De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Vennootschapsbelasting voor overheden A. Tolsma MSc Adviseur financiën GRD.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Vennootschapsbelasting voor overheden A. Tolsma MSc Adviseur financiën GRD."— Transcript van de presentatie:

1 Vennootschapsbelasting voor overheden A. Tolsma MSc Adviseur financiën GRD

2 De huidige Vpb komt uit 1969. Vanwege creëren van een gelijk speelveld en staatssteundiscussie wordt de Vpb gemoderniseerd. Betreft een belasting over de winst. Winst tot € 200.000 belast met 20% Winst boven € 200.000 belast met 25% De modernisering is in versnelling gekomen door druk van Europese Commissie. Hierdoor zeer kort tijdspad voor invoering binnen organisaties. Algemeen

3 Tijdspad VPB

4 VPB vs Wet Markt en Overheid Overeenkomsten - Beide doel creëren van gelijk speelveld - Beide dwingen af dat met een integrale kostprijs wordt gewerkt. Maar…. - Wet M&O niet van toepassing als een overheidstaak wordt uitgevoerd. - Algemeen bestuur kan bewust besluiten om af te wijken. - Bij gelieerde verhoudingen moet met marktprijs ipv kostprijs worden gewerkt

5 Wanneer Vpb? Vpb van toepassing als sprake is van winst. Betreft hier winst vanuit fiscaal oogpunt. Winst vanuit BBV dient dan ook gecorrigeerd te worden (oa rente, toerekening kosten) Per activiteit zal moeten worden bepaald of sprake is van een onderneming (door de ondernemerspoort gaan).

6 Onderneming (1)

7 Onderneming (2) 1 e criteria: Duurzame organisatie arbeid en kapitaal Wordt eigenlijk altijd aan voldaan. Medewerkers in dienst, sprake van geldstromen Wanneer niet? Normaal vermogensbeheer (oa kale verhuur van vastgoed)

8 Onderneming (3) 2 e criteria: Deelname aan het economisch verkeer Er moet een sprake zijn van een individuele aanwijsbare tegenprestatie. Dus de afnemer betaalt een specifiek bedrag voor een specifieke tegenprestatie.

9 Onderneming (4) 3 e criteria: Winststreven Gaat om fiscale winst! Betekent dat jaarrekening resultaat gecorrigeerd dient te worden naar fiscaal resultaat Potentieel in concurrentie treden. Bescheiden bestaan = > € 15.000 per jaar of > € 75.000 over 5 jaar. Indien een jaar verlies wordt gemaakt dan wordt dit jaar op € 0 gezet.

10 Vrijstellingen (1) Subjectieve vrijstelling Academische ziekenhuizen Onderwijsinstellingen Zeehavens Objectieve vrijstelling Interne activiteit Overheidstaak/publiekrechtelijke bevoegdheid Verlengde OT Quasi Inbesteden Samenwerking

11 Vrijstellingen (2) Subjectieve vrijstellingen gelden voor een gehele organisatie. Gezien de subjectieve vrijstellingen zijn deze niet toepasbaar voor de GRD. Objectieve vrijstellingen zijn vrijstellingen die toepasbaar zijn voor een specifieke activiteit. Indien alle activiteiten die door de ondernemerspoort gaan en vrijgesteld kunnen worden, dan hoeft geen fiscale aangifte worden gedaan. Betekent dus geen openingsbalans die opgesteld dient te worden en geen winst- en verliesrekening.

12 Vrijstelling interne activiteiten

13 Vrijstelling overheidstaken en publiekrechtelijke bevoegdheden Betreft hier OT of PB die worden uitgevoerd door een overheid. Gedacht moet worden aan uitgifte paspoorten en ophalen huisvuil. Wanneer voor BTW als overheid dan ook voor Vpb overheid. TENZIJ: SPRAKE VAN FEITELIJKE CONCURRENTIE Vrijstelling kan van toepassing zijn voor GR als zij de taken heeft overgedragen gekregen van de gemeenten.

14 Vrijstelling verlengde OT Het betreft: Activiteiten voor een publiekrechtelijke rechtspersoon of een privaatrechtelijk overheidslichaam; In het kader van een dienstverleningsovereenkomst; Indien de voordelen op grond van de overheidstakenvrijstelling zouden zijn vrijgesteld bij de afnemer van de activiteit; Als deze afnemer de activiteiten zelf zou hebben verricht. Ook bekend als amendement Dijkgraaf

15 Vrijstelling Quasi Inbesteden Betreft hier de dienstverlening aan een 100% deelneming in een privaatrechtelijke organisatie

16 Vrijstelling samenwerken (1) Specifieke eisen: - Activiteiten moeten worden verricht voor de deelnemers of voor de 100% dochters van de deelnemende publiekrechtelijke rechtspersonen (geen DVO’s); - Zonder samenwerkingsverband zou geen belastingplicht ten aanzien van de activiteiten mogen ontstaan bij de deelnemers;

17 Vrijstelling samenwerken (2) - Aan de kosten van het samenwerkingsverband wordt naar evenredigheid van de afname van de activiteiten bijgedragen (er moet sprake zijn van een reële samenwerking). Dit betekent: - Kosten verdelen op basis van een passende sleutel. Vraag is of dit ook overeen komt met werkelijke afname; - Op basis van werkelijke afname dient verrekend te worden. Deze vrijstelling kan worden toegepast als een GR de uitvoeringsorganisatie is voor de gemeenten. Bijv. gemeentelijke belastingen.

18 Uitkomsten Vpb

19 Knelpunten Hoge administratieve lastendruk. Inventariseren en opstellen van openingsbalansen. Daarna jaarlijks winst- en verliesrekening en balans opstellen. Waardering van vermogensbestanddelen op openingsbalans. Toerekenen van activa en passiva aan activiteiten

20 Pijnpunten Grondbedrijven Dienstverlening voor derden Exploitatie van vastgoed (oa zwembad, sporthallen, binnenhaven) Exploitatie van parkeergarages

21 SVLO Landelijk vindt overleg in diverse commissies over de uitwerking plaats tussen belastingdienst, ministerie van financiën, VNG, IPO en UvW. Ook wel Samenwerking vennootschapsbelasting lokale overheden (SVLO). Vanuit commissie fiscaliteiten veel aandacht voor grondexploitatie.

22 Vragen?


Download ppt "Vennootschapsbelasting voor overheden A. Tolsma MSc Adviseur financiën GRD."

Verwante presentaties


Ads door Google