Samen Opleiden en leren

Presentatie over: "Samen Opleiden en leren"— Transcript van de presentatie:

1 Samen Opleiden en leren
Bij bijeenkomst Wos directeuren 20 april 2016 Partnerschappen Twente Saxion Enschede

2 Opleiden in de School Academische Opleidingsschool Doorlopende professionalisering

3 Doel In gesprek met collega’s op een thema op basis van gedeelde interesse; Verkennen van ideeën en verbinding; Belang van kennisdeling voor de toekomst; (Hoe) blijft je in contact?

4 De lerarenopleider Grondslag van het beroep van lerarenopleider
Beroepsbeeld leraar Verbinding praktijk – theorie Ontwerpateliers – verbinding praktijk – theorie De ontwerpateliers zijn bedoeld om de verbinding theorie – praktijk aandacht te geven. Lerarenopleiders zijn hierin zoekende. Onduidelijk is de samenhang tussen de ontwerpateliers op het instituut en binnen de basisscholen. Afstemming is gewenst. Doelen en achtergronden van ontwerpateliers bespreken in relatie tot de opleidingsvisie kan winst geven. Om de ontwerpateliers vorm te geven is het belangrijk dat per periode de inhouden duidelijk zijn. Het overzicht dat hiervan gegeven wordt is van belang. Prettig als het ook makkelijk is terug te vinden in een document. Het stage-evaluatieformulier zou sterker als een ontwikkelingsinstrument ingezet kunnen worden, kan in die zin ook input geven voor inhouden en vaardigheden tijdens een ontwerpatelier. De inzet van kennisclips zoals die er nu zijn is een krachtig middel om de verbinding theorie - praktijk in de eigen context te versterken. De kunst is om tijdens de ontwerpateliers het leren van studenten te verbinden aan het leren van leerlingen. daar komt een deel van de grondslag van het beroep lerarenopleider om de hoek kijken. Voor lerarenopleiders is het niet altijd duidelijk welke verwachtingen vakdocenten hebben in relatie tot de omschreven opdracht. Er is winst te behalen door met een open blik te bekijken wie welk ontwerpatelier op welk moment kan geven. Dat is niet altijd de lerarenopleider. Wanneer betrek je een expert, wat kun je beter samen doen, zie je ook ontwerpateliers verzorgd door een tandem voor je? Wanneer verzorg je school- of bestuur overstijgende ontwerpateliers? Het is goed om duidelijker af te spreken wat de frequentie van ontwerpateliers is en hoe lang ze duren. Tijdens de WOS delen van (succes)ervaringen met ontwerpateliers. Een deel van de schoolopleiders heeft behoefte aan een meer uitgewerkt rooster met onderwerpen. Beroepsidentiteit en moreel –ethische ontwikkeling Vanuit de beroepsstandaard is er een vraag gesteld over de moreel ethische ontwikkeling. Dat kent een relatie met de beroepsidentiteit. Het is zinvol hier tijdens een WOS-dag aandacht aan te besteden. Wellicht een expert uitnodigen? Grondslag van het beroep van lerarenopleider - Leren van leerlingen op een basisschool de drieslag die in het beroep te vinden is (leren van jezelf, leren van studenten (leraren) en leerlingen) opent de vraag op welk gebied aandacht nodig is. Er is een behoefte om over het leren van leerlingen tijdens de WOS-dagen met elkaar te leren. Met name als het gaat om nieuwe inzichten. Door tijdens de WOS-dagen de drieslag telkens in het vizier te hebben en verder te ontdekken kan duidelijk worden waar aandacht nodig is en hoe de samenhang tussen die drie elementen is. Daardoor krijgt ook de pedagogische opdracht aandacht, naast aandacht voor leer theorieën en didactiek. Kunnen we tijdens de WOS daarover ook de diepte in?

5 Opdracht van lerarenopleider
Opleiden in een diversiteit aan contexten Wie zijn belangrijk in jouw regionale- en landelijke Netwerk? Leraren leren samen. Leren van opleider, studenten en leerlingen verbinden theorie praktijk Leer- en ontwerpprincipes van connected learning Geplaatst op 13 januari 2015 door by Wilfred Terry Heick geeft een samenvatting van zes ontwerpprincipes voor connected learning, van de Connected Learning Alliance. Is dit concept hetzelfde als het connectivisme? Betreft het een nieuw concept? Het antwoord op beiden vragen luidt m.i. ‘nee’ . Is dat erg? Ook niet. Bij deze alliantie zijn verschillende organisaties (zoals COSN en de Mozzilla Foundation) en experts (waaronder hoogleraar Katie Salen) op het gebied van leren betrokken. Hun visie luidt A world where all young people have access to participatory, interest-driven learning that connects to educational, civic, and career opportunities. De leer- en ontwerpprincipes van deze alliantie zijn volgens Heick: Leren moet gestimuleerd worden vanuit persoonlijke interesses van lerenden. Het moet betekenisvol zijn, en gericht op leerresultaten van een hogere orde. Belangstelling en passie worden ontwikkeld in een sociale context. Leren moet gericht zijn op het actief produceren, creëren, experimenteren en ontwerpen. Hiermee ontwikkel je belangrijke vaardigheden voor de huidige samenleving. Leren van en aan elkaar is een belangrijk principe dat gefaciliteerd kan worden dankzij sociale media. Internettechnologieën bieden veel mogelijkheden aan allerlei belanghebbenden bij leren om interesses met elkaar te delen en te werken aan een gezamenlijk doel. Gezamenlijke doelen bevorderen leren tussen generaties. Academisch succes is belangrijk voor intellectuele groei en maatschappelijk succes. Academische studies en instituties zouden echter meer verbonden moeten zijn met de cultuur, gemeenschappen en interesses van jongeren. Lerenden leren in meerdere settings, waarbij leren op school, thuis en de gemeenschap met elkaar verbonden zijn. Online leerplatforms faciliteren leren, en maken leren toegankelijk (inclusief een overvloed aan bronnen) en zichtbaar. Het is eerste wat hierbij opvalt, zijn de geringe raakvlakken met het connectivisme dat leren in losgekoppelde netwerken benadrukt, en waarbij kennis in de knooppunten zit. Deelnemers en bronnen vormen knooppunten, terwijl bovendien gedistribueerde leertechnologieën worden gebruikt. De leer- en ontwerpprincipes van connected learning hebben betrekking op andere ‘verbindingen’. Het tweede dat opvalt, is dat veel van deze principes hun wortels hebben in al langer bestaande motivatie- en leertheorieën. Uiteraard is daar niets mis mee. Verder valt de expliciete waardering voor academische kennis op, de verbinding van het individu met verschillende settings en de grote rol van leertechnologieën bij de realisatie van deze principes die mij op zich wel aanspreken. This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

6 Initieel & postinitieel Partnerschap Twente
PLG

7 projecten Aspirant leraren (Beginnende) Leraren
Cultuur PLG Duits i.d. regio Begeleiding starters PLG PLG PLG PLG Hoe gaat het werken Mobiel-leren Op basis van centrale thema’s projecten PLG

8 Gespreksthema’s Partnerschap draagt gezamenlijke verantwoordelijkheid voor opleiden, inductie en doorgaande professionalisering. (Inrichting) Verantwoordelijkheden vanuit een gezamenlijk ontwikkeld kader (Regionale kenmerken) Creëren van samenhang en de gevolgen voor activiteiten (Curriculum en verbinding theorie praktijk) Gebruik maken van verschillende expertises binnen de partnerschappen. (kennisdeling; rollen en taken) Verwachting van OCW dat de partnerschappen vorm geven aan verbreden van de professionaliseringsopdracht. (Beleidskader)

9 Gesprekspunten Huidige situatie op basis van OidS/VSLS
Welk concreet handelen vraagt vervolgstap Wie zijn hierbij betrokken; schoolopleider, instituutsopleider, onderzoeker, leidinggevende, opleider van lerarenopleiders, … Belang van netwerken (regionaal en nationaal), bijvoorbeeld rol Velon en Steunpunt OidS waar het gaat om kennisdeling

10 (meta)conclusie - doorlopende professionalisering
Wat willen we, wie/wat hebben we nodig of wat is wellicht voorwaardelijk? Kracht van blijven leren ligt bij leidinggevende die leercultuur ondersteunt, stimuleert en voedt. Voorwaardelijk. Beroepsgroep schoolleiders is hiermee bezig. Inductie – doorgaande leerlijn: Startend in inductie, ondanks de VSLS heeft dit vervolg nodig. Vooral binnen OidS met studenten mogelijkheden. Dus niet alleen verantwoordelijk voor opleiden studenten, maar ook duidelijk formuleren voor het daarna: inductie en doorgaande professionalisering. Hoe in stand houden wat tijdens subsidie is opgebouwd? Borging? Zoeken naar bestaansrecht zonder subsidie? Wie is betrokken? Strategische belangen? Hoe pakken we samen de handschoen op? Verbindende landelijke organisatie blijft belangrijk. (Steunpunt/ Velon). Maar ook beleidsorganisaties/Raden moeten dit in gezamenlijkheid oppakken. Droom-driven blijft belangrijk!