Brief aan de Galaten -13- De twee evangeliën. Galaten 2:7-10 2 evangeliën 2 apostelschappen Paulus en Petrus.

Presentatie over: "Brief aan de Galaten -13- De twee evangeliën. Galaten 2:7-10 2 evangeliën 2 apostelschappen Paulus en Petrus."— Transcript van de presentatie:

1 Brief aan de Galaten -13- De twee evangeliën

2 Galaten 2:7-10 2 evangeliën 2 apostelschappen Paulus en Petrus

3 Twee evangeliën met twee doelen Evangelie van de Besnijdenis Redt tot het aardse koninkrijk dat door de profeten aangekondigd en beloofd was Evangelie van de voorhuid Redt tot het lichaam van Christus te midden van de hemelingen in de hemelen

4 Het evangelie van de besnijdenis draait om de gerechtigheid van de mens. Evangelie van de voorhuid: de gerechtigheid door door geloof wordt ontvangen, is van God Romeinen 1:16,17; 3:25,26

5

6 De rechtvaardiging bij de besnijdenis is door het in acht nemen van de Thora Romeinen 10:3 Zelfs Petrus die naar Cornelius ging, moest gecorrigeerd worden Galaten 2:14-16

7 Abram geloofde Al-Aliun, Onderschikker-allerhoogste dit is de Eigenaar van de hemelen en aarde קנה = qoph-nun-hee 100-50-5

8 Melchizedek = priester van: עליון לאל voor Al – Oliun; God, allerhoogste, Bezitter van hemelen en aarde

9 Brood + wijn De mens zal niet leven van brood alleen maar van alle uitspraken die uit Gods mond uitgaan – Mattheüs 4:4 Wijn verheugt het hart van de sterve- ling - Psalm 104:15

10 Abram: het geloof – gerechtigheid: Abram niet alleen gezegend, maar de Gever van zegen wordt gezegend, dat is het doel en einde van alle gerechtigheid van God. Gn.14:18,19

11 Rechtvaardiging door geloof is de basis van het evangelie van de voorhuid

12 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u geeft tienden van de munt, de dille en de komijn, en u laat het belangrijkste van de Wet na: het recht, en de barmhartigheid en het geloof. Deze dingen zou men moeten doen en die dingen niet nalaten. Blinde leiders, die de mug uitzift maar de kameel doorslikt. Mattheüs 23:23,24

13 De koningen van Sodom erkenden God niet als de Eigenaar van alles. Maar, o mens, wie ben jij toch dat je God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen de Maker zeggen: Waarom hebt U mij zó gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp het ene voorwerp tot eervol, het andere tot oneervol te maken? Romeinen 9:20,21

14 Abram en God: Genesis 15:1-6 - geen zoon gegeven - geen tijd vermeld - fysiek geen vervulling - Abram elke dag ouder - geen uiterlijk teken - geen activiteit van het vlees - alleen geloof in Gods beloften Rom.4:1-20; Gal.3:6; Fil.3:9

15

16 God en Abram (in onbesnedenheid) - God doet niets, zegt alleen de belofte - Abram doet niets, hoort en gelooft - Totale afwezigheid van werken Gen. 15 Toen Abram geen nageslacht meer kon verwekken, onthulde Hij zich als AL-Sjad- dai, God, de al-genoegzame - Gen. 17

17 Abram lotgenieter van de de wereld Romeinen 4:1-25 geen werken geloof gerechtigheid onbesnedenheid onvermogen van het vlees

18 Abrams hart was op God gericht, niet op Zijn gaven/geschenken Abram geloofde in die God, die de doden opwekt en wat er niet is roept alsof het al was  schepping / nieuwe schepping

19

20 Geloof kenmerkt Abram in Genesis 12-15 Geloof kenmerkt de gelovige vandaag, die genoeg heeft aan het woord van God alleen. Wij wandelen door geloof

21 Wijnstok beeld vd beloften aan Abram; De Heer is zelf de ware wijnstok, in Hem zijn alle beloften van God ‘ja’ en ‘amen’

22

23 De lijn van geloof is dat Abram passief aanvaardde wat God zei. Hij geloofde dat God wáár is. Het aannemen van Gods onthullingen is niet alleen meer juist en terecht dan al het andere in de wereld, het zet ook alles recht. Het zet God en mens op de juiste plaats. Het handelen van de gelovige wordt wérkelijk rechtgezet doordat het door God verbonden wordt met het offer van Christus