Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHelena Vink Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
CAMERA BEELDKADER EN CAMERASTANDPUNT
Presentatie bij de instructiefilm “beeldkader en camerastandpunt”
2
Het beeldkader en camerastandpunt
De manier waarop jullie de scènes in beeld brengen, bepaalt wat de kijker ziet en welke sfeer de scène meekrijgt. Hoe je de camera beweegt, op welke hoogte en vanuit welke hoek bijvoorbeeld. Dit lijkt logisch, maar toch wordt hier vaak niet lang genoeg bij stilgestaan. In deze workshop geven we je een aantal tips. Je zult een aantal termen en begrippen leren die je later weer kunt gebruiken bij het omschrijven van de verschillende shots. Handig, zo weet iedereen wat de bedoeling is! We beginnen met het beeldkader. Per onderdeel is er een voorbeeldplaatje, zodat je kunt zien wat het effect is. Daarna bespreken we de verschillende camerastandpunten. Als tip willen we je meegeven dat degene die straks het camerawerk doet, een aantal dagen voor het filmen het één en ander test. Zo hoef je tijdens de draaidag niet alles uit te vinden. Met de pijltjes keer je terug naar het hoofdmenu of ga je door naar de volgende dia Succes! 2 april 2017
3
Klik op een onderdeel voor meer info en een voorbeeld
Beeldkaders: Groot totaal Totaal Two shot Medium shot Head and shoulders Close up Extreme close up Tip! Camerastandpunten: Normaal perspectief Vogel perspectief Kikker perspectief Point of view Over shoulder 2 april 2017
4
Beeldkader: Groot totaal
Een groot totaal is een shot waarbij de kijker een overzicht te zien krijgt. Je ziet de locatie, de acteurs; het is een duidelijk geheel. Wat de kijker niet kan zien is bijvoorbeeld de gemoedstoestand van de acteurs, en wat ze aan het doen zijn. Om dat te bereiken moet je andere beeldkaders gebruiken. 2 april 2017
5
Beeldkader: Totaal Het totaal shot laat al iets meer zien; de locatie wordt gedetailleerder en het wordt steeds duidelijker wat de acteurs doen. Als je een mooi shot maakt, zal de kijker zich er steeds meer mee kunnen identificeren. Je voelt je als kijker meer betrokken bij wat je ziet. Nog steeds is dit niet het beeldkader wat je gebruikt om meer van de acteurs te weten te komen! 2 april 2017
6
Beeldkader: Two shot De term ‘two shot’ geeft aan hoeveel mensen je in beeld wil hebben. Wil je drie mensen, is het een ‘three shot’. De acteurs worden al wat zichtbaarder en de kijker weet nu dat het om deze twee personen gaat en niet zozeer om het huis. 2 april 2017
7
Beeldkader: Medium shot
Met een medium shot laat je de mensen kennismaken met de acteur. Een medium shot is van middel tot en met hoofd. Dit is een goed shot om iemand te introduceren en de emotie van deze persoon in beeld te brengen. 2 april 2017
8
Beeldkader: Head and shoulders
Met dit beeldkader breng je de persoon van schouders tot en met hoofd in beeld. Doe dit beeldvullend, en zorg dat de acteur er zo mooi mogelijk en zo duidelijk mogelijk op komt te staan. De emotie van deze persoon wordt steeds duidelijker. 2 april 2017
9
Beeldkader: Close up De close up is waarschijnlijk de meest bekende term. Met een close up zorg je ervoor dat de acteur alleen met het hoofd in beeld komt. Een beetje ruimer kader of een beetje van de nek erbij is niet erg, maar het gaat erom de kijker nog meer te betrekken bij deze persoon 2 april 2017
10
Beeldkader: Extreme close up
Een variant op de close up is de extreme close up. Dit is (letterlijk) ‘in your face’! Met een extreme close up bereik je dat de kijker erg alert wordt; hier is wat aan de hand. Dit komt doordat je in het dagelijks leven maar af en toe zo dicht bij iemands gezicht komt. Als je emotie wil overbrengen door middel van een extreme close up komt het dus keihard over. 2 april 2017
11
Beeldkader: Tip! Op vakantiekiekjes zie je vaak dat iemand recht de camera inkijkt met de ogen precies in het midden, dit geeft een heel onnatuurlijk beeld. Als je een persoon in beeld brengt, zorg dan dat je de ogen altijd op 2/3 of 3/4 van het beeld staan. Daarnaast hoeft de persoon natuurlijk niet recht in de camera te kijken, vaak zie je dat de ogen net iets langs de camera gericht zijn, of duidelijk ergens anders naar kijken 2 april 2017
12
Camerastandpunt: Normaal perspectief
Het meest voorkomende perspectief, ook in het dagelijks leven. Je kijkt elkaar meestal recht in de ogen aan. Denk hierbij wel altijd aan de 3/4 regel! 2 april 2017
13
Camerastandpunt: Vogelperspectief
In het vogelperspectief kijk je in feite op iemand neer. Ideaal om bijv. machtsverhoudingen weer te geven! Als je bijvoorbeeld filmt vanuit een vader die zijn kind een standje geeft, kijk je met de camera op het kind neer. De kijker heeft dan meteen door dat de vader op dat moment machtiger is dan het kind. 2 april 2017
14
Camerastandpunt: Kikkerperspectief
Door de camera laag te plaatsen met de lens schuin omhoog krijg je het kikkerperspectief. Met het kikkerperspectief bereik je dat hetgeen je filmt “groter” in beeld komt. Zo kun je van een kind een reus maken, en je kunt iemand machtiger maken dan ‘ie eigenlijk is. 2 april 2017
15
Camerastandpunt: Point of view
Het point of view standpunt is een “subjectief standpunt”, je kijkt als het ware met de persoon mee. Sterker nog, het lijkt net of jij als kijker de persoon bent want je kijkt vanuit het point of view van die acteur. Begin het point of view standpunt altijd met een shot van de persoon die je gaat volgen. Het volgende shot is het beeld wat de persoon zou zien (point of view). Sluit altijd af met een shot van de hoofdpersoon, anders lijkt het de rest van de film of alles vanuit de hoofdpersoon bekeken wordt! 2 april 2017
16
Camerastandpunt: Over shoulder
De kijker kijkt mee over de schouder van de acteur naar de persoon met wie de acteur in gesprek is. De kijker identificeert zich met de acteur over wiens schouder we meekijken. Je kunt natuurlijk een aantal keer van acteur wisselen, zodat je ook over de schouder van de andere acteur meekijkt. Dit camerastandpunt zie je veel in soaps. 2 april 2017
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.