Privacy en kindermishandeling

Presentatie over: "Privacy en kindermishandeling"— Transcript van de presentatie:

1 Privacy en kindermishandeling

2 Meldrecht Wmo 2015 Wet maatschappelijke ondersteuning 2105 art. 5.2.6.
Derden die beroepshalve beschikken over inlichtingen die noodzakelijk kunnen worden geacht om een situatie van huiselijk geweld of kindermishandeling te beëindigen of een redelijk vermoeden daarvan te onderzoeken, kunnen aan een AMHK deze inlichtingen desgevraagd of uit eigen beweging verstrekken zonder toestemming van degene die het betreft en indien nodig met doorbreking van de plicht tot geheimhouding op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van hun ambt of beroep

3 Informatie verstrekken aan Raad voor de Kinderbescherming
Burgerlijk Wetboek 1: art 240 Degene die op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van zijn ambt of beroep tot geheimhouding is verplicht kan, zonder toestemming van degene die het betreft, aan de raad voor de kinderbescherming inlichtingen verstrekken, indien dit noodzakelijk kan worden geacht voor de uitoefening van de taken van de raad

4 Informatie verstrekken bij OTS
Jeugdwet art lid 4 Derden die beroepshalve beschikken over inlichtingen inzake feiten en omstandigheden betr. de persoon van een onder toezicht gestelde minderjarige, diens verzorging en opvoeding of de persoon van een ouder of voogd, welke inlichtingen noodzakelijk kunnen worden geacht voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling, verstrekken de gecertificeerde instelling die de ondertoezichtstelling uitvoert, deze inlichtingen desgevraagd of kunnen deze inlichtingen uit eigen beweging aan de gecertificeerde instelling verstrekken, zonder toestemming van de betrokkenen en indien nodig met doorbreking van de plicht tot geheimhouding op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van hun ambt of beroep

5 Verplichting meldcode, Wkkgz art. 8
De zorgaanbieder stelt een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. De zorgaanbieder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

6 Besluit verplichte meldcode, art 2
Het stappenplan bevat tenminste de volgende stappen: het in kaart brengen van de signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling; collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het AMHK of een deskundige op het gebied van letselduiding; een gesprek met de cliënt; het wegen van het risico op en de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling en bij twijfel altijd raadplegen van het AMHK beslissen: zelf hulp bieden of hulp organiseren dan wel het doen van een melding KNMG is strenger maakt advies AMHK verplicht kent ook Een stap 4 zonodig overleg met betrokken profesisonals

7 Besluit verplichte meldcode, art 2
Een meldcode bevat ten minste de volgende elementen: een stappenplan voor het omgaan met signalen een toebedeling van verantwoordelijkheden binnen de organisatie, incl. vermelding eindverantwoordelijke voor de beslissing wel/geen melding specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld, die speciale kennis en vaardigheden van personeel vereisen; specifieke aandacht voor de mogelijkheid van het gebruik van de verwijsindex risicojongeren; instructies voor het uitvoeren van een kindcheck bij cliënten; specifieke aandacht voor de wijze waarop professionals moeten omgaan met gegevens waarvan zij het vertrouwelijk karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden

8 Casus Wat vinden de aanwezigen
Het Sociaal Team van de Gemeente maakt zich ernstig zorgen om de vader van twee jonge kinderen. Ouders zijn ernstig in conflict, vader lijkt ontregeld en heeft af en toe agressieve uitbarstingen. Medewerkers hebben al contact gehad met de ggz maar vader wil niet daarheen verwezen worden. De spanning neemt toe en na een heftige uitbarsting van vader belandt hij bij de crisisdienst van de ggz. Enkele dagen later neemt een medewerker van het Sociaal team contact op met de SPV van de crisisdienst en vraagt informatie over de toestand van vader om de veiligheid van de kinderen in te schatten. De SPV zegt niets te kunnen mededelen omdat vader toestemming weigert, maar dat zij de situatie niet heel gevaarlijk inschat. Wat vinden de aanwezigen

9 OOV en contactpersoon U bent de contactpersoon, wat zegt/doet u?
Een beleidsmedewerker van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid belt met de contactpersoon van de ggz. Contactpersoon belt met de SPV en vraagt naar haar afweging en inschatting. SPV zegt: Vader heeft zich met moeite laten overtuigen voor doorverwijzing naar de polikliniek, daar start de hulpverlening over 2 weken. Er is geen sprake van kindermishandeling, zijn agressie is niet op de kinderen gericht maar hij slaat soms in de keuken zijn hand door het keukenkastje of schopt de deur naar de keuken kapot. Bovendien is moeder er ook nog en zij zorgt goed voor de kinderen. U bent de contactpersoon, wat zegt/doet u?

10 Melding bij Veilig Thuis
Pedagogisch Medewerker van het Sociaal Team is ook na overleg met leerkracht niet gerust en doet een melding bij Veilig Thuis Medewerker van Veilig Thuis belt met de SPV van de ggz die vader zag in de crisisdienst en vraagt om naam behandelaar van vader. U bent de SPV wat doet u? De raad voor de kinderbescherming belt met de ggz en stelt allerlei vragen over de diagnose, de klachten, of er al behandeling is en of vader meewerkt en wat de prognose is. U bent de ggz-medewerker, wat zegt u?

11 Veilig Thuis besluit tot verwijzing naar JBRA
Veilig Thuis besluit na enig onderzoek het gezin te verwijzen naar Jeugd Bescherming voor hulp in een drangkader. De JB-medewerker belt na 2 maanden met de behandelaar van meneer en vraagt om informatie over de voortgang van de behandeling. U bent de behandelaar wat zegt/doet u?

12 Meldcode KNMG/ggz Kindcheck
Wanneer de situatie of conditie van een patiënt risico's op kan leveren voor eventueel in het gezin aanwezige kinderen, nagaan of minderjarigen onder de zorg van de patiënt staan, en of kan worden vastgesteld of zij veilig zijn zo nee, dan raadplegen AMKH Stap 1of stap 4 KNMGmeldcode De arts kan – eventueel ook zonder de toestemming van ouders en/of kind – overleggen met andere bij het gezin betrokken hulpverleners of beroepskrachten en/of een melding aan de verwijsindex risicojongeren doen, voor zover dat nodig is om een vermoeden van kindermishandeling te verifiëren of om hulp onderling af te stemmen. Niet bedoeld zijn derden als de politie, de woningbouwvereniging, de leerplichtambtenaar en de gemeentelijke kredietbank Stap 3: Gesprek met betrokkene: Niet als belang kind openheid onmogelijk maakt, bijv. door onttrekking aan hulpverlening, anderszins schade aan kind(eren) of gevaar voor arts zelf Evt. later, als gevaar geweken is, ouders informeren dat melding is gedaan

13 Zorgvuldigheidseisen
Geen partij kiezen Hoor en wederhoor toepassen Informatie en bronnen verifiëren Bepalen wie van de hulpverleners de regie moet hebben Stappenplan meldcode goed uitvoeren Verklaring: - feitelijke gegevens - met bronvermelding - beperkt tot eigen vakgebied Goed documenteren (dossier!) RT Eindhoven 2005, CTG 2007, RT Amsterdam 2007 en 2009, RT Groningen 2008

14 zorgvuldigheidseisen
WIE? Regiebehandelaar WAT? Feitelijke bevindingen: concreet en specifiek Vermijd interpretaties, oordelen, voorspellingen Vermeld status van hypothesen Vermeld bron van informatie van derde Actualiteit en recente VG (max 1 jaar) Niet meer dan nodig voor onderzoek AMK/SHG DUS: Subsidiair, Proportioneel en Doelmatig

15 Vragen???