Happy Valentine!!!!
KWALITEIT EN ORGANISATIE WEEK 2 Schpa 2.57
Kwaliteit (eigenschap) De meest neutrale definitie van kwaliteit is: het geheel van eigenschappen van een object, waarbij een object een ding, activiteit, persoon of concept kan zijn Beleid Beleid is het stellen van doelen, middelen en een tijdpad in onderlinge samenhang. Liefst zijn plaats en tijd omschreven. Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren. Non-profit Non-profit wil zeggen dat er geen winstoogmerk is. Een non-profitorganisatie heeft niet als doel winst te maken. Toch kan het zijn dat degenen die gebruikmaken van de diensten van een non-profitorganisatie daarvoor moeten betalen. De doelstelling van een non-profitorganisatie is de ondersteuning van private of publieke aangelegenheden voor niet-commerciële, maatschappelijke doeleinden. Dit kan gaan over een grote variatie aan zaken, zoals kunst, educatie, politiek, onderzoek of ontwikkelingshulp. Hoewel de organisaties geen winstoogmerk hebben, hebben zij wel inkomsten nodig. Deze zijn over het algemeen afkomstig uit subsidies, giften en eigen inkomsten. Deze eigen inkomsten kunnen voorkomen uit acties en bijdrage van "klanten" aan de gemaakte kosten. Non-profitorganisaties die gesubsidieerd zijn door de overheid worden ook door de overheid op kwaliteit gecontroleerd. Als de organisatie niet aan de kwaliteitseisen van de overheid voldoet kan de subsidie stopgezet worden.winstkunst educatiepolitiekonderzoek ontwikkelingshulpoverheid subsidie
Non-profit Non-profit wil zeggen dat er geen winstoogmerk is. Een non- profitorganisatie heeft niet als doel winst te maken. Toch kan het zijn dat degenen die gebruikmaken van de diensten van een non-profitorganisatie daarvoor moeten betalen. De doelstelling van een non-profitorganisatie is de ondersteuning van private of publieke aangelegenheden voor niet-commerciële, maatschappelijke doeleinden. Dit kan gaan over een grote variatie aan zaken, zoals kunst, educatie, politiek, onderzoek of ontwikkelingshulp. Hoewel de organisaties geen winstoogmerk hebben, hebben zij wel inkomsten nodig. Deze zijn over het algemeen afkomstig uit subsidies, giften en eigen inkomsten. Deze eigen inkomsten kunnen voorkomen uit acties en bijdrage van "klanten" aan de gemaakte kosten. Non-profitorganisaties die gesubsidieerd zijn door de overheid worden ook door de overheid op kwaliteit gecontroleerd. Als de organisatie niet aan de kwaliteitseisen van de overheid voldoet kan de subsidie stopgezet wordenwinstkunsteducatiepolitiekonderzoekontwikkelingshulpoverheidsubsidie
Een overheid betrekt in een zo vroeg mogelijk stadium burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en/of andere overheden bij het beleid, met als doel tot een open wisselwerking te komen, wat betreft voorbereiding, bepaling, uitvoering en evaluatie van beleid.
1. Openheid 2. Duidelijkheid over de rol en inbreng van bestuur en participanten 3. Meerwaarde van participatie 4. Constructieve relatie tussen bestuur en participanten 5. Geschikte problematiek 6. Voldoende personele capaciteit en hulpmiddelen
Interactieve beleidsaanpak 3 fasen van plan van aanpak Politiek bestuurlijke inkadering Zaken als bestuursstijl, doelen en voorwaarden Structurering van beleidsontwikkeling Beleids voorbereiding,bepaling uitvoering en evaluatie Structurering van de interactie Communicatiestrategie
Interactief beleid kent 2 orientaties Extern: samen met burgers organisaties andere overheden Intern: bestuur stelt zelf voorwaarden,eisen, doelstellingen
Politiek bestuurlijke inkadering blz.110/112 Bestuursstijl:keuze maken welke stijl Doelen en randvoorwaarden: definitie probleem, tijd, doelen, middelen Aansluiting bij beleidsproces : keuze maken van proces, plaats van interactief gedeelte, verhouding interactief proces/besluit Commitment en betrokkenheid: deelname aan en gebonden achter proces Tussentijdse informatie: feedback, controle verantwoording
Structurering beleidsontwikkeling Beleidsvoorbereiding Verkenning issues aandachtspunten Diagnose problematiek:maatstaven,situatie,oorzaken Alternatieve oplossingen Doelstelling, beoordelingscriteria Uitwerken alternatief proces
Structurering beleidsontwikkeling Beleidsbepaling Bepalen van besluitvormingsagenda Beoordelen beleidsvoorstel Wijzigen/aanvullen beleidsvoorstel Beslissen over beleidsvoorstel
Structurering beleidsontwikkeling Beleidsuitvoering Uitwerking en bepaling beleid naar uitvoerbaarheid(theorie praktijk) Planning en organisatie uitvoeringsprogramma Feitelijke uitvoering van beleid
Structurering beleidsontwikkeling Beleidsevaluatie Formuleren evaluatievraag Bepalen evaluatiemaatstaven Beschrijven en beoordelen feitelijke situatie Conclusies beleid (eventueel) aanbevelingen
Structering interactie communicatiestrategie blz Het theoretische van bestuurlijke uitgangspunten naar communicatieplan; Grote lijnen aangeven met welk doel, wie, tussen wie, hoe en hoe open er gecommuniceerd wordt. Hoe vaak en hoe lang wordt er gecommuniceerd
communicatiestrategie Doel van communicatie Eenzijdige vs gezamelijke ideenvorming Kennisvermeerdering of gerichte beinvloeding Selectie participanten burgers, overheden, afnemers, media etc. Aantal participanten selectiecriterium
communicatiestrategie Rol participanten Deelnemers/rol kant bestuur/overheid Richting communicatie Aard communicatie: eenzijdig/meerzijdig, informatievergaring-verstrekking uitwisseling Openheid: met wie wordt welk onderwerp wanneer besproken Intensiteit: hoe vaak, hoe lang Tijdsduur proces communicatie
Communicatie overzicht Blz schema Spelregels vaststellen Van te voren vastleggen aan welke regels bepaalde fasen gebonden zijn, dit voor structuur en overzicht
Koppeling beleidsontwikkeling en interactie Afstemmen en aansluiten van beleid, interactie en bestuur Een manier is de infralab methode 1. De startfase: aanleiding doel en randvoorwaarden 2. Stemfase :kleine groepen belanghebbenden betrekken 3. Agorafase: problemen bekijken met experts en besluitvorming 4. Actiefase oplossingen uitwerken door bestuur en besluitvorming met terugkoppeling
Organisatie en management Een organisatie moet in staat zijn tot interactief beleid Er moet ruimte zijn voor nieuwe invloeden in de vorm van kennis en belangen Een andere werkwijze moet mogelijk zijn Vraaggericht werken, dus vanuit de behoeften Flexibiliteit, op de hoogte blijven Verwerken communicatie in beleid Politieke antenne, gevoel hebben voor beslissingen