Een onderzoek naar criminele jeugdgroepen op Curaçua

 Begripsafbakening  Theorieën die delinquent groepsgedrag verklaren  ‘Gangleden’ aan het woord

 Heeft verschillende associaties  Legt een link naar Amerikaanse jeugdbendes  Legt een link naar criminele betrokkenheid

 Stereotype beeld Vaste uiterlijke kenmerken Territoriaal gebonden Gebruiken specifieke mores Hiërarchisch georganiseerd

 ‘Blocked Opportunities’ Spannings- of strain-theorie  Collectieve aanpassingen  Verzet tegen maatschappelijke ongelijkheid en onrechtvaardigheid  Armoede en werkloosheid Spanningsbenadering  Niet op elkaar afgestemd zijn van…  Aspiraties, wensen of behoeften van individuen  Mogelijkheden, verwachtingen en ideeën voor legaliteit

 Bindingen met de samenleving Controleprocessen  Wijze waarop het gedrag van individuen door de omgeving wordt beïnvloed en/of gecorrigeerd Controle-theorie  Sociale controle ontbreekt  In ieder mens schuilt een crimineel  Individueel niveau: sociale bindingen zijn remmende factoren  Delinquentie ontstaat wanneer banden met de samenleving worden verzwakt of verbroken

 4 bindingen  Attachement  Commitment  Involvement  Beliefs  laag scoren  kans op delinquentie groot  Gezin is belangrijk

 Invloed van verkeerde vrienden Differentiële associatietheorie  Delinquent gedrag wordt geleerd binnen intieme persoonlijke groep  Overmaat aan wetsovertredingen  Leren van criminele technieken en vaardigheden  Tijdens puberteit zoeken naar eigen identiteit

 De individuele leden Opgevoed door alleenstaande moeder Arme gezinnen Slechte band met ‘thuis’ Worden thuis met problemen geconfronteerd  Ruzies tussen ouders  Alcohol-en/of drugsgebruik van de ouders  Kennen geen vaderfiguur  Moeten vele functies tegelijk uitoefenen

School  Technische opleiding  Feffik college Gestopt met school  Geen stimulatie van huis uit  Geen geld  Veel zorgen  Verkeerde invloeden Verdienen met werken niet genoeg geld en zoeken daarom een uitweg in de criminaliteit

 De groep Jongeren die in dezelfde wijk opgroeien Niet aangesloten in een ‘vaste’ groep Voorkeur om alleen een delict te plegen ‘gang’= een groep vrienden die met elkaar optrekt en slechte dingen doet

De buurt weet wie bij welke groep hoor Vaak splitsen grote groepen zich op tot kleinere en hebben verschillende taken Leeftijd varieert tussen 16 en 30 jaar Heel uitzonderlijk zit er een meisje in de groep

 Interne omgang Onderling wantrouwen Solidair onder elkaar Verschillen in hun manier van omgaan met elkaar Jongere jongens krijgen opdrachten van de oudere ‘nee’ is ‘nee’ Spreken van te voren af hoe ze te werk gaan bij een delict Er is niet altijd een leider in de groep

 De delicten Verschil tussen gewoon ‘chillen’ en bezig houden met criminele activiteiten  Atrako’s  Diefstal  Drugshandel en –smokkel

De cultuur van de groep  Hebben contact met andere groepen  Vooral jongens die in de drugshandel en –transport zitten  Eigen territorium ‘toegeëigend’ door hun eigen naam op de plek te graveren

 Gouden tanden met een bepaald tekentje erin gegraveerd  Dollarteken  Eerste letter van hun naam  Tatoeage  Capuchontrui  Geen specifieke naam  Geheimhouding is een belangrijke regel  Regels bij toetreden groep, geen regels bij aftreden groep

 Inspiratiebronnen Rapmuziek  Herkennen zich in de songteksten  Songteksten brengen hun op ideeën  ‘beefen’= rappers die elkaar uitdagen via hun muziek Videoclips en films  Willen mooie, dure spullen

 Van Bentum, C., (december 2008). 'bala bin, bala bai' Een onderzoek naar criminele jeugdgroepen op Curaçao. Universiteit Utrecht. scriptieprijs/Scriptie%20Bentum%20Criminele%20jeugdgroepen.pdf. p18-22, p40-51, p53-54 Geraadpleegd op: Google.behttp:// scriptieprijs/Scriptie%20Bentum%20Criminele%20jeugdgroepen.pdf