Retoriek, argumentatieleer en dialoog Definitiespel Opzet van de les Hoorcolleges Retoriek, argumentatieleer en dialoog Definitiespel Vooronderstellingen en vooroordelen Jullie meegenomen betoog analyseren Redenering presenteren Volgende week

De kunst van het overtuigen Dit kan op basis van goede argumenten, Retoriek De kunst van het overtuigen Dit kan op basis van goede argumenten, maar ook door ‘mooi’ te spreken Gericht op het effect, niet op waarheid / juistheid

Hypothese (voorlopige stelling) die onderzocht wordt Argumentatieleer Betoog: these (stelling) die verdedigd / weerlegd wordt door argumenten / bewijzen te geven Hypothese (voorlopige stelling) die onderzocht wordt

Wat is dan goede argumentatie? Argumentatieleer Wat is dan goede argumentatie? Zijn de argumenten waar (gebaseerd op feiten)? Zijn de argumenten relevant in deze situatie? Is de argumentatie geldig (vormen ze een geheel)? Zijn de definities duidelijk? Kloppen de vooronderstellingen?

verwijst niet naar zichzelf is niet te krap is niet te ruim Argumentatieleer Definitie: verwijst niet naar zichzelf is niet te krap is niet te ruim verwijst naar de essentie of naar de functie

Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=EBEZJm3ozIA Argumentatieleer Drogredenen: Filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=EBEZJm3ozIA Wilders: https://www.youtube.com/watch?v=jTJ5sWwcX0c

Geen bewijs (ad ignorantiam) Argumentatieleer Geen bewijs (ad ignorantiam) Vaak gebruikt in discussies over het bestaan van god (of andere ontastbare dingen) “Je kunt niet bewijzen dat god niet bestaat, dus bestaat hij” Vgl: “Je kunt niet bewijzen dat minions niet bestaan, dus bestaan ze”

2) Cirkelredenering (petitio principii) Argumentatieleer 2) Cirkelredenering (petitio principii) De stelling die je wilt verdedigen is al onderdeel van de argumentatie “god bestaat, want dat staat in de Bijbel en wat in de Bijbel staat is waar, omdat de Bijbel het woord van god is”

3) Verkeerde vergelijking (false analogy) Argumentatieleer 3) Verkeerde vergelijking (false analogy) metaforen bijvoorbeeld

4) Overhaaste generalisatie (secundum quid) Argumentatieleer 4) Overhaaste generalisatie (secundum quid) verborgen argumenten

5) Erna, dus erdoor (post hoc ergo propter hoc) Argumentatieleer 5) Erna, dus erdoor (post hoc ergo propter hoc) “Nadat hij bij de groep kwam ging het minder goed, dus is hij daar de oorzaak van” Ook: cum hoc ergo propter hoc Zie Lucia de B.

6) Hellend vlak (slippery slope) Argumentatieleer 6) Hellend vlak (slippery slope) “Als we deze stap zetten, dan gaat het van kwaad tot erger” Feiten zijn hier belangrijk

Tweerichtingsverkeer i.p.v. eenrichtingsverkeer Dialoog Dialoog is belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen het over hetzelfde heeft en er beslissingen genomen worden op basis van argumenten. Tweerichtingsverkeer i.p.v. eenrichtingsverkeer

Definitiespel Definieer een woord. Bedenk een tegenvoorbeeld. MENS

Vooronderstellingen en vooroordelen: wat vooronderstellen deze zinnen? “Ik ga zonder jas naar buiten” “Als jij je kinderen goed opvoedt, dan worden ze niet crimineel” “Burgers moeten meer participeren”

Analyseer het betoog dat je hebt meegenomen (met behulp van de argumentenladder).

Presenteer de redenering zo helder mogelijk

Volgende week: R. de Brabander tekst Dalrymple tekst Savater tekst Moresprudentie blz. 30 – 31 Post een vraag n.a.v. de teksten op N@tschool en neem mee volgende week.