 Schoolleeftijd 3  6-12 jaar 4  Geheugen – KTG/werkgeheugen, snelheid  Aandacht - selectief  IQ – Binet-Spearman-Gardner  Executieve functies.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Cystinose en het opgroeiende kind Het opgroeiende kind en cystinose
Advertisements

Hoe operationaliseer je dit vanuit de ontwikkelingspsychologie?
Meer(hoog)begaafde leerlingen ‘in kaart’
De ontwikkeling van het ik
Persoonlijkheidspsychologie Persoonlijkheidsontwikkeling
INFO-AVOND DE SCHOM 18 JANUARI 2010
2010 Leren leren voor de maatschappij & Leren leven in de maatschappij.
Ontwikkelingstraject kinderen
Lemmensinstituut Leuven academiejaar
Ouderen en relaties, hechten en onthechten
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Hechting bij kinderen met een autistisch stoornis en een verstandelijke handicap Wijnroks, L. (2003). Hechting bij kinderen met een autistische stoornis.
Bezittelijk voornaamwoord
Ouderavond Kindcentrum De Schutsluis 7 februari 2012.
Psychotherapie en armoede
Methodische vaardigheden
Sociaal Emotionele Ontwikkeling Op weg met autisme door de bril van prof dr Anton Došen.
Koffieochtend Woensdag 19 december Doel van koffieochtend Praten met ouders over pesten, zodat we met elkaar ervoor kunnen zorgen dat PCBS De Kring.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
Morele ontwikkeling en opvoeding
Regels en afspraken.
Hoorcollege 5 en 6 Persoonlijkheid besluitvorming en gedrag in groepen
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Week 7 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Ook6/7.
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkeling van het jonge kind
+ Kind in ontwikkeling deel A Thema 2 Jonge Kind.
Kind in ontwikkeling deel A
Kind in ontwikkeling: het jonge kind
Kind in ontwikkeling deel A
Ontwikkeling en de basisschool
Les 5 Twee weken over de sociale ontwikkeling : de ontwikkeling van het individu in relatie tot de sociale omgeving Interactie met anderen, mensen reageren.
Ontwikkeling van het jonge kind
Ontwikkeling van het jonge kind
Kind in ontwikkeling deel A
Kind in ontwikkeling deel A
Proeftoets quiz ding.
Ontwikkeling en de basisschool
Kind in ontwikkeling deel A
Opvoedstijlen en interculturele communicatie
Visie Praktijk Regiobijeenkomst Regiobijeenkomst: Begeleiding.
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Levenslooppsychologie Hoorcollege 8
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 2
Levenslooppsychologie Hoorcollege 3
Kind en omgeving Het individu in de context
Levenslooppsychologie Hoorcollege 6
Oefententamen Twee groepen Iedereen geeft antwoord; A, B, C of D
Siri Kruit Med.hro.nl/krusr
Levenslooppsychologie werkcollege 2 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Levenslooppsychologie werkcollege 4 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Levenslooppsychologie Hoorcollege 1
Levenslooppsychologie werkcollege 3 Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hro.nl/vrije
Levenslooppsychologie Hoorcollege 5
Levensbeschouwelijk leren
 GEEN EINDPRESENTIE! (eindopdracht actualiteiten)  Week 6: College Kleutertijd en schoolleeftijd  Week 7: presentatie expertgroepen en verwerkopdracht.
Levenslooppsychologie Hoorcollege 7
Kind in ontwikkeling deel A Thema 3 Adolescent
Opgroeien adolescent Les 2 schpa. Programma les Bespreken opdracht 1 Theorie behandelen Subgroepen sociologen.
+ Oefententamen Vraag 1: Plasticiteit is: A: Een specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft B: De mate.
 Ontspan, doe je ogen dicht en denk aan die ene klas waar je les aan geeft.  Je staat voor de klas, je kijkt rond, je kijkt de leerlingen een voor een.
Vertrouwen opbouwen SESSIE 17.
Morele dilemma’s.
Ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie
Transcript van de presentatie:

 Schoolleeftijd

3  6-12 jaar

4  Geheugen – KTG/werkgeheugen, snelheid  Aandacht - selectief  IQ – Binet-Spearman-Gardner  Executieve functies – zelfregulatie (hoort ook bij emotionele en sociale ontwikkeling)

Kohlberg’s stadia van morele ontwikkeling  Stadium 1. Preconventionele moraal directe consequenties, gericht op zelf, straf vermijden, waar heb ik er zelf aan?  Stadium 2. Conventionele moraal Wat vindt de maatschappij goed? Wat is in het algemeen aanvaard. In stand houden van maatschappelijke orde.  Stadium 3. Postconventionele moraal Goed en slecht zijn universele en individuele principes, er zijn geen duidelijke regels, per situatie en per persoon afhankelijk. Wat is goed voor de mensheid, de aarde, het universum?

7 Tabel 9.1 Mate van eisen-liefde  de autoritaire opvoedstijl  de autoritatieve opvoedstijl (structurerend-reciproke)  de toegeeflijke opvoedstijl  de nalatige of verwaarlozende opvoedstijl

 Welke toets van Piaget kan je gebruiken om te toetsen of een kind begrip heeft van conserveren? A. Overgieten van glazen water B. Speeltje onder een kleed verstoppen C. Deductief redeneertest met stellingen D. 3 bergentest met een maquette

 Welke wetenschapper ontwikkelde de ‘vreemde situatie test’ om de hechting in kaart te brengen? A. Ainsworth, B. Bowlby C. Harlow D. Skinner

 In welke psychoseksuele fase van Freud is een kind is een kind vooral gericht op de ouder van de andere sekse? A. Anale fase B. Latentie fase C. Genitale fase D. Fallische fase

Rond 12 maanden kan een baby een klein voorwerp oppakken. Rond deze tijd bereikt hij ook een andere mijlpaal: A. hij kan zelfstandig zitten B. hij kan al op een potje plassen C. Eerste woordje D. objectpermanentie ontwikkelt zich

Volgens Erik Erikson staan kinderen in de schoolleeftijd voor de volgende uitdaging: A. vlijt versus minderwaardigheid B. basaal vertrouwen versus basaal wantrouwen C. initiatief versus schuldgevoel D. autonomie versus schaamte en twijfel