De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Les 1: Bewegen en inspanning

Verwante presentaties


Presentatie over: "Les 1: Bewegen en inspanning"— Transcript van de presentatie:

1 Les 1: Bewegen en inspanning

2 Onderwerp 1: Relatie bewegen en gezondheid

3 Bewegen levert een bijdrage aan voorkoming/ bestrijding van o.a.:
hart- en vaatziekten aandoeningen aan luchtwegen colonkanker =dikke darm kanker obesitas = zwaarlijvigheid diabetes = suikerziekte osteoporose = botontkalking depressies …!

4 Onderwerp 2: Relatie bewegen en inspanning

5 “Wat doet bewegen en inspanning met je lijf”
Werkopdracht Beantwoord de vraag: “Wat doet bewegen en inspanning met je lijf” FILM 1 (na 2.30!)

6 Effecten van bewegen en inspanning
Korte termijn verklaring Lange termijn

7 bloedsomloop = wegennet
hart = pomp bloedsomloop = wegennet Je kunt hier de vergelijking maken tussen: Je hart is als een grote pomp die het bloed door je lichaam pompt Je bloedsomloop (aderen) zijn te vergelijken met het wegennet. Je aderen lopen door je lichaam als wegen door Nederland Je longen zijn vergelijkbaar met een blaasbalg en zuigen lucht op en ‘blazen’ het uit in je lichaam zodat zuurstof via je bloed door je lichaam getransporteerd wordt longen = blaasbalg

8 verzameling energiecentrales
Lichaam = verzameling energiecentrales Je lichaam bestaat uit een heleboel energiecentrales. Op die manier kun jij in beweging blijven. Ze moeten harder werken als er meer inspanning geleverd moet worden. Bijvoorbeeld bij sporten

9 Onderwerp 3: bewegen bij verschillend inspanningsniveau:

10 Werkopdracht: Stel dat je: 60 meter moet sprinten voor de bus,
30 min gaat wandelen met de hond of 4 min zo hard mogelijk fietst om de trein te halen  Geef aan welke verschillen in inspanning je ervaart? Denk daarbij aan: zweten, hartslag, ademhaling, vermoeidheidsgevoel, etc

11 Kernmerken van de inspanning
activiteit Kernmerken van de inspanning 60 meter sprinten voor de bus 2. 30 min wandelen met de hond 3. 4 minuten fietsen op je hardst om nog net de trein te halen

12 Welke activiteiten horen bij elkaar als je kijkt naar het type inspanning?
FILM 2 FILM 3 FILM 4 FILM 5 FILM 6 FILM 7 FILM 8 FILM 9 FILM 10

13 Werkopdracht : Hoe zit het dan met de volgende zaken?
Waarom duurt een boksronde 3 minuten, een handbalhelft 20 minuten en een voetbalhelft 45 minuten? Wat is het verschil in inspanning bij een gemiddelde volleybalrally of tennisrally? Waarom kan een tenniswedstrijd goed vijf uur duren en liggen topvoetballers in de verlenging met kramp op het veld?

14 Verschillen in bewegen bepalen verschillen in vermogen en duur energie leverantie
Kortdurend explosief Langdurend extensief En daarmee verschilt ook de aard van de brandstof, namelijk;

15 vergelijkingen Fosfaten “kerosine“ 100 meter Koolhydraten anaeroob
“benzine“ 800 meter Koolhydraten aeroob/ Vetten “diesel“ > 5 km

16 Werkvorm: de klas wordt verdeeld in 4 groepen
activiteit Groep A inschatting verbrandingsduur bij het kijken van een film languit op de bank Groep B inschatting verbrandingsduur bij shoppen in de stad Groep C inschatting verbrandingsduur bij joggen met 10 km per uur Groep D inschatting verbrandingsduur bij hardlopen 15 km uur antwoord 15,5 uur 6,25 uur 1,75 uur Nooit!


Download ppt "Les 1: Bewegen en inspanning"

Verwante presentaties


Ads door Google