Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdElke van der Meer Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
TWEEDUIZEND JAAR CHRISTENDOM Geschiedenis van Kerk en Theologie
2
Doelstellingen studie Geschiedenis Kerk en Theologie. Niet droge opsomming data en namen. Inzicht in belangrijkste ontwikkelingen, gebeurtenissen en ideeën die aan de basis van het christendom liggen: Geschiedenis van concrete mensen. Christendom en Kerk zijn niet ‘uit de lucht gevallen’: proces van ontwikkeling, groei, vallen en opstaan, wisselwerking tussen inhoud theologie en concrete historische context … Niet zomaar één rechtlijnige ontwikkeling van Jezus tot vandaag: een proces van zoeken, vele zijwegen, hobbelig parcours. Dat het christendom er vandaag is zoals het is, dat de Katholieke Kerk georganiseerd is zoals deze dat vandaag is, dat de inhoud van de belangrijkste christelijke/katholieke dogma’s deze zijn zoals we ze vandaag kennen is NIET evident en was NIET duidelijk van het begin. De geschiedenis van het christendom leert dat het christendom niet een monolitisch blok is, maar getekend is door pluraliteit en diversiteit. Minimaal chronologisch en geografisch overzicht is nodig als kapstok, om de evolutie binnen het christendom te begrijpen. Hoofdbron van deze presentatie: Wegen en Dwarswegen, N ICO K. VAN DEN A KKER EN P ETER J.A. N ISSEN.
3
* PRILLE BEGIN TE ISRAËL * VERSPREIDING ROMEINSE RIJK * AANVANKELIJK AFGEWEZEN DOOR BUITENWERELD EN LATER STAATSGODSDIENST * BEGIN FORMULERING GELOOFSINHOUD EN KERKELIJKE ORGANISATIE Deel I: Kerk en Christendom in de Oudheid
4
KADER ONTSTAAN: JOODSE WORTELS EN ROMEINSE RIJK. INTERN: BEGIN CONSOLIDERING: CANON, CREDO, BISSCHOPPEN, LITURGIE EN SACRAMENTEN, EERSTE THEOLOGEN. EXTERN: AFGEWEZEN DOOR INTELLECTUELEN (><APOLOGETEN) EN DE STAAT (= VERVOLGINGEN). Hoofdstuk 1: moeizaam begin
5
Kader ontstaan christendom: Jodendom en Romeinse Rijk “In die tijd kondigde keizer Augustus het besluit af een volkstelling te laten houden in de hele wereld. Deze eerste volkstelling vond plaats toen Quirinius gouverneur was in Syrië. Iedereen ging op weg naar de plaats waar hij vandaan kwam, om zich daar te laten inschrijven. Ook Jozef: hij trok van Nazaret in Galilea naar Judea, naar de geboortestad van koning David, Betlehem geheten, want hij stamde uit het koningshuis van David. In Betlehem liet hij zich inschrijven samen met Maria, zijn verloofde, die in verwachting was.” Jodendom: OT, Jezus en apostelen zelf, religieus. Romeinse Rijk: logistiek, intellectueel, religieus.
6
Kader ontstaan christendom: Romeinse Rijk 1. Logistiek Uitgestrekt en goed georganiseerd. Pax Romana. Goede verkeerswegen. Eenheidstaal: Grieks. Grote mate van zelfstandigheid. Alle kansen voor uitwisseling.
7
Romeinse Rijk ttv. keizer Augustus
8
Keizer Augustus als Pontifex Maximus, c.20 v.C
9
Kader ontstaan christendom: Romeinse Rijk 2. Intellectueel Romeinen nemen Griekse filosofie over en passen het toe op dagelijks leven. Stoa: Logos – monotheïsme. Hoogste geluk: onverschilligheid – deugdzaam leven. 3. Religieus Polytheïsme: religieuze verdraagzaamheid & syncretisme (versmelting). Mysteriegodsdiensten: Inwijding, kleine kring. Vereniging met godheid: leven, sterven en verrijzen.
10
Pantheon te Rome
11
Mithrascultus
12
Kader ontstaan christendom: Jodendom 1. Israël: politiek-religieus Onder Rome. Herodes de Grote. Herodes Antipas. Sanhedrin. 4 groeperingen Sadduceeën. Rijke priesterstand. Grieks-hellenistische cultuur. Collaboreren. Alleen Thora. Geen opstanding uit de dood. Farizeeën. Ook Talmoed. Wel opstanding. Eigen joodse cultuur. Tegen Romeinen. Messias: van politiek naar kosmisch. Zeloten. Afscheiding met geweld. Nationaal-politieke Messias. Essenen. Rond Dode Zee. Afgezonderd. Strenge regels.
13
Kader ontstaan christendom: Jodendom 2. Diaspora: Schrift en filosofie 8 ste E.-6 de E. Ver van de tempel: synagoge. Bekering: proselieten en godvrezenden. Septuaginta: Griekse vertaling Hebreeuwse bijbel. Griekse taal, filosofie en bijbellezing: allegorische exegese (Philo van Alexandrië). Anti-joodse stemming: monotheïsme beschouwd als onverdraagzaam en atheïstisch.
14
Begin christendom: Jezus Messiaanse verwachting: Johannes de Doper. Jezus van Nazaret en apostelen. Zelfverstaan van Jezus: Messias – Christus: gezalfde. Mensenzoon: apocalyptische rechter. Lijdende dienaar. ‘Pinksterbesef’: nieuwe interpretatie ‘Messias’: over dood heen.
15
Begin christendom: oergemeente te Jeruzalem “Zij legden zich toe op wat de apostelen leerden, en deden alles samen, ze braken het brood en zeiden de voorgeschreven gebeden.” Verwachting spoedige terugkomst van de Heer: Geen belang aardse zaken: alles gemeenschappelijk. Geen regels, structuren, … Geen schriftelijke optekening (logia). Geen hechte organisatie: apostelen, diakens, oudsten. Joden vervolgen christenen: naar platteland en Antiochië.
16
Ikoon met de eerste martelaar, Stefanus
17
Begin christendom: eerste verspreiding Paulus van Tarsus: Saulus. Grote reizen, stichting van christelijke gemeenten, brieven. Toename heiden-christenen: probleem: joodse wet. 48: apostelconcilie te Jeruzalem. Paulus: geen extra lasten. Joden-christenen verdwijnen: kern Kerk buiten jodendom. Ontstaan literatuur: Christus komt niet terug: optekening woorden en daden: Oudste: brieven van Paulus. Marcus: niet-joodse christenen. Matteüs (voor joodse christenen) en Lucas: gebruiken Marcus en Q. Johannes: meer theologie. ‘Apostolische vaders’: moraal en liturgie. Brief Clemens van Rome aan Korinthe. Brief van Polycarpus van Smyrna. 7 brieven van Ignatius van Antiochië. Didachè. Herder van Hermas.
18
Giovanni Baptista Tiepolo, Clemens van Rome aanbidt de Drievuldigheid, c. 1730-35
19
Polycarpus van Smyrna
20
Martelaarsicoon van Ignatius van Antiochië
21
Begin christendom: extern: botsing met wereld 1. Intellectuelen: verwerpen christendom: Inconsistent. Onverdraagzaam en atheïstisch. Lasterpraatjes. Vb. Celsus (ca. 180). Christelijke intellectuelen verzetten zich hiertegen: apologeten: Christendom is moreel hoogstaand. Christendom is eigenlijk beste vorm van filosofie. Vervolgingen zijn niet rechtsgeldig. Vb. Justinus de Martelaar en Ireneüs van Lyon.
22
Justinus de Martelaar (†165)
23
Alexamenos-grafitie (1e-3e E.): gekruisigde Christus met het hoofd van een ezel, met jonge man ernaast. Griekse tekst : “Alexamenos aanbidt (zijn) heer”.
25
Begin christendom: extern: botsing met wereld 2. Botsing met staat: Weigeren te offeren: brengt keizerlijk systeem in gevaar. Vervolgingen: Eerste vervolgingen onder Nero en Domitianus (tweede helft 1 ste eeuw). Dit zijn nog geen systematische vervolgingen (zie de briefwisseling tussen keizer Trajanus en stadhouder Plinius). Martelaars: bloedgetuigen. Brengen zelfs nieuwe bekeringen: ‘bloed van de martelaren is zaad van de Kerk’ volgens Tertullianus. Grote verering voor martelaars.
26
Felicitas en Perpetua: twee vroege, vrouwelijke martelaren.
27
Begin christendom: intern: inhoudelijke discussies. Oorspronkelijk: grote diversiteit en pluraliteit. Gnosticisme: Verlossing door hogere kennis. Dualisme: Ziel gevangen in lichaam. Wereld geschapen door slechte god. Licht-geest vs. materie, duisternis. Christelijke toepassing: Christus als boodschapper. Schijnlichaam (docetisme). Marcion (midden 2 e E.): Grote tegenkerk. Past dualisme toe op Schrift: verwerping OT en in NT alles wat naar Christus’ lichamelijkheid verwijst. Tegen wijn, vlees, huwelijk, seksualiteit. Montanus (midden 2 e E.): Parakleet. Spoedige wederkomst Christus. Tegen verslapping: streng ascetisch.
28
Dualisme-gnosticisme: vandaag…
29
Antwoord op interne inhoudelijke discussies: CREDO. Normatieve samenvatting geloofsleer. Bij doop. Symbolum: herkenningsteken, wachtwoord. ‘Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde’: Duidelijk antwoord op gnostisch dualisme: één God, die ook de goede Schepper is. ‘Jezus Christus, geleden onder Pontius Pilatus, gekruisigd, gestorven en begraven’: Duidelijk antwoord op gnostisch docetisme: Christus had een echt lichaam. Verdere uitbouw geloofsartikelen: antwoord op nieuwe discussies…
30
Keizer Constantijn en de Concilievaders van Nicea houden de geloofsbelijdenis vast
31
Antwoord op interne inhoudelijke discussies: CANON. Probleem met Schrift: Marcion: eigen canon. Apocriefe geschriften. Canon: lijst authentieke getuigenissen: OT. NT: moeizaam proces. Ca. 180: canon van Muratori. Pas in 4 de E.: 27 boeken.
32
Antwoord op interne inhoudelijke discussies: BISSCHOPSAMBT. Aanvankelijk: grote verscheidenheid: Apostelen, episkopoi, presbyteroi. Charismatische profeten. Meer eenheid en structuur: ontstaan van bisschoppelijke hiërarchie – eenhoofdige leiding: Boven priesters en diakens. Apostolische successie. Orthodoxie van de leer. Voorganger sacramenten (wijdingmacht). Bestuurder. Metropolieten (provinciehoofdsteden) en patriarchen (°apostelen: Rome, Alexandrië, Antiochië, Jeruzalem, Constantinopel). Synodes en concilies: discipline, liturgie, canon en credo. Ignatius van Antiochië: ‘waar de bisschop is, is de kerk’.
33
Eerste christelijk leven Liturgie: Eucharistie (niet meer welkom in synagogen – agapè- maaltijd). Doop (catechumenaat). Uitbouw liturgische feesten. Tot derde E.: thuis. Christelijke symbolen: Goede herder. Duif. Anker. Vis: ICHTUS: Jezus Christus, Gods Zoon, Verlosser. Christus-monograam: Chi-Ro: X-P.
34
Agapè in de catacomben van de H. Marcellinus en Peter te Rome
35
Goede herder in catacomben
36
Goede herder te Ravenna
37
Anker (hoop en triniteit) en Vis (ICHTUS)
38
Christus-monograam: X-P (Chi-Ro: eerste letters Christus)
39
Oudste bewaarde kruisafbeelding: ca. 430 (!), Santa Sabina, Rome
40
Eerste christelijk leven Levenswandel: ascese: Geen naamchristendom: daadwerkelijke verandering leven. Griekse minachting aardse. Te grote klemtoon: gnosticisme. Matiging voor gewone gelovigen: Didachè.
41
Eerste christelijk leven Levenswandel: diakonie: Noodlijdenden. Beste organisatie in RR. Levenswandel: vergeving voor zonden na doopsel: Aanvankelijk niet aanvaard. Pleidooi in Hermas. Door bisschoppen. Verworpen door rigoristen: streng leven. Verwerpen ook lapsi (ttv vervolgingen onder Decius) >< Cyprianus van Carthago. Novatianus: scheidt zich af in Rome: ‘katharoi’.
42
Eerste christelijk denken: ontstaan van christelijke theologie als wetenschap, ontstaan van christelijke scholen Eind 2 de E. Tertullianus: schept christelijke taal. Clemens van Alexandrië: heidense filosofie als voorbereiding op Christus. Begin 3 de E. : Origenes Gebruikt methoden filosofie om ‘wetenschappelijke theologie’ voor christendom uit te bouwen. Logos-theologie. Allegorische exegese.
43
Tertullianus
44
Clemens van Alexandrië
45
Origenes
46
Zware vervolgingen derde eeuw Decius: offerplicht – niet bedoeld als anti-christelijk. Valerianus: bisschoppen en vermogen christenen. Diocletianus: stelt christenen buiten de wet.
47
Begin opgang christendom: begin 4 de eeuw Galerius: 311: Tolerantie. Constantijn: Verslaat Maxentius aan Milvische brug: Christus-monogram. 313: edict van Milaan. Bevoordeelt christendom. Doop op sterfbed. Begin verstrengeling Kerk en Staat.
48
Constantijn met een stadsmodel van Constantinopel mozaïek in de Hagia Sophia, c.1000
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.