gespreksvaardigheden
- Opening van het gesprek en begincontact; - Niet-selectieve luistervaardigheden: non-verbaal gedrag, verbaal volgen, gebruik van stiltes, terugblik; - Selectieve luistervaardigheden; vragen stellen, parafraseren van de inhoud, reflecteren van gevoel
concretiseren, samenvatten en selecteren van gespreksthema’s
Regulerende vaardigheden: terugkoppelen naar begindoelen, situatie-verduidelijken, hardop denken en afsluiten van gesprek
Nuancerende vaardigheden: confrontatie en positief heretiketteren.
confrontatie CO Confrontatie De vaardigheid Confronteren is een versterkte vorm van nuancerende empathie. De versterking kan worden gezocht in het feit dat bij een confrontatie de interpretaties van de gespreksleider ver afliggen van het referentiekader van de cliënt. Confronteren houdt in dat de gespreksleider een reactie geeft op een opvatting van de cliënt over zichzelf of over de wereld die ingrijpend verschilt met die van de cliënt.
Toepassing van deze vaardigheid heeft tot doel de cliënt een andere visie op zichzelf of op zijn omgeving voor te leggen die hem helpt een meer genuanceerde kijk op zijn problemen te krijgen. Belangrijk is op te merken dat een confrontatie niet altijd betrekking hoeft te hebben op de zwakke kanten van de cliënt. Ook het naar voren halen van sterke, positieve punten kan helpen om een cliënt weer 'in beweging' te krijgen met zijn of haar probleem. Tot slot is het van belang om op een vragende, uitnodigende toon te confronteren. Op die manier wordt de cliënt in de gelegenheid gesteld om zijn of haar gevoelens te exploreren.
altijd rustige toon zodat rust en acceptatie van de hulpverlener is cliënt op zijn gemak om de confrontatie aan te gaan cliënt ruimte geven om te reageren geef cliënt de tijd
confrontatie sterke punten zodat cliënt zich gesteund voelt in hetgeen cliënt doet boek zegt eerst zwakke punten dan sterke punten benoemen situatie afhankelijk
positief heretiketteren Bij de vaardigheid Positief Heretiketteren wordt een nieuwe, positievere betekenis gegeven aan de oorspronkelijk als negatief beleefde onderdelen van een probleem. Het door de cliënt als negatief beoordeeld gedrag wordt in een ander verband geplaatst, waarbij wordt verondersteld dat er een positief motief aan ten grondslag ligt. blz 191
De belangrijkste functie van deze vaardigheid is dan ook het wijzigen van het negatieve zelfbeeld dat de cliënt heeft. Voorts kan, als gevolg van een genuanceerdere kijk op de problemen, beter bepaald worden welke stappen er gezet dienen te worden om iets aan de problemen te doen. Ten slotte kan de gespreksleider een compenserende werking hebben op de invloeden en normen ten aanzien van gewenst gedrag die een rol spelen in de omgeving van de cliënt. Dat wil zeggen, de gespreksleider maakt zich los van de eigen vanzelfsprekendheden en heeft oog voor de omstandigheden waarin de cliënt zich bevindt, waardoor het gedrag dat de cliënt vertoont in een positiever daglicht komt te staan.
risico bagatelliseren problemen
Een inclusieve, systeem-theoretische benadering” (p. 21 – 50) voor de volgende les lezen Een inclusieve, systeem-theoretische benadering” (p. 21 – 50) “Cultuur” (p. 57 - 80) “Botsende waarden” (p. 125 - 153) en “Topoi-model” (p. 161 - 172) en Ordening (p. 246-256)
Personen (p. 263 - 282) Organisatie (p. 287 - 305) Inzet (p. 311 – 328) Praktijk (p. 333 - 358 Globaal lezen end an komt de rest wel goed