Analyse paard-ruiter combinatie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Anneke Lam Harry Weijers
Advertisements

Kennis van het menselijk lichaam
Yvonne Krooshof, sportdiëtiste
Ademhaling Adembewegingen.
45 jaar of ouder. Hoe groot is uw kans op diabetes type 2
!Belangrijk! Tijdens de aanstaande biologie PTA
Anatomie en fysiologie - 3* NELOS
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Verschillen tussen in- en uitgeademde lucht
Het reguleren van de ademhaling bij het gebruik van adembescherming
Jezelf bewegen…… De ander bewegen……
Zuurstof.
4.1 verrichten van arbeid Om arbeid te kunnen verrichten heb je energie nodig Beweging energie (kinetische energie) Warmte Elektrische energie Zwaartekracht.
De bloedsomloop Basisstof 1 t/m 5.
Spieren.
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Trias: ventilatie- difussie – circulatie
TRAININGSLEER Bijeenkomst 3
Bloedvatenstelsel 5Havo.
A7 De ademhaling Blz:75 t/m 80.
Eventing Training te Markelo 6 mei 2015 door Michiel Mulder Horse and You ondersteuning van paard en mens. Versie 03/05/2015.
Over mijn lijf Ons hart klopt Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen Keer.
Trainingsleer B Mieke Theunissen.
Laag diep en rond Melissa Gehring EP42. Het sterke buigen is bij het dressuur rijden is niks nieuws. Het begon al 19 jaar honderd beschreef de Franse.
KENNIS OVER SPIEREN SXL BI H2.
Effecten van de koude Hypothermie - onderkoeling
Inhalatieanesthesie.
Voorbereiding geboortestage. Onderwerpen: Doel voeding Voedingsbestanddelen Voeding in de praktijk Voeding.
Training Les 2, De basisprincipes.  Doelen doorlopen  Terugblik vorige week  Huiswerk  Sorteermethode disciplines  Theorie  Aan de slag  Evaluatiefase.
5 Transport ©JasperOut.nl.
1.  Je hart is een spier;  Door te sporten wordt de hartspier sterker gemaakt;  je hart gaat beter gaat pompen;  Er gaat meer zuurstof naar alle cellen.
Leskaart 2: Spierballen
Waar is het voor? Hoe werkt het ook alweer?
COPD en zuurstof Longpunt 16 september 2016 Jeanine Antons, longarts.
Hoe doe ik gezond aan duursport ?
Bovenste luchtwegen en ademhaling
Eetadvies.
Psychofysiologische Methoden (deel 3)
Energie Brandstof voor sporten
Al je aantekeningen moeten in je dossier!
GOEDE VOEDING EN SPORT De nieuwe sportvoedingspiramide sinds najaar 2016 Basisvoeding Energie uit je voeding Energie dat je lichaam verbruikt Hoeveel energie.
Ontwikkeling en benadering van kinderen
Luchtwegen en longen Uitwendig milieu. Zorgt voor zuivering, verwarming, bevochtiging en keuren van lucht.
Voeren en Verzorgen Les 4 Blok 1.
training in warmte cabines
Hormoontest.
Stoffen transport tussen cellen en hun omgeving.
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2.
Inhalatieanesthesie.
Voeding Paard.
Welvaartziekten Ondergewicht
Verbranding en ademhaling
Uithoudingsvermogen: Bloed, spieren en voeding
Les 1: Bewegen en inspanning
Energiebehoefte.
Koolhydraten.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
DE LONGEN.
Samenvatting CONCEPT.
volgens het lineair score formulier
Voedingshoeveelheid berekenen
VOS, FOS en OEB.
Bloedsomloop Circulatie systeem.
Welkom.
Transcript van de presentatie:

Analyse paard-ruiter combinatie TRAB

Inhoud Gedrag Voeding Exterieur Training in discipline

Gedrag Beschrijf het normale gedrag van: Paard Ruiter Hoe kun je gedrag beschrijven? Rol van karakter?

Gedrag Enkele voorbeelden: Filmpje Hoe omschrijf je het gedrag van deze paarden en ruiters?

Voeding Rantsoenberekening: Wat heeft het dier nodig? Wat krijgt het dier te eten?

Berekening energiebehoefte Energiebehoefte berekenen in 5 stappen: Bepaal de trainingsduur per soort training Bepaal hoe zwaar het werk is voor je paard Heeft je paard nog extra’s nodig? Bereken de voedingsscore per type training De energiebehoefte van je paard

Energiebehoefte: Stap 1 Punten per type training (I=dressuur; II=springen; III=buitenrit, etc.) Duur van de training (A) Aantal keren per dag (B) Aantal dagen per week (C) Voorbeeld Om het niet tot een score 5 te laten komen is het belangrijk dat we weten wat nou de behoefte is. Een paard krijgt elke dag hetzelfde hoeveelheid, terwijl wij eigenlijk ook meer eten als we de hele dag buiten aan het werk zijn geweest. Paard is overdag constant bezig zijn overschotten aan energie op stal weg te werken, terwijl op moment supreme hij met tekorten kampt. Recreatie paard: Ruin, Warmbloed van 400 kg

Stap 1 Duur van training Punten per type training I II III IV A) Hoe lang doe je de training per dag?   Zeer kort tot 30 minuten 1 Kort tot 1 uur 2 Kort-medium tot 1,5 uur 4 Medium-kort tot 2 uur 5 Medium tot 2,5 uur 6 Medium-lang tot 3 uur 7 Lang meer dan 3 uur 8 B) Aantal keren per dag (1-6)  1 C) Aantal dagen per week (1-7)  2 1   Punten stap 1: (A x B x C) Dit recreatie paard gaan we 1 uur dressuur training geven = 2 punten en dat twee keer per week = 4 punten Daarnaast krijgt het nog 1 uur springles een keer per week = 2 punten En dan maken we elke zondag een buitenrit langs het strand van 1,5 uur = 4 punten Duur training is Training I = 4 punten Training II = 2 punten training III = 4 punten 4 2 2

Stap 2 Intensiteit Punten per type training I II III IV D) Bepaal hoe zwaar het werk is voor je paard. Stap (90%), af en toe langzame draf, 1 kort galopje 1 Stap (60%), draf (35 %), galop (5 %) 3 Stap (50%), draf (40%), galop + springen* (10%) 4 Stap (40%), draf (45%), galop + springen (15%) 5 Stap (30%), draf (50%), galop + springen (20%) 7 Stap (25%), draf en snelle draf (40%), galop/springen(20%) 10 Stap (25%), draf (45%), galop en springen/cross (30%) 11 Meer snelle draf en snelle galop, meer dan 80% 14 Plus maximumsnelheid bereikt – niet meer dan 30 minuten 16 * Bij intensiteit kun je voor “springen” ook hoge dressuur aannemen. Punten stap 2:   Stap 2: Intensiteit van de training: dit is onafhankelijk van niveau paard, wanneer Anky een keer op “mijn” merrie zou stappen geheid dat haar training veel intensiever zal zijn dan wanneer ik voor een M dressuurproef oefen. Dressuur is intensiteit 3 Springen is intensiteit 4 Buitenrit is intensiteit 3 3 4 3

Stap 3 Extra Punten per type training I II III IV Heeft je paard iets extra’s nodig? Aangespannen gereden 3 Temperatuur boven 25ºC of onder 5ºC 3 tot 5 Springen boven 1.40 meter 2 Werk op een helling – steile helling, 10 minuten Punten Stap 3 Extra: Vooral voor topsport of hete zomers Niet voor ons recreatiepaard

Voorbereiding stap 4 Stap 1 + Stap 2 + Stap 3 = Totaal Trainingstype (duur training)+ (intensiteit)+ (extra)= TT Training I (dressuur): 4 + 3 + 0 = 7 Training II (springen): 2 + 4 + 0 = 6 Training III (buitenrit): 2 + 3 + 0 = 5 Gemiddeld per week: score = 18 Totaal punten voor arbeidsbehoefte is 20 per week!

Recreatie paard met 20 punten Betekent Licht-Medium (LMA) Stap 4 De score van stap 1 -3 lees je hier af Score Arbeidsniveau 0 - 10 Zeer Licht (ZLA) 10 – 17 Licht (LA) 18 – 22 Licht – Medium (LMA) 23 -30 Medium (MA) 31 – 37 Medium Zwaar (MZA) 38 – 45 Zwaar (ZA) 45 en meer Zeer Zwaar (ZZA In overzicht in boekje paard en voer zie je dan dat het paar Licht medium werk verricht.

Paard woog 400kg en had een arbeidsscore van LMA Stap 5 Energie behoefte ZLA LA LMA MA MZA ZA ZZA Gewicht Onderhoud 200 2.19 2.31 2.54 2.74 3.00 3.22 3.91 4.48 400 3.68 3.87 4.30 4.67 5.16 5.54 6.82 7.86 600 4.98 5.23 5.87 6.41 7.14 7.70 9.60 11.11 Paard woog 400kg en had een arbeidsscore van LMA In tabel wordt dan aangegeven hoeveel EWpa daarbij hoort! Let op dat het getal bij LMA inclusief onderhoud is, in het CVB boekje staat deze apart vermeld en daar zal je dan ook rekening mee moeten houden.

Energie bekend, wat nu? De berekende intensiteit geeft aan hoeveel energie het paard nodig heeft Maar, welk voer!? Afhankelijk van ras, voedermiddel enz.

Hoeveel moet je dan voeren? Paard verricht langzame lichte arbeid dus veel complexe koolhydraten (Vezels) Dus: rantsoen met: grashooi 70% + krachtvoer/bietenpulp Grashooi: 0.57 EWpa per kg versproduct Brok: 0.67 EWpa per kg Vers product 3uur Gras wei: 0.14 EWpa per kg Vers product 4.67 EWpa In het CVB boekje staan de waarden in van de meest voorkomende paardenvoeders. Het kan verstandig zijn om je ruwvoer te laten analyseren bij BLGG in Oosterbeek, om zeker te zijn van je waarde ruwvoer (wanneer je dan nauwkeurig gaat voeren) kan dat geld besparen. Waardes zijn gegevens 0.57*5 = 2.85 Proberen! 5 kg Grashooi: 2.85 EWpa 1 kg Brok: 0.67 EWpa 8 kg gras: 1.12 EWpa

Voeding Volgorde van voeren Kwaliteit van het voer Bijzonderheden (bijv allergiën, stalondeugden)

Exterieur Lineair score formulier Formulier in bijlage Rapporteer bijzonderheden!

Training in discipline Dressuur Springen Eventing Sprint (1000m) Stayer Quarter (400m) Endurance Kracht Uithoudingsvermogen Snelheid

Trainbaarheid diverse systemen Onderdelen van het lichaam die te trainen zijn: Hart- en bloedsomloop Ademhalingssysteem (zeer beperkte mate!!!) Energieproductie Spieren Pezen, gewrichten en banden

Functie hart en bloed Aanvoer: Afvoer: Brandstof Enzymen Zuurstof Afvalstoffen CO2 Water Warmte

Parameters van het hart HR (heart rate) = pols / hartslag Rust 28-40 slagen/min Arbeid max 210-270 slagen/min SV (slagvolume) = volume per hartslag Volwassen paard = ca 1 liter CO (cardiac output) = HR * SV Het volume dat per minuut door het hart rond gepomp wordt Rust: 28*1=28 liter/min Arbeid: 270*1=270 liter/min (ca 2 badkuipen vol!!)

Maximale hartslag Gangen Hartslag / minuut Rust 40 Stap 80 Draf (234m/min) 120 Draf (298m/min) 140 Galop (348 m/min) 160 Galop (500 m/min) 200 Galop (800-1000 m/min) 200 - 250 Snow and Vogel (1987)

Effect van trainen op hart en vaten Lagere hartslag bij hogere activiteit Hartslag sneller terug op rustwaarde na activiteit Efficiënter transport van zuurstof naar spieren Vergroten capillaire netwerk

Ademhalingssysteem Ook wel respiratie apparaat Functie = aanvoer en afvoer

Ademhalen Inspiratie = actief Expiratie = passief Tussenribspieren trekken samen Middenrif trekt samen Buikinhoud gaat naar achteren en naar buiten Expiratie = passief Tussenribspieren ontspannen Middenrif ontspant Buikinhoud komt naar voren en binnen

Ademhalen en bewegen Het ritme van de ademhaling en de beweging vallen samen, waardoor er minder energie wordt gebruikt voor het actieve deel van de ademhaling omdat zwaartekracht voor een groot deel hier in meewerkt.

Parameters longen Ademfrequentie = slagen/minuut Rust: 8-12 slagen/min Max: 180 slagen/min Ademvolume = volume / slag Rust: 10 liter (dode + alveolaire ruimte) Ademminuut volume = frequentie x volume Rust: 10*10 = 100 liter per minuut Max: 180*10 = 1800 liter per minuut

Effect van trainen op ademhaling In verhouding weinig effect van trainen op ademhalingssysteem Trainen tussenribspieren Spieren van de bovenste luchtwegen zullen sterker worden om op te houden Meer zuurstof beschikbaar per slag /efficiënter

Musculair systeem Spieren! Functie: samentrekken Spanning: statisch of dynamisch

Effect van trainen op spieren Netwerk van bloedvaten vergroten Diameter en het aantal vezels wordt vergroot Buffercapaciteit voor melkzuur in de spieren wordt vergroot

Gewrichten, pezen, banden en botten Functie: mogelijkheid tot bewegen en stabiliseren Effect van trainen: Stevigere structuur Meer lengte Betere doorbloeding Minder beschadiginggevoelig

Vervolg Advies