Mentale begeleiding Theoretische inleiding Zelfvertrouwen Omgaan met spanning Communicatie Tips

Theoretische inleiding Atletisch potentieel Techniek Tactiek Fysiek Twijfel Aanleg Motivatie Persoonlijkheid Vertrouwen Concentratie Spanning Atletische prestatie

Mentale aspecten Zelfvertrouwen (twijfel, goede vorm) Negatieve energie (angst, boosheid, stress) Concentratie (smal, breed, intern, extern) Visualisatie (plaatjes maken, voorstellen) Positieve energie (intrinsiek, lol, zin) Motivatie (doelen, pijnigen, strengheid) Spanning (lijf, geest, ademhaling) Aandacht voor kleine doelen, stap voor stap lijf voelen. Haalbare stappen vooral als motivatie laag is. Af te vinken.

Zelfvertrouwen door: Succesvolle ervaringen Betrokkenheid succes ander Mondelinge overtuigingskracht Beheersing negatieve invloeden Gemotiveerd zijn en zelfvertrouwen zijn twee verschillende dingen !

Dalen van zelfvertrouwen Geloven dat de ander beter is Controle kwijt raken Tijd zit tegen Angst voor blessures Onmogelijkheid om topvorm te halen Motivatie tijdens trainingen Niet accepteren van tekortkomingen Pesten Geloof niet wat je denkt: de werkelijkheid is vaak heel anders!

Wat kan het kader doen? Zelfanalyse (wanneer, omstandigheden, gedachten, mijn eigen handelingen of tegenstander) Persoonlijke indrukken zelfvertrouwen ( wat is vertrouwen, uitstraling, symbool, persoon) Visualisatie (voorstellen van ideaal plaatje, gevoel, gedrag, verschillen) Ga realistisch denken (beperk negatieve gedachten) Controle (oorzaak verlies vertrouwen, obstakels opruimen) Stijlen besproken om ander te overtuigen: overtuigend, directief, meelevend, betrekkende/onderhandelende stijl > luister naar wat de sporters wensen.

RET A: Lastige gebeurtenis of situatie B: Irrationele gedachten C: Consequentie (gevoel, gedrag, fysiek) (wat wil ik, lukt dat zo, kloppen mijn gedachten, wat kan ik wel denken) RET categorien: perfectionisme, love junk gedrag, iedereen te vriend willen houden, rampgedachten, lage frustratie tolerantie (opzien tegen haalbare doelen: file AH kassa), eisende gedachte.

Oplossingen voor kader Ken de gedachten van de sporter Ontspanningsoefeningen Relativeer Negeer spanning nooit Geef vertrouwen, geduld Leer de sporter genieten Focus op intrinsieke motivatie Wedstrijdspanning: analyseren, vragen waar de sporter zich druk om maakt. Onderzoeken waar wedstrijdspanning zit: gedachte, in de kop, ontspanningsoefeningen. Balans: Wat nodig om op wedstrijdspanning te komen en wat om het los te laten. VB: voorbereiding: Groenewold en Wust.

Motivatie Push Pull Stellen (moeten, vinden, goed, slecht) Overtuigen (argumenten,over halen) Pull - Betrekken en erkennen Enthousiastmeren

Tips Werk met logboeken Geef sporter verantwoordelijkheid Geef sporter feedback Leer gebruiksaanwijzing kennen Werk met persoonlijke doelen, teamdoelen Sta open voor nieuwe werkvormen Hou het leuk …………………………. Discussie achteraf: Interne doelen bij roeien: haalbare concrete doelen in de wedstrijd definiëren. Winnen is afhankelijk van tegenstand. Wat wil je als ploeg bereiken? Zoals sporter moet trainen: moet coach trainen om het anders aanpakken.