De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid."— Transcript van de presentatie:

1 Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes

2 Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid = afgesproken maat om mee te meten kilowattuur (kWh)

3 Hoeveel stof? GrootheidEenheid Massa Volume Aantal deeltjes

4 De mol Een mol = een (héél groot) afgesproken aantal deeltjes Dit aantal deeltjes = 6,02214. 10 23

5 Voorbeeld 1 dozijn eieren = 12 eieren 1 gros schoenveters = 144 schoenveters 1 mol atomen = 602 214 000 000 000 000 000 000 atomen (≈ 6,02. 10 23 atomen)

6 Chemisch rekenen 1 molecuul1 atoom2 atomen 1 dozijn 1 gros 1 mol

7 Waarom 6,02214·10 23 ??? 1 dozijn eitjes van 8,33 g elk heeft een massa van (12 stuks x 8,33 g =) 100 g 1 mol atomen van 1 u elk heeft een massa van (6,02·10 23 stuks x 1,66·10 -24 g =) 1 g

8 dus onthoud: Een atoommassa van X u ?? Dan heeft 1 mol van die atomen een massa van X gram (in plaats van X kun je invullen wat je wilt)

9 Avogadro

10 Voor een klein idee van 6,02214·10 23 18 mL water is één mol Als je atomen zou kunnen tellen met een snelheid van 10 miljoen stuks per seconde, dan zou je er nog 2 miljard jaar over doen om alle atomen in één mol te tellen.

11 1 mol knikkers Hoeveel is éen mol knikkers? Past het in het lokaal? Past het in de school, Veenendaal, Utrecht of Europa

12 Berekening: 1knikker =1 cm 3 1 mol knikkers is: 6,0 x 10 23 cm 3 (1 km 3 = (100 000 3 ) 1,0 x 10 15 cm 3 ) dus 1 mol knikkers= 6,02 x 10 8 km 3 Opp aarde = 4 π r 2 (r = 6378 km) 4. π. 6378 2 = 5,1 x 10 8 km 2 volume/oppervlak = hoogte 6.02x 10 8 /5,1x10 8 = 1,2 km !!!!! (een deken knikkers van 1,2 km dik om de aarde)

13 Chemische rekenen in reacties Vraag: hoeveel gram zwavel reageert met 8,0 gram ijzer

14 Berekening 1.Hoeveel mol is 8,0 gram ijzer (massa naar deeltjes) 2.In welke verhouding reageren ijzer en zwavel. 3.Hoeveel deeltjes zwavel zijn nodig 4.Hoeveel gram is dat aantal deeltjes

15 Reken schema Stof ijzer zwavel ijzersulfide Reactie- vergelijking 1Fe+1S  1FeS Verhouding 1 1 1 Deeltjes(mol) 1,43. 10 -1 mol (Molaire massa) 55,85 g/mol 32 g/mol Massa 8,0 g = 4,6 g (overmaat)

16 Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding 2 1 2 Deeltjes(mol) (Molaire massa) Massa 10 g

17 Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding 2 1 2 Deeltjes(mol) 5 mol (Molaire massa) 2 g/mol Massa 10 g

18 Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding 2 1 2 Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol (Molaire massa) 2 g/mol Massa 10 g

19 Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding 2 1 2 Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol (Molaire massa) 2 g/mol 32 g/mol Massa 10 g 80 g

20 Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding 2 1 2 Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol 5 mol (Molaire massa) 2 g/mol 32 g/mol 18 g/mol Massa 10 g 80 g 90 g

21 Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding 2 1 2 Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol 5 mol (Molaire massa) 2 g/mol 32 g/mol 18 g/mol Massa 10 g+ 80 g 90 g Volume Concentratie (molariteit) Wet van behoud van massa!!!!!! En geen wet van behoud van deeltje!!!!!

22 concentratie Stof zoutzuur Deeltjes(mol) 30.10 -3 mol 30. 10 -3 mol (Molaire massa) 98 g/mol Massa Volume 25 mL X mL Concentratie (molariteit) 1,2 mol/L 0,10 mol/L 25 mL van 1,2 M zoutzuur bevat 30 mmol. (30.10 -3 mol) Het volume moet 0,10 M (mmol/mL) worden. 1 mL bevat in de nieuwe oplossing 0,10 mmol. Voor 30 mmol heb je dus 300 mL nodig. Je hebt al 25 mL. Je moet dan 300 mL – 25 mL = 275 mL water toevoegen. c M = n / V Molariteit is de hoeveelheid mol van een stof er in 1 L oplosmiddel (meestal water) is opgelost.


Download ppt "Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid."

Verwante presentaties


Ads door Google