De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hoorcollege L&I 4 Denkvaardigheden

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hoorcollege L&I 4 Denkvaardigheden"— Transcript van de presentatie:

1 Hoorcollege L&I 4 Denkvaardigheden
Interfacultaire Lerarenopleiding Hoorcollege L&I 4 Denkvaardigheden Carla van Boxtel 27 maart 2014

2 2. Hoe leer ik deze aan mijn leerlingen?
Leren en Instructie 4 Gericht op bovenbouw: Welke klas? Welk onderwerp/vakinhoud? 2. Hoe leer ik deze aan mijn leerlingen? 1. Wat is dat precies? Hogere Docentvaardig-heden om hogere denkvaardig-heden van lln te ontwikkelen -Welke docentvaardigheden? -Welke instructiestrategie/ werkvorm? -Welke leeractiviteiten? -Mate van docent- en/of leerlingsturing -Wat houdt deze vaardigheid in? Welke stappen moeten leerlingen zetten? Wat is er lastig aan? Producten: V-demo V-memo

3 Waar komt de gemiddelde leerkracht niet aan toe (scores boven de 1)
vraagt leerlingen na te denken over oplossingsstrategieën moedigt kritisch denken van leerlingen aan stemt verwerking van leerstof af op verschillen tussen leerlingen stemt instructie af op verschillen tussen leerlingen biedt zwakke leerlingen extra leer- of instructietijd leert leerlingen hoe zij complexe problemen kunnen vereenvoudigen zorgt voor interactieve instructie- en werkvormen

4 Denkvaardigheden / hogere orde vaardigheden in je eigen vak
Kun je een voorbeeld noemen?

5 Scheikunde De kandidaat kan in contexten een relevant probleem analyseren, inperken tot een hanteerbaar probleem, vertalen naar een model, modeluitkomsten genereren en interpreteren, en het model toetsen en beoordelen. De kandidaat maakt daarbij gebruik van consistente redeneringen en relevante rekenkundige en wiskundige vaardigheden. De kandidaat kan in contexten een beargumenteerd oordeel geven over een situatie in de natuur of een technische toepassing, en daarin onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke overwegingen en persoonlijke opvattingen. Dit is eindterm voor vwo. Om welk vak gaat het hier?

6 Maatschappijwetenschappen
De kandidaat kan concrete maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen analyseren en daarbij gebruikmaken van de volgende benaderingswijzen: de politiek-juridische benaderingswijze; de sociaal-economische benaderingswijze; de sociaal-culturele benaderingswijze; de veranderings- en vergelijkende benaderingswijze.

7 Talen: Frans met behulp van zijn kennis van literaire begrippen, genoemd in eindterm 45, (fragmenten uit) literaire teksten analyseren, interpreteren en waarderen.

8 Geschiedenis De kandidaat kan rekening houden met:
4. het niet-lineaire en multi-causale karakter van historische verschijnselen en gebeurtenissen 5. verschillende soorten oorzaken en gevolgen; Bijvoorbeeld:  directe en indirecte oorzaken, aanleiding (meest directe oorzaak), direct optredende gevolgen en gevolgen op de langere termijn, gewilde en ongewilde, bedoelde en onbedoelde gevolgen, gevolgen van meer en minder belang op grond van bijvoorbeeld schaal, intensiteit, duur;  oorzaken en gevolgen op politiek-bestuurlijk, sociaaleconomisch en cultureel- mentaal (waaronder godsdienstig) terrein. 6. het gegeven dat elke ordening van causaliteit een interpretatie is (zie ook onderdeel II).

9 Een denkvaardigheid in kaart brengen
Uit welke denkstappen bestaat de vaardigheid? Welke kennis, procedurele/strategische kennis en epistemologische opvattingen zijn nodig? Welke niveau’s van beheersing zijn te onderscheiden? (leerlijn) Welke denkfouten maken leerlingen / wat vinden ze lastig?

10 Hoe kom je dat te weten? Vakdidactische literatuur / examenprogramma-eindtermen Hardop denkend een taak laten uitvoeren Analyse van antwoorden van leerlingen Analyse van opdrachten die een beroep doen op de vaardigheid Vergelijking antwoorden van goede en minder goede leerlingen of van experts en beginners

11 Denkvaardigheden domeinspecifiek?
Generalistische opvatting: generieke vaardigheid Domeinspecifieke opvatting: domeinspecifieke kennis speelt een grote rol bij het probleemoplossen / oefening in specifieke domeinen is belangrijk Gecombineerde opvatting: bij slecht gedefinieerde problemen spelen ook algemene heuristieken een belangrijke rol en zijn metacognitieve kennis en vaardigheden belangrijk, er kan onder bepaalde condities wel transfer optreden (Perkins & Salomons, 1988)

12 Advanced skills – 21st century skills
Kennis, vaardigheden en attitudes/waarden Kennis van technieken om iets te creëren Goed geïnformeerd besluiten willen nemen Vermogen om eigen leren te kunnen aansturen Synthetiseren van informatie en argumenten Samen met anderen bedenken van nieuwe ideeën Kennis van probleemoplossingsstrategieën Postief waarderen van leren Fouten durven maken Kennen van de eigen zwakheden en sterktes

13 Advanced skills – 21st century skills
Manieren van denken Manieren van werken Instrumenten Wereldburgerschap Creatief en innovatief denken Communiceren Informatie- en onderzoeks-vaardigheden Burgerschap (lokaal en wereldwijd) Kritisch denken, probleem oplossen, beslissingen nemen Samenwerken ICT vaardigheden Leven en werken (loopbaan) Leren leren (metacognitie) Persoonlijke en sociale verantwoordelijkheid (incl. culturele competentie) Binkley, Erstatt, Herman, Raizen, Ripley & Rumble, 2010

14 Zelfregulerende leerlingen
zetten cognitieve activiteiten (bv. lezen, verwerken) goed in om iets te leren controleren en monitoren hun leren met metacognitieve activiteiten zijn in staat om zichzelf te motiveren >Zelfregulerende vaardigheden 2000

15 Metacognitieve denkactiviteiten
Oriënteren: wat moet ik hier doen? Plannen: hoe ga ik dat doen? Monitoren: doe ik het volgens plan? Evalueren: doe ik het goed? Reflecteren: zou ik het volgende keer anders doen?

16 Jacob: Dokters komen vaak met het vliegtuig, komma, ze…
Suzanne: met het vliegtuig Rob: Dit is wat we moeten opschrijven; dit is de samenvatting van het eerste dagboek van de expert. Jacob: Dit is al meer dan de eerste samenvatting. Rob: Dit is over het land, we schrijven nog steeds over het land. Suzanne: Nee, we schrijven niet echt over het land, maar over de afstanden. Rob: Dan moeten we het anders doen. Jacob: Dan maken we twee hoofdstuk: het land en de afstanden. Suzanne: OK, wacht, ik maak een nieuwe hoofdstuk Rob: Laten we beginnen met het hoofdstuk over de afstanden. Suzanne: Ja, we kunnen de zin gebruiken: treinen reden voor dagen. Jacob: Ja, en doctors komen vaak met het vliegtuig. Rob: Perfect, dan kunnen we ook de omvang van het land toevoegen.

17 Probleemoplossen Probleem analyseren Oplossingsplan maken
Oplossingsplan uitvoeren Oplossing controleren en reflecteren

18 Probleemoplossen Exact Talen / Kunst Gamma
Hoe kan de kar stabiel gemaakt worden? Schrijf een betoog over de donorkwestie Wat is in deze stad de beste plaats om je sportwinkel te vestigen? Maak een wiskundig model van de afgelegde afstand (tegen de tijd) van een parachutist die uit een vliegtuig springt Maak een ontwerp voor een station in je omgeving Verklaar de heksenvervolging in de Middeleeuwen

19 Schrijven als probleemoplossen
Inhoudelijk probleem oplossen: wat te schrijven? Retorisch probleem oplossen: hoe, voor wie en met welk doel te schrijven? Planning, translating, reviewing Hayes & Flower, 1980; Bereiter & Scardamalia, 1987

20 Wat weten we uit onderzoek?
Denkvaardigheden verhogen leerresultaten (Wang, Haertel & Walberg, 1990; Flippo & Caverly, 2001; Nota, Soresi & Zimmerman, 2004; Ozuru, Dempsey, McNamara, 2009) Denkvaardigheden zijn goed te leren (Reviewstudies: Hatty, Biggs & Purdie, 1996; Hattie, 2009; Lavery, 2008; Dignath & Buttner, 2008)

21 Complexe denkvaardigheden moet je opdelen in benodigde kennis en deelvaardigheden. Die moeten leerlingen eerst verwerven / oefenen. Tot slot passen leerlingen de kennis en deelvaardigheden toe in een complexe (doel)taak. Mee eens? Kan het ook anders?

22 II Hoe (complexe) denkvaardigheden onderwijzen?
Expliciete instructie en oefening Authentieke taken: probleemgericht onderwijs, onderzoekend leren, ontwerpgericht leren Dialogisch onderwijzen

23 Expliciete instructie en oefening
Marzano & Miedema: Leerlingen zicht laten krijgen op de stappen waaruit de vaardigheid bestaat (expliciet onderwijzen, vaardigheid demonstreren, elkaar observeren, schematisch in beeld brengen) Leerlingen proberen het stappenplan uit Leerlingen automatiseren de vaardigheid > algoritmen: oefenplan / voortgang monitoren > heuristieken: leerplan voor een jaar / aantal jaren

24 Authentieke taken Vier Componenten Instructional Design model, Van Merriënboer

25 Van eenvoudige naar complexe authentieke taken
Taakklasse 1 Taakklasse 2 Taakklasse 3 Probleem Duidelijk Minder duidelijk Vaag Benodigde informatie Gegeven / makkelijk te vinden Deels gegeven / redelijk te vinden Niet gegeven / moelijk te vinden Eisen Laag Realistisch Hoog Beschikbare tijd Onbeperkt Beperkt Zeer beperkt

26 Dialogic teaching 1.Collective: leraren en leerlingen zien taken als een gezamenlijke opdracht (in de groep of klas als geheel) 2.Reciprocal: leraren en leerlingen luisteren naar elkaar, delen ideeën en gaan na of er ook andere mogelijkheden / gezichtspunten zijn 3.Supportive: leerlingen voelen zich vrij om hun ideeën te delen en maken zich geen zorgen over het geven van een ‘fout’ antwoord; ze helpen elkaar om tot gedeeld begrip te komen 4.Cumulative: leraren en leerlingen bouwen op hun eigen en elkaars ideeën voort en constureren zo coherente lijnen van denken en onderzoeken 5.Purposeful: leraren bereiden hun dialogisch onderwijs voor en voeren dat uit met het oog op duidelijke doelen Alexander, 2006.

27 Voorbeeld: aardrijkskundeles
EdM Voorbeeld: aardrijkskundeles Let op de wijze waarop de leraar vragen stelt: in hoeverre ondersteunt of hindert zijn wijze van vragen stellen het gezamenlijk denken en redeneren in de klas? Let op de wijze waarop de leraar de interactie in de klas organiseert: in hoeverre faciliteert de leraar het samen redeneren / denken?

28

29 Bronnen Volgen in de ppt op blackboard


Download ppt "Hoorcollege L&I 4 Denkvaardigheden"

Verwante presentaties


Ads door Google