Vroeg geleerd is oud gedaan: stimulering van vertelvaardigheid op school Akke de Blauw (UvA/HvA)
Stelling Vertelvaardigheid, de vaardigheid om ‘langere tekst’(extended discourse) te produceren is belangrijk voor schoolse taalvaardigheid: voor lezen en schrijven. We kunnen vertelvaardigheid stimuleren door regelmatig met kinderen te praten buiten-het-hier- en-nu.
Opbouw 1.Hoe ziet vertelvaardigheid met zeven jaar eruit? 2.Wat gaat hieraan vooraf? 3.Onderzoek naar voorlopers 4.Consequenties voor het onderwijs
Componenten van vertelvaardigheid 1. Narratieve productiviteit je vertelt vaak verhalen/ je vertelt lange verhalen 2.Narratieve verhaalstructuur je vertelt het verhaal goed en mooi 3.Narratieve complexe taal je vertelt je verhaal in goedgekozen woorden, goed geformuleerd en in lange en soms ook samengestelde zinnen
5 Uitlokking van verhalen met zeven jaar 28 november 2015
6 Uitkomsten vertelvaardigheid met 7 jaar uitgelokt en spontaan In vergelijking met leeftijdgenoten scoren alle drie de volgkinderen goed op alle maten van vertelvaardigheid. Individuele verschillen : Hazel hoogste score op narratieve complexe taal; Floor de beste op verhaalstructuur; Stijn scoort lager maar hoogst op narratieve productiviteit bij spontane narratieven 28 november 2015
7 Spontaan vertelde verhalen met 7 jaar : 1.Spontane narratieven, aantal: 20 2.Genre (script/ personal narrative/ fantasieverhaal/ navertelling): vooral (18) personal narratives (geen enkele (na)vertelling) 3.Groot individueel verschil in aantal: hoge MLU5 4. Meest opvallend: hoge MLU5 : 18.4 (Floor) 17.4 (Stijn) 28 november 2015
8 Wat gaat vooraf aan vertelvaardigheid: concept TIJD en vermogen tot tijdmarkering Ninio and Snow (1996) Uccelli et al.(2005) Uccelli (2009) Berman and Slobin (1994) Reese (1995) Fivush, Haden, Reese (2006) Zonder tijdmarkering is er geen verhaalverloop 28 november 2015
9 Onderzoeksopzet de Blauw (2015) Longitudinale studie Deelnemers Drie kinderen, twee gezinnen: Hazel & Floor: meisjes, tweeling, niet-identiek, Stijn: jongen: Monolinguaal Nederlands, zich normaal ontwikkelend (TD) Data 1;9 – 3;9: spontane ouder-kind interactie video-opnames thuis elke drie maanden (1 - 3 uur) 7;0: experimentele setting: vaststelling vertelvaardigheid en algemene taalvaardigheid 928 november 2015
10 Specifieke vragen vandaag 1. TBN in vroege ouder-kind interactie? Wat is het precies en hoe ontwikkelt het zich van 1;9 – 3;9? 2.Hoe ontwikkelden de kinderen tijdmarkering? 3. Hoe is dit alles gerelateerd aan vertelvaardigheid met zeven jaar? (voorlopers?!) 28 november 2015
11 1. Taal-buiten-het-hier-en nu (TBN) TBN = Praten over wat er gebeurd is (verleden) Praten over wat er zal gebeuren (toekomst) Fantasie Praten over kennis Komt voor in 20% - 25% van de tijd TBN over verleden tijd eerder en frequenter dan TBN over toekomst Ontwikkeling: van dichtbij het NU (met 1;9) tot >zes maanden terug (met 3;9) 1128 november 2015
12 2. Ontwikkeling tijdmarkering tot 3;9 0 Kind praat zonder werkwoorden 1.Hele werkwoord (mamma dragen!) 2.Vervoeging tegenwoordige tijd (kindje doet het) 3.Voltooid tegenwoordige tijd (handjes gewassen) 4.Onvoltooid verleden tijd (ik waste mijn handjes) 5.Voltooid verleden tijd (ik had mijn handjes al gewassen) 6 Toekomende tijd (morgen zal ik mijn handjes wassen) 1228 november 2015
13 HazelFloorStijn 1;9 Present * 2;0 Present Perfect Present * Present Perfect 2;3 Past Present Perfect Future Present Perfect Present * Present Perfect Past Perfect 2;6 Past Present Perfect Past Perfect Future Past Present Perfect Past Perfect Present * Past Present Perfect Future 2;9 Past Present Perfect Past Perfect Future Present Perfect Past Perfect Present * Past Present Perfect 3;3 Past Present Perfect Past Perfect Future Past Future Present* Past Present Perfect Past Perfect Future 3;9 Past Present Perfect Past Perfect Future Past Present Perfect Past Perfect Future Present * Past Present Perfect Past Perfect Future Spontane taal: de ontwikkeling van de juiste tijd in de juiste vorm (De Blauw 2015) Onjuiste vorm Juiste tijd, onjuiste vorm Juiste tijd en juiste vorm 28 november 2015
14 3. Voorlopers??? 1.Veel TBN-aanbod tussen 1;9 en 3;9 zorgt met zeven jaar voor de grootste vertelvaardigheid? Hoe meer hoe beter dus? Nee, geldt alleen voor één component = vertelproductiviteit (STIJN) 2. Ook kindfactoren spelen rol! Hazel neemt als eerste initiatief tot TBN gesprekken. Heeft als eerste alle tijdmarkering in het Nederlands onder de knie. Met zeven jaar had Hazel de hoogste score op narratieve complex taalgebruik november 2015
15 Stimulering van vertelvaardigheid op school: implementatie 1. Stimuleer verhalen vertellen en geef zelf het voorbeeld Het gaat om méér dan voorlezen! Zorg voor diversiteit: alle soorten verhalen: scripts, belevenissen, fantasieverhalen, navertellingen. Let op: streef naar ‘lange verhalen’. Aspecten: uitgebreid- mooi- goed verwoord. Hoe stimuleren: tijd inroosteren voor vertelactiviteiten; materialen; toolkit; nascholing (ook webcolleges!) 1528 november 2015
16 Stimulering van vertelvaardigheid op school en ervóór: implementatie 2. Stimuleer de ‘voorlopers’ (dit zijn in elk geval facilitators): Ga regelmatig met kinderen gesprekken aan buiten-het- hier-en-nu. Dit zijn ver-reikende en diepgaande gesprekken. Betrek kinderen op jouw initiatief maar streef vooral ook initiatiefname door het kind na november 2015
17 Bronnen en méér weten: De Blauw, Akke (2015)Precursors of narrative ability; an indepth study of three Dutch children. Dissertatie. UvA was-ik-de-politieagent HJK-Gesprekken-aan-tafel-leggen-de-basis.pdf een-verhaal/ verhaal.pdf 1728 november 2015
Akke de Blauw