De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bewegen Op Verwijzing.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bewegen Op Verwijzing."— Transcript van de presentatie:

1 Bewegen Op Verwijzing

2 Ons actief verleden, ons passief heden
Mogelijkheid

3 Beweeggewoonten van de Vlaming
% We kunnen dit illustreren met deze grafiek. (Gezondheidsenquête 2013) In geen enkel van de leeftijdscategorieën haalt 1 op de 2 Belgen de beweegnorm van 30 minuten bewegen per dag. We zien ook dat dit aandeel daalt met de leeftijd. Over de hele volwassen Vlaamse bevolking haalt gemiddeld 40% de beweegnorm. Er zijn echter grote verschillen tussen mannen en vrouwen: 52% van de mannen behaalt deze gezondheidsaanbeveling tegenover slechts 28% van de vrouwen. Het grootste verschil tussen mannen (76%) en vrouwen (35%) wordt waargenomen bij de jongvolwassenen (15-24 jaar). In 2001 (43%) en 2004 (41%) bleef het percentage van Vlamingen dat de bewegingsaanbeveling haalde redelijk stabiel. In 2008 werd een verbetering vastgesteld (45%), in 2013 opnieuw een daling (40%). Deze gegevens komen overeen met andere studies die aangeven dat wereldwijd 31% van de volwassenen fysiek inactief is en 35% bij de Europeanen, waarbij de inactiviteit ook toeneemt met de leeftijd en hoger is bij vrouwen (Gezondheidsenquête, 2013) Ouderen zijn de bevolkingsgroep met het grootste aandeel fysiek inactieven (68%), met 75+ (92%) als grootste risicodoelgroep volgens de Belgische Gezondheidsenquête (Drieskens, 2013). Dit is een risicofactor voor de toekomst omwille van de toenemende vergrijzing. 40% - 30min beweging per dag

4 Langdurig zitten Zitgewoonte van de Vlaming Gezondheidsrisico’s
Vlaamse volwassenen zitten gemiddeld 8,3 uur stil Het negatief e ect van sedentair gedrag op de gezondheid is onafhankelijk van de mate waarop iemand matig of intensief beweegt. Aanbeveling: Langdurige periodes van sedentair gedrag beperken en regelmatig onderbreken (om de 20 minuten tot het half uur). Bij ouderen is dit extra belangrijk voor de preventie van spierafbraak. VIGeZ, Van Acker R. & De Meester F. (2015). Langdurig zitten: de uitdaging van de 21ste eeuw. Syntheserapport als actuele onderbouw voor de factsheet sedentair gedrag. Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie. Brussel.

5 Gezondheidsongelijkheid
Laaggeschoolde Vlaming Sterft 7,5 jaar vroeger Leeft 18 jaar minder lang in goede gezondheid Dan hooggeschoolden 44 % van de laagst opgeleide heeft een (of meerdere) chronische aandoeningen Uit TAHIB studie ( Uit de TAHIB -studie blijkt dat de laaggeschoolde Vlaming gemiddeld 7,5 jaar vroeger sterft dan de hooggeschoolde. Van die levensjaren zijn er dan nog 11 (lager onderwijs) tot 18 (geen onderwijs) minder in goede gezondheid dan bij de hooggeschoolden. Chronische aandoeningen komen voor bij 20% van de hoger opgeleiden en bij 44% van de laagst opgeleiden.

6 Doelstelling BOV Meer bewegen op maat van de deelnemer
Bewegen als continuüm Gezondheidswinst op fysiek, mentaal en sociaal vlak De doelstelling van bewegen op verwijzing is natuurlijk om de deelnemers (meer) aan het bewegen te krijgen. En dit op maat van de deelnemer. Het is de bedoeling dat de deelnemer beweging vindt die hij of zij op lange termijn kan volhouden. We zien bewegen als een continuüm dat gaat van sedentair gedrag onderbreken tot startende sportparticipatie Uiteindelijk willen we dat de deelnemers gezondheidswinst heeft. Dit kan op fysiek, mentaal en sociaal vlak. Beweging wordt bekeken vanuit de 4 beweegcontexten, zoals we die ook kennen uit stappen. Thuis Vrije tijd Actieve verplaatsing Op het werk In al deze contexten kan de deelnemer kiezen om meer te bewegen. Deze contexten kunnen ook een leidraad bieden om het beweegaanbod in kaart te brengen.

7 Doelgroep Doelgroep: volwassenen met een verhoogd beïnvloedbaar gezondheidsrisico dat verminderd kan worden door voldoende te bewegen en sedentair gedrag tegen te gaan. Extra aandacht: kwetsbare groepen De doelgroep van deze methodiek zijn alle volwassenen met een verhoogd beïnvloedbaar gezondheidsrisico dat verminderd kan worden door voldoende te bewegen en sedentair gedrag tegen te gaan. Hierbij is wel extra aandacht voor kwetsbare groepen. Zoals zojuist gezien is er hier ook extra nood. De toegankelijkheid voor kwetsbare groepen is een belangrijk element. Het is niet evident om deze doelgroep te kunnen bereiken maar deze methodiek heeft in het verleden al bewezen dat ze bereikt kunnen worden.

8 Korte historiek van BOV
: focusgroepen in Leuven (Riso VL-Br & WGC) Feb. 2010: start tot 50 deelnemers (WGC de ridderbuurt) : +/- 100 deelnemers (vnl WGC De Ridderbuurt & De Central) : uitbreiding +/- 300 deelnemers Verruiming doelgroep Toeleiding Leuvense huisartsen 2015 Continuering BOV Leuven Voorbereiding uitbreiding Besluit Vlaamse Regering Regelmatige positieve evaluaties Bewegen op Voorschrift, alias het BOV-project, werd in 2009/10 in Leuven geboren vanuit gesprekken met artsen en maatschappelijk kwetsbare patiënten. De feiten dat maatschappelijk kwetsbare mensen een hoger gezondheidsrisico lopen en meerdere drempels ervaren om gezond te bewegen in het dagelijkse leven en om deel te nemen aan het reguliere beweeg- en sportcircuit gaven een aanzet om te investeren in BOV. Na een intens participatief traject dat resulteerde in het uitwerken van een laagdrempelig BOV-protocol, startten op initiatief van Riso Vlaams-Brabant en WGC De Ridderbuurt in februari 2010 een vijftigtal BOV-deelnemers met een beweegtraject op maat. In de periode 2011 en 2012 begeleidden de BOV-coaches een 100-tal mensen. De eerste deelnemers werden doorverwezen van WGC De Ridderbuurt en WGC De Central, nadien participeerden ook andere Leuvense deelnemers aan BOV. Dit was mogelijk gemaakt dankzij steun van de stad Leuven, de provincie Vlaams-Brabant en de Koning Boudewijnstichting en vanaf 2011/12 ook dankzij steun van de Vlaamse overheid (beleidsdomein en minister Welzijn, Volksgezondheid en Gezin). In 2013 en 2014 kon BOV dankzij middelen van de Vlaamse overheid (beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin) uitgebreid worden met meer BOV-coachingsuren. Gedurende die periode begeleidden de BOV-coaches meer dan 300 mensen. Uit de registratie bleek dat, zelfs met het verruimen van de doelgroep (werking naar de algemene bevolking door intake via ‘reguliere’ huisartsen), maatschappelijk kwetsbare deelnemers (VT) ongeveer 35% van de bereikte populatie bleven uitmaken. Daarnaast stuurde het overgrote deel van de huisartsen mensen door naar de BOV-coach. In 2015 kond BOV in Leuven gecontinueerd worden dankzij middelen van de Vlaamse overheid (beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin). 2015 werd ook een cruciaal jaar voor de uitvoering van BOV in heel Vlaanderen. Riso Vlaams-Brabant coördineerde een stuurgroep op Vlaams niveau om de randvoorwaarden te inventariseren voor een mogelijke uitrol van BOV in heel Vlaanderen. Op basis van deze geïnventariseerde randvoorwaarden werkte het AZG een voorstel voor implementatie uit, dat op 18 dec ‘15 goedgekeurd werd: Zo werd het startschot gegeven voor de verdere gecontroleerde uitrol van BOV over heel Vlaanderen, te coördineren door de VIGeZ, i.s.m. de Vlaamse stuurgroep Deze methodiek is ondertussen regelmatig onderzocht, werkzame elementen zijn gedefinieerd en de moeilijke punten die ze tegen zijn gekomen worden nu zo goed mogelijk op voorhand vermeden.

9 Vlaamse stuurgroep BOV
Logo’s IMA Agentschap Zorg & Gezondheid Kabinet Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Samenlevingsopbouw Domus Medica Agentschap Sport Vlaanderen Kabinet Sport VVSG ISB Vereniging voor wijkgezondheidscentra Universiteiten Netwerk tegen armoede VIGeZ Universiteiten met LO opleidingen

10 Enkele resultaten Deelnemers bewegen meer
Hier volgen enkele resultaten uit de evaluaties uit het Leuvense project. Alle evaluatierapporten zijn terug te vinden op Ze bewegen meer! In deze grafiek is te zien dat de deelnemers duidelijk meer zijn gaan bewegen na de interventie. Dit is ongeveer 6 maanden na de start. Er zijn geen opvolgstudies gedaan op deze methodiek in België maar gelijkaardige methodes in het buitenland tonen aan dat dit op lange termijn goed wordt volgehouden. Hierbij is het wel van belang dat er op lange termijn een mogelijkheid tot opvolging is. Bijvoorbeeld door de huisarts die na een jaar nog eens vraagt ‘hoe het nog gaat met het bewegen?’ Indien de deelnemer niet meer beweegt, kan de huisarts de deelnemer nog eens kort naar de BOV-coach verwijzen.

11 Enkele resultaten Deelnemers voelen zich beter
Ze bewegen niet alleen meer, maar ze ervaren ook heel wat andere voordelen. Dit zijn zelfgerapporteerde voordelen die de deelnemers op het einde ervaren. Bijvoorbeeld: Meer dan 7 op 10 deelnemers voelt zich algemeen beter.

12 Enkele resultaten De doelgroep wordt bereikt
Tijdens de verbreding van de doelgroep in ging men na of men nog de kwetsbare doelgroep bereikte. Hier zien we een taartdiagram van alle deelnemers onderverdeeld in een groep die recht had op verhoogde tegemoetkoming en een groep die geen recht had op verhoogde tegemoetkoming. De groep die recht heeft op verhoogde tegemoetkoming maakt 37% uit. Ter vergelijking in de Leuvense populatie heeft ongeveer 17% recht op verhoogde tegemoetkoming. Op basis van dit criterium zouden we kunnen zeggen dat de doelgroep goed bereikt wordt. Let op: de groep van kwetsbare mensen is groter dan de mensen die recht hebben op verhoogde tegemoetkoming. Dankzij de verhoogde tegemoetkoming zijn raadplegingen, geneesmiddelen, hospitalisatie, enz. goedkoper. In bepaalde gevallen hebt u daarop automatisch recht. In andere gevallen moet u daarvoor bij uw ziekenfonds een aanvraag indienen.

13 Enkele resultaten Kosteneffectiviteit
Er zijn enkele synthesestudies die de kosteneffectiviteit van verschillende interventies met elkaar vergelijken. Deze vergelijkbaarheid is niet optimaal, aangezien verschillende studiedesigns, doelgroepen en opvolgmetingen gebruikt werden in de verschillende interventies. Toch geeft het een goed zicht op hoe het met de kosteneffectiviteit gesteld is van ‘BOV-varianten’ ten opzichte van andere interventies. De grafiek, uit een studie van Garret et al, 2011, illustreert de volgorde van kosteneffectiviteit op basis van QALY’s (Quality-Adjusted Life Years; een maat voor ‘een extra levensjaar in goede gezondheid’). In de onderstaande figuur wordt de kost om 1 extra gewonnen QALY te bekomen weergegeven per interventie. Er is geen vast bedrag om te bepalen of een interventie kosteneffectief is, maar tussen de en euro wordt vaak als drempel toegepast. Hoe meer een interventie onder deze drempel scoort, hoe meer kosteneffectief ze is. De buitenlandse variant van ‘BOV’ die in deze studie werd gebruikt, scoort goed.

14 Mogelijkheid tot het inbouwen van een bewegingstussendoortje

15 Mogelijkheid tot het inbouwen van een bewegingstussendoortje

16 Beweging op verwijzing Vlaanderen
Vanuit de ervaringen uit het Leuvense project: Succesfactoren behouden moelijkheden op voorhand kennen en proberen te voorkomen Nu eens kijken hoe het in Vlaanderen uitgerold zal worden. Beweging op verwijzing Vlaanderen

17 Belangrijke kenmerken
Vast verloop BOV-coach Intersectoraal netwerk Kleinstedelijke zorgregio Toegankelijke dienstverlening Laagdrempelig beweegaanbod Dit is een overzicht van de belangrijke kenmerken die we zo dadelijk zullen overlopen.

18 Vast verloop Huisarts stelt indicatie
Huisarts motiveert & verwijst naar BOV-coach De patiënt neemt contact op met de BOV-coach Eerste afspraak bij de BOV-coach – intake peiling naar behoeften, mogelijkheden en wensen samen met deelnemer een beweegplan opmaken dat haalbaar is beweegplan op maat en aanpasbaar Indien mogelijk worden eventuele financiële tussenkomsten voor participatie aan het reguliere beweegaanbod aangereikt. Opstart beweegplan Opvolging beweegplan Afrondingsgesprek met BOV-coach na ongeveer 6 maanden – out-take De huisarts geeft zijn patiënten, die aan de inclusiecriteria voldoen, een advies om een coach in te schakelen om minder inactief te gaan leven en meer te gaan bewegen. De persoon die het doktersadvies krijgt, moet vervolgens zelf de stap zetten naar de BOV-coach. Dit ‘doktersadvies’ werkt als een motivator voor de deelnemer en geeft tegelijk de BOV coach de nodige informatie om de begeleiding efficiënt en ‘veilig’ te realiseren. Op dit doktersadvies zal geen ziekte of aandoening staan maar enkel wat voor soort beweging de deelnemer mag doen of niet mag doen. Voor de doelgroep die de coaching echt nodig heeft, wordt de drempel zo laag mogelijk gehouden, bijvoorbeeld door de mogelijkheid in te bouwen de coach via sms te contacteren, waarna de BOV coach zelf contact opneemt voor een afspraak. Het traject start met een intake, op basis waarvan de bov-coach en de deelnemer een beweegplan uitwerken in functie van de interesses en mogelijkheden van de deelnemer. Zodra dit beweegplan klaar is, volgt een traject waarin de BOV coach de deelnemer verder helpt en motiveert om zijn inactieve leefstijl af te bouwen en meer te gaan ‘bewegen’. Eens dit het geval is, volgt er een afrondingsgesprek. Hier is het van belang dat de deelnemer extra wordt aangemoedigd om zelfstandig zijn beweegplan/nieuwe leefstijl verder te zetten. De bedoeling is dat de deelnemer 6 maanden na het einde van het traject nog eens wordt benaderd over hun huidig beweeggedrag. De BOV coach geeft ook feedback aan de huisarts over 1) de eerste afspraak (het beweegplan), 2) drop-out en 3) de resultaten. Daarnaast worden interesses in andere gezondheidsbevorderende thema’s ook doorgegeven aan de huisarts. BOV is niet bedoeld voor het behandelen van ziektes maar ter preventie BOV is niet bedoeld om met de mensen te gaan bewegen, ze moeten zelfstandig verder kunnen.

19 Vast verloop Digitaal registratiesysteem
BOV-coach geeft feedback aan de huisarts Toegangspoort is huisarts (motivator & opvolging) De deelnemer kan alleen verder zonder de BOV-coach motivatie en zelfredzaamheid inzichten in het eigen beweeggedrag vaardigheden om dat gedrag te veranderen. Max 7uur coaching per deelnemer Hoeveelheid coaching afhankelijk van deelnemer Individueel of in groep Coach wordt betaald per 15’ De BOV-coach zal kunnen beschikken over een digitaal registratiesysteem. De huisarts is een zeer belangrijke toegangspoort tot BOV-coaching. Daarom is het belangrijk dat een vertegenwoordiging van de huisartsen deel uit zal maken van het intersectoraal netwerk. Daarnaast zal het belangrijk zijn om regelmatig alle huisartsen in de regio te informeren en te motiveren over BOV. De huisarts is niet enkel een belangrijke toegangspoort maar ook een eerste motivator en een belangrijke motivator op lange termijn. De huisarts kent de deelnemer en zal de deelnemer ook zien na de BOV-coaching. Op lange termijn is het belangrijk dat de deelnemer bevraagd wordt over zijn/haar beweeggedrag. Een positieve bekrachtiging van de huisarts zal zeker geapprecieerd worden door de deelnemer. Indien de deelnemer stilgevallen is, kan de huisarts de deelnemer nog eens kort naar de BOV-coach verwijzen. De bedoeling is dat de deelnemer zelfstandig verder kan zonder BOV-coach. Daarom versterkt de BOV-coach de intrinsieke motivatie en het geloof in eigen kunnen om de beweging vol te houden. De BOV-coach neemt de deelnemer op een pad van gedragsverandering. De vaardigheden die de deelnemer hiervoor nodig heeft worden op deze manier versterkt zodat deze mogelijks ook in andere thema’s kunnen gebruikt worden. Er is een maximum van 7 uur coaching per deelnemer per jaar voorzien. Doet men meer, dan moet men alles zelf betalen. Dit is wel een maximum. Er zullen heel wat deelnemers zijn die deze 7 uur niet nodig hebben. Men moet zeker niet deze 7 uur volledig volgen. De deelnemers kunnen in groep of individueel gecoacht worden door een BOV-coach. Het meest voorkomende zal waarschijnlijk individuele coaching zijn. Maar men heeft ook de mogelijkheid om in groep gecoacht te worden. Let op dit zijn geen beweeglessen. Het gaat vnl over het motiveren en begeleiden van de deelnemers naar een actieve levensstijl. Er kunnen bewegingstussendoortjes inzitten maar dit mag niet de hoofdzaak zijn.

20 Vast verloop Individueel contact (15 euro/kwartier)
Individueel contact (15 euro/kwartier) Groepscontact (5 euro/kwartier) VT Vlaamse overheid: € 14 max bijdrage deelnemer: € 1 Vlaamse overheid: € 4,5 max bijdrage deelnemer: € 0,5 Niet-VT Vlaamse overheid: € 10 max bijdrage deelnemer: € 5 Vlaamse overheid: € 4

21 BOV-coach Motivator in gedragsverandering
Beweegplan opstellen samen met deelnemer en rekening houden met: Input huisarts Situatie van de deelnemer Verwachtingen van de deelnemer Mogelijkheden van de deelnemer Samen bewegen Behandeling van aandoening Freelance of in vast dienstverband Engagementsverklaring andere taken De aanvragers doen een voorstel van BOV-coach in hun aanvraag. Zo kan je lokaal kiezen met welke persoon/personen je aan de slag wilt. Beweging in het kader van preventie Krijgt input van de huisarts en houd rekening met de situatie, verwachtingen en mogelijkheden van de deelnemer om samen met de deelnemer een beweegplan op te stellen. Hij gaat niet samen met de deelnemers bewegen. tenzij ze al wandelend de coaching zouden doen. Hij gaat ook geen aandoening behandelen daarvoor moet doorverwezen worden naar kinesitherapeuten. Freelance flexibel inzetbaar – avond/weekend enkel betalen voor de uren die nodig zijn Geen financieel risico voor het BOV-netwerk frisse kijk op zaken; ziet snel mogelijke verbeteringen moet zichzelf blijven bewijzen om nieuwe deelnemers binnen te halen heel duidelijke taakafspraken en transparantie nodig Kans op frequente wissel van coaches omwille van jobonzekerheid mogelijk belangenconflict met andere commerciële activiteiten minder ingebed in organisatie/project Vast dienstverband flexibiliteit om taken op te nemen die niet rechtstreeks bij de coachingopdracht horen inbedding in organisatie/project, maakt deel uit van een team Moeilijk in te schatten of er voldoende coachingsprestaties zullen zijn om loon volledig te dekken Financieel groter risico

22 BOV-coach Competentieprofiel nodig voor kwaliteitsvolle uitrol
Beweging Motivatie Doelgroep Niet één enkele vooropleiding Opleidingen uitnodigen Master Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Master Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie Bachelor Sport en Beweging Bachelor Lichamelijke Opvoeding en Bewegingsrecreatie Vorming voorzien vlak na elke goedkeuringsronde Een BOV-coach moet aan een aantal competenties voldoen. Er is een competentieprofiel opgesteld door de Vlaamse stuurgroep BOV. De competenties voor een BOV-coach worden niet gedekt door één enkele opleiding. Meerdere opleidingen die al sterk gelinkt zijn aan het competentieprofiel zullen weerhouden worden. Op basis van het competentieprofiel en de vooropleiding wordt, in samenwerking met de opleidingsinstituten, nagegaan welke kennis en vaardigheden nog verder aangescherpt moeten worden. Daarvoor moet de BOV-coach een opleiding op maat volgen bij het VIGeZ. In deze opleiding wordt het BOV-project toegelicht en worden de nodige competenties (bv. Motiverende gespreksvoering, omgaan met kwetsbare groepen) verder aangescherpt.  Momenteel gaat VIGeZ na -voor welke vooropleidingen er in september een deskundigheidsbevorderingstraject klaar zal zijn. De opleidingen die nu bevraagd worden, zijn: Master Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen Master Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie Bachelor Sport en Beweging Bachelor Lichamelijke Opvoeding en Bewegingsrecreatie

23 Intersectoraal netwerk
De lokaal besturen Gezondheids- en welzijnspartners (bv. mutualiteiten, CAW, buurtwerk, gemeentelijke of stedelijke gezondheidsdienst, …) Partners met laagdrempelig beweegaanbod, incl. recreatieve sport (bv. sportraad, gemeentelijke of stedelijke sportdienst,…) alle lokale huisartsenkringen werkzaam in alle betrokken gemeenten Organisatie(s) die maatschappelijk kwetsbare groepen vertegenwoordigen (bv. Samenlevingsopbouw, verenigingen waar kansarmen het woord nemen,…) Het Logo werkzaam voor het kleinstedelijk gebied in kwestie Alle sectoren in het vet moeten lokaal betrokken worden voor het vormen van een lokaal intersectoraal BOV-netwerk. Achter elke ‘sector’ staan elke mogelijke voorbeelden.

24 Intersectoraal netwerk
Waarom? Lokaal draagvlak Lokale inbedding Bekendmaking en toeleiding Aansturen BOV-coach Infrastructurele voorwaarden Laagdrempelig beweegaanbod Wegnemen andere drempels (uitpas, kleding,…)

25 Kleinstedelijke zorgregio
Er wordt slechts één aanvraag per kleinstedelijke zorgregio goedgekeurd. omvat het BOV-initiatief van bij de aanvang zoveel gemeenten dat minstens 25% van de inwoners van het kleinstedelijk gebied kunnen worden bereikt dan kan men een aanvraag indienen; De aanvrager ontvangt een éénmalige incentive, vermeld in het BVR, volledig vanaf het moment dat 50% van de inwoners van het kleinstedelijk gebied kunnen worden bereikt; De aanvrager geeft weer welke stappen ze zullen zetten om andere gemeenten te overtuigen om aan te sluiten; Er kan slechts één BOV-initiatief per zorgregio kleine stad ingediend worden. Dit initiatief moet de intentie hebben om BOV in heel de zorgregio aan te bieden voor eind Elke zorgregio kleine stad kan opgesplitst worden in lokale antennes. Deze lokale antennes kunnen zelf een intersectoraal netwerk organiseren waarin de verschillende sectoren vertegenwoordigd zijn: lokale besturen, huisartsenkring, gezondheids- en welzijnszorg, aanbieders laagdrempelig beweegaanbod en organisaties die kwetsbare groepen vertegenwoordigen. Als je werkt met lokale antennes moet je duidelijk maken hoe de communicatie zal verlopen tussen het overkoepelend netwerk en de lokale antennes. Deze lokale antennes kunnen dan heel wat taken opnemen voor hun eigen kleinere regio. Enkele voorbeelden hiervan: Creëren van draagvlak Voorzien van infrastructurele voorwaarden van de BOV-coach In kaart brengen van het laagdrempelig beweegaanbod en screenen op toegankelijkheid Het huidige beweegaanbod laagdrempeliger maken of creëren van bijkomend laagdrempelig beweegaanbod Bekendmaking van BOV ... Een fictief voorbeeld: Stel er is een kleinstedelijke zorgregio van inwoners, verdeeld over 15 gemeenten of steden met elk inwoners. Ze moeten gezamenlijk één aanvraag indienen. Om het praktisch vlot te laten verlopen zetten ze 3 lokale antennes op waar telkens 5 gemeenten of steden vertegenwoordigd zijn. In elk van deze 3 lokale antennes zijn de volgende sectoren vertegenwoordigd: lokale besturen, huisartsenkring, gezondheids- en welzijnszorg, aanbieders laagdrempelig beweegaanbod en organisaties die kwetsbare groepen vertegenwoordigen. Er wordt een overkoepelend netwerk opgericht met partners uit elke lokale antenne en uit elke sector om onder andere één aanvraag in te dienen, om jaarlijks een verslag in te dienen,… Binnen het overkoepelend netwerk en elke lokale antenne is een trekker aangesteld.

26 Kleinstedelijke zorgregio: een voorbeeld
inwoners % Neerpelt Hamont-Achel 14371 19,3 Hechtel-Eksel 12266 16,4 16836 22,6 Overpelt 14848 19,9 Peer 16284 21,8 TOTAAL 74605 100,0 Geen enkele gemeente kan alleen starten (25%) Voor incentive van € 3730,25 moeten minstens 3 gemeenten/steden deelnemen (50%) Er kunnen lokale antennes opgemaakt worden Hamont-Achel, Neerpelt & Overpelt Peer & Hechtel-Eksel Een voorbeeld

27 Toegankelijke dienstverlening
Bereikbaarheid Voldoende locaties Openbaar vervoer In de buurt Vermijden psycho-sociale drempels Wijze van contactname Taalgebruik Financiële toegankelijkheid vermijden van (indruk van) belangenvermenging, commercialisering en niet-gezondheidsbevorderende beeldvorming Het is belangrijk dat de BOV-coach zelf erg toegankelijk is. Zeker voor kwetsbare groepen. Enkele belangrijke punten waar we aan denken zijn: Voldoende locaties Is er een locatie dicht bij andere openbare dienstverlening Is er een locatie dicht bij buurten met hogere concentratie van maatschappelijk kwetsbare groepen Worden psycho-sociale drempels zo veel mogelijk vermeden? bv iemand die nooit in een sporthal geweest is, zal het als een drempel ervaren om daar naar toe te gaan. Is de wijze van eerste contactname zo laagdrempelig mogelijk? bv via , sms,… Wordt er toegezien op de financiële toegankelijkheid? bijvoorbeeld: toezicht op de gevraagde eigen bijdrage voor de BOV-coaching, eventueel organiseren van bijkomende tegemoetkoming voor bepaalde groepen; De BOV-coach is zelf ook zo toegankelijk mogelijk bijvoorbeeld: de manier waarom de communicatie gebeurt tussen de BOV-coach en de deelnemer, taalgebruik en een empathisch-participatieve manier van werken; Wordt (de indruk van) belangenvermenging, commercialisering en niet gezondheidsbevorderende beeldvorming vermeden, bijvoorbeeld: de coaching vindt niet plaats in een omgeving die in strijd is met de principes van een gezondheidsbevorderende omgeving (vb reclame voor alcohol,..), de BOV- coach is onafhankelijk en verwijst niet door naar eigen betalend aanbod; De toegankelijkheid van het lokaal beweegaanbod wordt dadelijk besproken bijvoorbeeld: zorgen voor voldoende aanbod dat aan de noden van de verschillende doelgroepen, waaronder inactieve en kwetsbare groepen met verhoogd risico op gezondheidsproblemen, voldoet en wegwerken van financiële en andere drempels tot deelname aan beweegaanbod (vb in kaart brengen en stimuleren van lokale/regionale financiële tegemoetkomingen, OCMW, Uitpas…).

28 Stelling: sta recht als je akkoord bent
Voor een toegankelijke beweegaanbod is het belangrijk dat je kan starten op een laag activiteitsniveau Mogelijkheid tot bewegingstussendoortje Onmiddellijk een link met het volgende onderdeel: laagdrempelig beweegaanbod

29 Laagdrempelig beweegaanbod
Waaier van mogelijkheden en niveau’s? Individueel bewegen Thuis Op het werk Onderweg Vrije tijd In groep bewegen Georganiseerd beweegaanbod Beschouw ‘beweegaanbod’ eerst en vooral als een ruim begrip om het aantal bewegingskansen te optimaliseren. Een bewegingsaanbod kan in meerdere contexten plaats vinden, en dus ruimer gaan dan de vrije tijd alleen. Naast een georganiseerd beweegaanbod in de vrije tijd, liggen bijvoorbeeld kansen in een beweegaanbod voor meer actieve verplaatsingen via voordelige fietsdeelsystemen, of zelfs concepten als samen tuinieren in de (nabije) thuisomgeving. Daarnaast kijken we naar het georganiseerd beweegaanbod waartoe ook het sportaanbod hoort.

30 Georganiseerd beweegaanbod (enkele vragen)
Betaalbaar Is het mogelijk om na deelname te betalen? Is het lidgeld betaalbaar? Bereikbaar Ligt het beweegaanbod voldoende dicht bij woon- of werkplaats? Beschikbaar Kan er op een zeer laag activiteits- en vaardigheidsniveau gestart worden? Begrijpbaar Is het duidelijk wie aangesproken kan worden om meer informatie te vragen? Een laagdrempelig beweegaanbod maakt de stap naar meer bewegen voor inactieve en kwetsbare groepen kleiner. Maar wat is dat juist, een laagdrempelig beweegaanbod? In het evaluatierapport over het pilootproject van BOV in Leuven wordt een analysekader voor toegankelijkheid in de context van bewegen gebruikt. Hier staan de 8 B’s centraal:  Bruikbaarheid Betaalbaarheid Bereikbaarheid Beschikbaarheid Begrijpbaarheid Bekendheid Betrouwbaarheid Begrip – begripvol zijn Beschouw ‘beweegaanbod’ eerst en vooral als een ruim begrip om het aantal bewegingskansen te optimaliseren. Een bewegingsaanbod kan in meerdere contexten plaats vinden, en dus ruimer gaan dan de vrije tijd alleen. Naast een georganiseerd beweegaanbod in de vrije tijd, liggen bijvoorbeeld kansen in een beweegaanbod voor meer actieve verplaatsingen via voordelige fietsdeelsystemen, of zelfs concepten als samen tuinieren in de (nabije) thuisomgeving.

31 Georganiseerd beweegaanbod (enkele vragen)
Bruikbaar Komt het beweegaanbod tegemoet aan de motivatie / wensen van de deelnemer? Bekend Is het beweegaanbod bekend? Betrouwbaar Wordt de deelnemer aangenaam en veilig ontvangen? Begrip Hebben de lesgevers inzicht in de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare groepen?

32 Timing aanvraagmomenten
2016 15 juni 30 september 31 december 2017 & 2018 Coaching tot 2020 Maar geen ‘open end subsidie’ Vlaamse opvolging Wil je samen met je lokale partners een BOV-aanvraag indienen? Je kan hiervoor hulp van het Logo uit je regio inschakelen. Het Logo begeleidt je bij het uitschrijven van een kwaliteitsvol dossier. Probeer ook al een intersectoraal netwerk met verschillende partners op te stellen. Dat zal ervoor zorgen dat je het dossier vlotter kan invullen. Heb je nu niet voldoende tijd om een aanvraagdossier op te stellen? Geen probleem, ook op bepaalde momenten in 2016, 2017 en 2018 kan je nog een aanvraag indienen. Zo heb je voldoende tijd om een goed en degelijk dossier uit te schrijven. Iedere 'zorgregio kleine stad' kan een lokaal BOV-project opstarten. In 2016 kan je op drie momenten een aanvraag indienen: 15 juli 2016 30 september 2016 31 december 2016 Ook in 2017 en 2018 kan je nog een aanvraag indienen. De goedkeuring van jullie dossier gebeurt maximum 40 werkdagen na de deadline van indienen. De terugbetaling voor de BOV-coaching is voorzien tot en met 31 december Het gaat hier niet om een ‘open end subsidie’. De vraag kan maar ingevuld worden tot zolang het voorziene budget dit toelaat. Dit betekent dus dat bij een uitzonderlijk groot succes de subsidie eerder op zou zijn. Er zal een nauwgezette opvolging van de prestaties voor coaching gebeuren. Zodat er tijdig geanticipeerd kan worden.

33 projectaanvraag Engagementsverklaringen lokale partners
Aanvraagdossier Engagementsverklaringen lokale partners Engagementsverklaringen BOV-coach CV BOV-coach Advies Logo Beoordeling minstens 2 onafhankelijke beoordelaars Beoordeling voorleggen aan stuurgroep 40 werkdagen later antwoord Het Logo uit jouw regio adviseert het dossier op basis van op voorhand vastgelegde criteria. Alle aanvragen worden beoordeeld op basis van deze criteria. Elke aanvraag wordt beoordeeld door minstens 2 onafhankelijke beoordelaars van VIGeZ. De Vlaamse stuurgroepleden van het BOV-project keuren de beoordelingen goed of keuren de beoordeling af. Maximum 40 werkdagen na het verstrijken van de eerstvolgende deadline krijg je een antwoord. Als jouw aanvraag goedgekeurd is, kan je vervolgens aan de slag met jouw lokaal BOV-initiatief. Indien jouw aanvraag niet goedgekeurd is, krijg je feedback op de aanvraag en kan je hieraan werken om bij een volgende deadline opnieuw een dossier in te dienen.

34 Bedankt voor jullie aandacht


Download ppt "Bewegen Op Verwijzing."

Verwante presentaties


Ads door Google