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Onderhoud en Controle 7.1. Algemene bepalingen De technische uitrusting van de voorziening wordt in goede staat gehouden. De directie van de voorziening zorgt ervoor dat de keuringen, bezoeken en controles, vermeld in en 7.1.4, uitgevoerd worden en dat de resultaten ervan aantoonbaar zijn met een verslag of factuur. De betreffende documenten worden gebundeld in een veiligheidsregister. Dat veiligheidsregister moet permanent ter inzage liggen in de voorziening voor de bevoegde instanties. Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen, moeten de controles van de installaties minstens binnen de aangegeven termijnen worden uitgevoerd volgens de frequentie in onderstaande tabel :

42 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Overzicht periodieke controles – 7.1.3 te controleren frequentie uitvoerder van de controle 1. liftinstallatie jaarlijks EDTC 2. laagspanningsinstallatie na elke wijziging en minstens om de 5 jaar EDTC (Erkend Organisme) 3. hoogspanningsinstallatie 4. branddetectie en alarminstallatie 5. brandbestrijdingsmiddelen bevoegd persoon of installateur 6. verwarmingsinstallatie (inclusief warmwaterbereiding), aëraulische installaties, schouwen en stook- plaatsen bevoegd installateur 7. gasinstallatie 8. veiligheidsverlichting 3 maandelijks beheerder 9. toestand evacuatiewegen en brandwerende deuren

43 2.3 Voorbeeld 3 - Ouderenvoorzieningen
Informatie, opleiding, procedures, … Brandpreventie & brandbestrijding voor personeel Bij indienstneming + jaarlijks opfrissen Inhoud opgenomen in het besluit Instructies bij brand, Eerste bluspoging, Evacuatie, Signalisatie, … “geregeld” evacuatieoefeningen Jaarlijkse rapportage Informatie voor bezoekers

44 2.4 Voorbeeld 4 – Elektrische installaties
Referenties: K.B. 23 april 2013 —Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (vanaf 4 september 2013 van toepassing) K.B. 4 DECEMBER — Koninklijk besluit betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen

45 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
OUDE elektrische installatie 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015 Minimale voorschriften AREI Bijlage I van KB 2012 Gelijkvormigheidsonderzoek AREI Controles 1ste Controle Periodieke controle AREI Risicoanalyse Risicobeoordeling (11 risico’s) en algemene preventiemaatregelen Documentatie Dossier van de elektrische installatie Werken Bekwaamheid, opleiding en instructies voor BA4/BA5

46 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
Uitbreiding toepassingsgebied Productie Omvorming Vaste leidingen van: communicatie; informatietechnologie; signalisatie; bediening. BRANDGEVAAR BE2 Transport Gebruik

47 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
Elementaire stroombaan Stroombaan Vitale installatie Vitale stroombaan Autonome stroombron G BE2 Vitale installatie

48 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
Dossier vitale stroombanen Risico beoordeling Plannen installatie Goedkeuring Uitbater Erkend organisme

49 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
G Vitale installatie

50 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
1 uur in dienst blijven

51 2.4 Voorbeeld 4 - Elektrische installaties
Redundante voeding(en) Hoofdvoeding individueel gevoed vanuit algemeen laagspanningsbord Automatische omschakeling G BE2 Hulpvoeding via afzonderlijke stroombaan Vitale installatie

52 3. MWA - componenten Regelgeving voor componenten
Bouwproductenverordening => CE Zie brochure FOD Economie “Een gewijzigd kader voor het verhandelen van bouwproducten” Praktisch voor detectie: EN 54 (geharmoniseerde normen) [!] CE = alle toepasselijke richtlijnen / verordeningen

53 3. MWA - normen Normen en andere voorschriften Melding: ---
Waarschuwing: Detectie: NBN S of buitenlandse normen / voorschriften NFPA, NEN, VDS, … Andere waarschuwingsmiddelen: --- Alarm: België: --- Alternatieven: NEN 2575 – ontruimingsinstallaties

54 4. Controles & branddetectie
Controleorganisme? Welke controles? Controles & bouwproces

55 4. Actoren Betrokken partijen Architect - Studiebureau
Fabrikanten – Leveranciers - Installateurs Van concept tot gebruik (ver)nieuwbouw Investeerder - Bouwheer Eigenaar / Gebruiker Voorschriften Vergunningen Voorschriften Polis-voorwaarden Advies Brandweer Advies Verzekeringen CEA, Assuralia Maatschappijen, Makelaars Overheid

56 4. Controleorganisme? Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC)
Erkend organisme Derde onafhankelijke partij Bevoegd persoon

57 4. EDTC, Erkend organisme, ... In functie van de voorschriften, b.v.:
AREI : erkend organisme K.B. 10 augustus 2005 Hijs- en hefwerktuigen: EDTC Codex - K.B. 29 april 1999 ARAB art.280 & 281 (erkend organisme) Derde onafhankelijke partij Brandveiligheid

58 4. Spelregels? Accreditatie Verplicht door regelgeving
Kwaliteitssysteem - audit door BELAC (= overheid) ISO reeks – systeem + techniek Verplicht door regelgeving bv. liften, elektriciteit, … Via Normen, Assuralia, vrijwillig, … bv. Branddetectie, Sprinklers, RWA, …

59 4. Spelregels - praktisch
Controleorganisme = privébedrijf met “erkenning” door de “overheid” dwz. Geen toezicht houdende overheid Geen "Politie“ Geen “initiatiefrecht”

60 4. Spelregels - praktisch
Een controle gebeurt niet "Automatisch" of " Willekeurig“ maar op basis van een aanvraag of een contract met een opdrachtgever.

61 4. Spelregels - praktisch
Voor elke controle wordt een verslag opgesteld. Dit verslag is een vertrouwelijk document. Enkel de opdrachtgever krijgt het verslag. Uitzondering is mogelijk mits toestemming van de opdrachtgever om het verslag rechtstreeks door te geven aan derden.

62 4. Spelregels - praktisch
De controles gebeuren op basis van: Regelgeving Normen Codes van goede praktijk Lastenboek maw. vooraf duidelijk vastgelegde criteria

63 4. Ter info: “bevoegd persoon”
Deskundig Aantoonbaar Beschikken over: de nodige middelen b.v. geijkte meetapparatuur de nodige tijd Georganiseerd systematische & aantoonbare aanpak

64 4. Type controles - inhoudelijk
Producten Bouwproductenverordening, CE Nieuwe brandbeveiligingsinstallaties Dossier & berekeningen In situ: controle & testen Periodiek brandbeveiliging Werking, staat, … Wijzigingen? NBN S21-100 Punt 4.2 NBN S21-100 Punt 6 NBN S21-100 Punt 8

65 4. Type controles – verplichting – wat?
Verplicht door regelgeving Expliciet verplicht of Codex & art.52: regelmatig nazicht, in goede staat houden, … “Verplicht” door verzekering, normen, code van goede praktijk, …

66 4. Type controles – verplichting – wie?
Door “derde onafhankelijke partij” EDTC Erkend organisme Geaccrediteerd Door “bevoegd persoon / technicus”

67 4. Overzicht controles brand
Uitgebreide & complexe voorschriften Regelgeving, normen, verzekeringen, ... Algemeen overzicht kan ... maar per project verschillen ... Branddetectie – praktisch: Controle bij oplevering (nieuwe installaties of delen van …) Jaarlijkse periodieke controle Controle ≠ onderhoud

68 BEDANKT VOOR UW AANDACHT!
2013 Bart Vanbever Lead Technical Manager Safety Vinçotte


Download ppt "Overzicht van voorschriften – Wat staat niet in de normen?"

Verwante presentaties


Ads door Google