Welkom Voorganger: Dhr. J. Smit Kind van de zondag: Gerjanne HaasjesOrganist: Anne KroezeOuderling: P. NijhuisLezingen: Genesis 22: 1 – 14 Hebreeën 11:
Filmkring In de 40-dagentijd kijken we naar de film ‘Chocolat’. Wanneer: Vrijdag 11 maart 2016, uur Waar: Tilvoorde Een verhaal over matigheid en passie, over de strijd tussen kerk en chocolade. Een verhaal ook over een klein dorpje waarin mensen elkaar goed in de gaten houden…..Een mooie film om juist in deze tijd van het kerkelijk jaar te bekijken! Na het kijken van de film praten we over de thema’s en beelden die bij ons zijn blijven hangen. ds Marijn Rohaan leidt de avond.
Psalm 139: 1 en 2
Welkom Voorganger: Dhr. J. Smit Kind van de zondag: Gerjanne HaasjesOrganist: Anne KroezeOuderling: P. NijhuisLezingen: Genesis 22: 1 – 14 Hebreeën 11:
Mededelingen
Psalm 108: 1 (oude berijming)
1. Mijn hart, o Hemelmajesteit, Is tot Uw dienst en lof bereid. 'k Zal zingen voor den Opperheer; 'k Zal psalmen zingen tot Zijn eer. Gij, zachte harp, gij schelle luit, Waakt op; dat niets uw klanken stuit'; 'k Zal in den dageraad ontwaken, En met gezang mijn God genaken.
Stil gebed, Bemoediging en groet
Psalm 25: 2
Psalm 25
Wet: Exodus 20 (BGT)
Schriftlezing 2 Joh. 1: 5 t/m 7 5 En nu heb ik een verzoek aan u. Ik houd u in deze brief geen nieuw gebod voor, maar een gebod dat ons vanaf het begin bekend is: laten we elkaar liefhebben. 6 Liefhebben houdt in dat we leven volgens Gods geboden. Volgens dit gebod, dat u vanaf het begin gehoord hebt, moet u leven.
Schriftlezing 2 Joh. 1: 5 t/m 7 7 Er zijn veel dwaalleraren in de wereld verschenen die de komst van Jezus Christus als mens niet belijden. Dat nu is de verleider, de antichrist!
Psalm 25: 3 en 7
Psalm 25
Gebed
Lied 731: 1 en 3
Vergeet niet hoe wij heten: naar U zijn wij genoemd. Zoudt Gij ons niet meer weten dan waren wij gedoemd te sterven aan uw leven;
maar zo Gij ons gedenkt is er een eeuwig even, een ogenblik gegeven een paasdag die ons wenkt.
Lied 731: 1 en 3 Vergeet niet hoe wij hete, Wij heten naar uw naam. Uit duizenden gebeden Stelt zich uw eenvoud saam. Want zo zijt gij gebroken,
Gelijk het ene licht, Van naam tot naam gesproken, Van dag tot dag ontloken, Zo zien wij uw gezicht.
Kinderen
Schriftlezing Jes. 53: 5 t/m 6 5 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. 6 Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.
Lied 575: 1 en 6
Gezang 182
Gebed om de opening van het woord
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m 14 1 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. 'Abraham!' zei hij. 'Ik luister,' antwoordde Abraham. 2 'Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga met hem naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die ik je wijzen zal.'
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m 14 3 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. 4 Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen.
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m 14 5 Toen zei hij tegen de knechten: 'Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.' 6 Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen zij samen verder.
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m 14 7 'Vader,' zei Isaak. 'Wat wil je me zeggen, mijn jongen?' antwoordde Abraham. 'We hebben vuur en hout,' zei Isaak, 'maar waar is het lam voor het offer?' 8 Abraham antwoordde: 'God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.' En samen gingen zij verder.
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m 14 9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten.
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m Maar een engel van de HEER riep vanuit de hemel: 'Abraham, Abraham!' 'Ik luister,' antwoordde hij. 12 'Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.'
Schriftlezing Gen. 22: 1 t/m Toen Abraham opkeek, zag hij een ram die met zijn horens verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats 'De HEER zal erin voorzien'. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: 'Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.'
Schriftlezing Heb. 11: 17 t/m Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. 18 Terwijl er tegen hem gezegd was: 'Alleen door Isaak zul je nageslacht krijgen,'
Schriftlezing Heb. 11: 17 t/m Zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de dood op te wekken, en daarom kreeg hij hem ook terug, bij wijze van voorafbeelding.
Lied 803: 3 en 6
Liedboek 803
Verkondiging
Lied 885
Liedboek 885
Kinderlied
Juich, doe mee allemaal Juich doe mee allemaal jubel geef je helemaal juich voor God de Heer juich doe mee allemaal jubel geef je helemaal juich voor God de Heer en geef Hem alle eer
Hij maakte ons wij horen bij Hem de Herder die ons leidt de Heer is goed zijn liefde en trouw duren voor altijd
Juich doe mee allemaal jubel geef je helemaal juich voor God de Heer juich doe mee allemaal jubel geef je helemaal juich voor God de Heer en geef Hem alle eer
Zeg het hardop, de Here is God ja ik hoor bij Hem waar je ook bent looft God prijst Zijn naam eer Hem met je stem
Juich doe mee allemaal jubel geef je helemaal juich voor God de Heer juich doe mee allemaal jubel geef je helemaal juich voor God de Heer en geef Hem alle eer
Gebed
Collecte
Lied 704
Liedboek 704
Zegenbede