Herstel in de GGz Jaap van der Stel Typen herstel | Klinisch herstel | Behandeling gericht op reductie / remissie van symptomen, - zo mogelijk genezing. Functioneel herstel | Verbeteren van functioneren in bio-psycho-sociaal-cultureel opzicht. Maatschappelijk herstel | Werken aan positieverbetering in sociaal en cultureel opzicht. Bestrijden stigma’s. Persoonlijk herstel | Persoon gaat aan de slag om zichzelf / situatie te veranderen (identiteit, waarden, doelen, hoop, zingeving).
Herstel belemmerend Negatieve identiteit | Denken dat je iets niet kan (en/of niet wil) bereiken. Weinig / geen motivatie | Motivatie – doorzetten, volharden, wilskracht, discipline – is niet voldoende maar wel cruciaal. Hindernissen door innerlijke dilemma’s. Structurele beperkingen | Allerlei problemen in het dagelijks leven. > Vaak is support belangrijk, behandeling, inspanning (zelfhulp) en sociale steun.
Herstel bevorderend Positief denken | Creëren van een cultuur en aanbod vanuit hoop, optimisme en afgestemde behandeling. ‘Karakter’ | Mensen kunnen ‘op eigen kracht’ meer dan zij / anderen denken. ‘Erop af’ | Voorkom sociaal isolement. > Breng sociale steigers aan waaraan mensen zichzelf omhoog kunnen trekken. > Focus op het dagelijks leven. ‘Autonomie’ | Creëer sociale context voor autonome zelfregulatie.