Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Diagnostiek in de psychiatrie
Advertisements

Anorexia en Boulimia Nervosa
Diagnostiek van gedragsstoornissen
JONGEREN en DRUGS van kennismaking tot verslaving
Justitie en psychiatrie
Verslavingsproblematiek: cannabis
Over Klinische psychologie en ‘abnormaal’ gedrag
Depressie bij kinderen en adolescenten.
Oorsprong Het competentiemodel ontstond in het Pedagogisch Instituut Amsterdam /Duivendrecht. Oorspronkelijk werd het gebruikt voor delinquente jongeren,
Siel Claerhout 1BATP B1 Aan autisme verwante contactstoornissen: klinisch beeld en classificatie Serra, M., Mulder, E., Minderaa, R. (2002). Aan autisme.
Psychotische stoornissen
Drugs- en alcoholverslaving
Gedragsproblemen bij kinderen en jongeren
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Hans Grietens Centrum voor Gezins- en Orthopedagogiek
Verstandelijke beperking
Marieke Bossuyt en Barber Declerck
Stemmingsstoornissen
Autismespectrumstoornissen
Suïcidegevaar en onvrijwillige opname
Reproductie van partnergeweld. Inleiding Nazorg is belangrijk binnen preventie Behandeling zorgt ervoor dat ouders en kinderen normaal kunnen functioneren.
Depressie bij ouderen.
DBD Disruptive Behaviour Disorders 1 oktober 2007 Yvonne Bijl.
Oriëntatie op het beroep
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Opvoedrelaties onder spanning B
Week 1: professioneel pedagogisch handelen Docent: Irina Nojoredjo Opvoedrelaties onder spanning B.
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
Oriëntatie op het beroep Kwartaal 1 Week 3 Marie-Joze van Raak
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
PSYCHIATRIE Hechtingsstoornissen
Psychiatrie Eetstoornissen en voedings- en eetstoornissen bij het jonge kind Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
PROJECT: ORIËNTATIE OP HET BEROEP Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd Kamer: L
Ontwikkeling van het kind (0-12 jaar)
PSYCHIATRIE ANGSTSTOORNISSEN
Psychiatrie Naam: Martine Bink med.hro.nl/binmd
PSYCHIATRIE Hechtingsstoornissen
Opvoedrelaties onder spanning Bijeenkomst 4. Debat passend onderwijs Lees §1.1 Sipman goed door. In de maatschappij lijkt het aantal kinderen met gedragsproblemen.
Dorien `t Hart Groepsdynamica Dorien `t Hart
Dorien `t Hart Med.hro.nl/hardo
Dorien `t Hart Groepsdynamica Dorien `t Hart
Week 3 Casus oefenen Docent: Madeleine Meurs Opvoedrelaties onder spanning B.
Naam: Siri Kruit med.hro.nl/krusr
Oriëntatie op het beroep
Oriëntatie op het beroep Kwartaal 1 Week 4
Drs. Elsa Amsing Psycholoog Arbeid & Gezondheid NIP Registerpsycholoog Arbeid & Organisatie.
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
Neem de tijd… Sara Bloemers Heike Wisse. Programma Voorstellen in groepjes Grondhouding Achtergrond en NTS Een aantal patiënten melden zich… Wat ga je.
Invloeden op het denken en doen van mensen
Somatiseren en chronische pijn
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
Forensische Psychopathologie
Invloeden op het denken en doen van mensen
Michael Groeneweg, kinderarts - MDL
Hoofdstuk 7 Assessment Perspectives and the Human Matrix: Brigdes to Effective Treatment Planning in the Initial Interview.
De DSM-5 komt er aan Psychiatrieweb.nl/presentaties7.html 17-sep-18.
Depressie bij kinderen en adolescenten
Diagnose en classificatie in de Psychiatrie
Merel, Kikki en Sarah.
Psychopathologie v0or 1e jaars BBL 2017
VOOROORDELEN psychiatrie
Gedragsproblemen en stoornissen
Gedragsproblemen en stoornissen
Gedragsproblemen en stoornissen
Het Zorgclustermodel Alexandra Sillen, Hans Kamsma,
ontwikkelingspsychologie
En professioneel handelen
Transcript van de presentatie:

Psychiatrie Naam: Martine Bink E-mail: m.d.bink@hr.nl med.hro.nl/binmd Kamer: L 03.324

Vandaag Inhoud module Opzet lessen Toetsing, beoordeling en overige afspraken Introductie Psychiatrie

Leerdoelen (SHL) De student kan de belangrijkste psychiatrische ziektebeelden en de daarbij behorende symptomen beschrijven en herkennen bij eenvoudige casuïstiek. De student heeft kennis van de werking van de hersenen, van uiteenlopende (biologische, psychologische) behandelvormen bij bovengenoemde stoornissen en een eerste notie van de plaats van de sociale psychiatrie. De student kan uitleg geven over de werking van het DSM-classificatiesysteem en een aantal vaktermen uit de psychiatrie herkennen en adequaat gebruiken. De student heeft kennis van criteria van afwijkend gedrag en kan culturele en historische aspecten van afwijkend gedrag benoemen. De student kan psychiatrische ziektebeelden op jeugdige leeftijd afzetten tegen de gezonde ontwikkeling, de risicofactoren voor een pathologische ontwikkeling benoemen en zo doende de relatie leggen met ziektebeelden bij volwassenen en ouderen.

Opzet van de lessen Kwartaal 1 Kwartaal 2 Hechtingsstoornissen Stemmingsstoornissen Autismespectrum Stoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen ADHD Dissociatieve, somatoforme en nagebootste stoornissen Taal- en leerstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen Gedragsstoornissen Cognitieve stoornissen Eetstoornissen Stoornissen van de ouderdom Angststoornissen Aanpassingsstoornis Middelenmisbruik en verslaving Pedofilie en genderidentiteitsstoornis

Literatuur Boeken: Nevid, J.S., Rathus, S.A. & Greene, B. (2012). Psychiatrie een inleiding. Amsterdam: Pearson Benelux BV. ISBN 9 789043 024280. Rigter, J. (2013). Ontwikkelingspsychopathologie, bij kinderen en jeugdigen Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN 9 789046 903490. Artikelen: Egan, M. (2005). Students with Asperger’s Syndrome in the CS Classroom. New York: Sienna College. Roos, S. de. & Dinther, M. van (2011). Preventie in de hulp- en dienstverlening, toepassingen en achtergronden. Bussum: Uitgeverij Couthino. Moraal, M., Elleren, A. van, Waal, K. de, Voskes, Y. & Widdershoven, G. (2013). Integratie van een psychiatrische instelling in de buurt. Magazine voor GGZ en verslavingszorg, Vol.: 68 (2013) p.118-124.

Toetsing en beoordeling Zie SHL voor criteria Kwartaal 1: 1 theoretische presentatie Kwartaal 2: 1 muzische presentatie 1 Multiple Choice toets (60 vragen)

Onderwerpen presentaties kwartaal 1 Week Onderwerp Namen 2 Culturele en/of historische aspecten van psychiatrie 3 Hechtingsstoornissen 4 Autismespectrum stoornissen 5 ADHD of Taal- en leerstoornissen 6 Gedragsstoornissen 7 Eetstoornissen 8 Angststoornissen 7 X 4/5 = 28 studenten tot 35 studenten

Onderwerpen presentaties kwartaal 2 Week Onderwerp Namen 1 Verslaving en afhankelijkheid 2 Stemmingsstoornissen 3 Schizofrenie en andere psychotische stoornissen 4 Dissociatieve, somatoforme en nagebootste stoornissen 5 Persoonlijkheidsstoornissen 6 Cognitieve stoornissen en stoornissen van de ouderdom 7 Themaweek 8 Sociale psychiatrie 9 Toets 7 X 4/5 = 28 studenten tot 35 studenten

Wat is afwijkend gedrag?

Wat is afwijkend gedrag?? Wat verstaan jullie onder afwijkend gedrag? Welk afwijkend gedrag vertoon je zelf? Wat zijn jullie eigen ervaringen? (persoonlijk, films, boeken) etiketten plakken op gedrag Die autist => het is een persoon met autisme (naast de stoornis ook nog een mens!)

Criteria voor abnormaliteit Uitzonderlijk Sociaal afwijkend gedrag Foute perceptie of interpretatie van de realiteit Aanzienlijk emotioneel lijden Ongepast of contraproductief gedrag Gevaar voor jezelf of anderen Rosenhan Experiment http://www.youtube.com/watch?v=j6bmZ8cVB4o

Culturele aspecten van afwijkend gedrag Concepten over gezondheid: uiteenlopende betekenis in verschillende culturen Abnormale gedragspatronen kunnen zich in verschillende culturen verschillend uiten Bepaalde woorden (psychische stoornissen) komen in andere culturen niet voor… maar bestaan wel. Door immigratie zijn invloeden van cultuur, etniciteit en religie op geestelijke gezondheid actueel

Terug in de tijd…?

Historische visies en ontwikkelingen in de psychiatrie Hippocrates ( +- 400 v. Chr. Melancholie, Manie en Bezetenheid) Heksenvervolging: Middeleeuwen (afwijkend gedrag is bezetenheid) Gekkenhuizen (vanaf 1600 werden deze in Europa gebouwd) 1800 hervormingen (een einde aan de wrede praktijken) Antipsychiatrie (patiënten zoveel mogelijk in de maatschappij) Heden: o.a. evidence based medicine Hippocrates (+- 400 voor Christus): één van de eerste artsen die stelde dat ziekten van lichaam en geest het gevolg waren van natuurlijke oorzaken en dat mensen niet bezeten waren door bovennatuurlijke geesten. Hij classificeerde abnormaal gedrag aan de hand van drie categorieën: Melancholie, Manie en Bezetenheid Heksenvervolgingen: Afwijkend gedrag is een teken van bezetenheid door boze geesten of de duivel. Bij de drijftest werden verdachten in het water gegooid om te achterhalen of ze bezeten waren door de duivel. Verdachten die hun hoofd boven water wisten te houden waren ‘onzuiver’. Verdachten die verdronken, bleken toch zuiver te zijn. Gekkenhuizen: bewoners waren vastgeketend aan hun bedden, het was vuil, Dolhuys in Haarlem. Hervormingen: Patiënten zullen weer normaal gaan functioneren als ze op een menselijke manier worden behandeld. Antipsychiatrie: Bij deze stroming werd er uitgegaan van het feit dat psychiatrische stoornissen überhaupt niet bestonden, maar het gevolg waren van de maatschappij. Deze patiënten moesten niet in ziekenhuizen behandeld worden! In deze tijd nam het ambulant behandelen toe. Patiënten moesten zoveel mogelijk in de maatschappij worden gehouden, bijvoorbeeld door ‘beschermd wonen’ projecten. Keerzijde was dat patiënten die niet behandeld wilden worden dakloos werden of zichzelf verwaarloosden. Er ontwikkelde zich bemoeizorg (outreachtende zorg). EBM: Kwaliteit van de zorg te verbeteren. Resultaten meetbaar en vergelijkbaar maken. Streeft naar het best beschikbare bewijs bij de keuze voor een behandeling.

Biologisch perspectief op psychiatrie Werking van het zenuwstelsel: Neuronen Synaps + neurotransmitters http://www.youtube.com/watch?v=p5zFgT4aofA Neuron: zenuwcel Axon: Het lange dunne gedeelte van een neuron, waarlangs zenuwimpulsen lopen Dendriet: Uitloper van Neuron, die zenuwimpulsen ontvangt van andere neuronen Synaps: Het spleetje tussen de ene neuron en de dendriet van een ander neuron waarlangs de impulsen worden doorgegeven. Neurotransmitter: De chemische stof die neurale boodschappen van het ene neuron naar het andere voert. Receptor: Het deel van een dendriet dat gevoelig is voor bepaalde neurotransmitters.

Overzicht zenuwstelsel Centrale zenuwstelsel Perifere zenuwstelsel Hersenen Ruggenmerg Somatische zenuwstelsel Autonome zenuwstelsel - Sympathisch zenuwstelsel - Parasympatisch zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel verbindt de hersenen met de buitenwereld. Somatische zenuwstelsel: Is verantwoordelijk voor het transport van informatie van de zintuigen naar de hersenen en van de hersenen naar de skeletspieren. Het autonome zenuwstelsel: Stuurt de onbewuste lichaamsprocessen aan en is betrokken bij emotionele reacties. Het reguleert de hartslag, ademhaling, spijsvertering, verwijding van de pupillen, enz. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit het sympathische en het parasympatische deel. Het sympathische deel is betrokken bij processen die het lichaam mobiliseren in tijden van stress. De fight-flightrespons. Als we weer ontspannen zorgt het parasympatische zenuwstelsel ervoor dat onze hartslag weer vertraagt. Het parasympatische zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de spijsvertering.

Perspectieven op afwijkend gedrag A. Biologisch B. Psychologisch C. Sociaal–cultureel D. Biopsychosociaal Tabel 2.3 blz. 49 Biologisch: welke rol spelen neurotransmitters, genetische factoren, enz. Psychologisch: Hoe wordt abnormaal gedrag aangeleerd? Welke denkstijlen zijn kenmerkend voor iemand met een psychologische stoornis? Sociaal-Cultureel: Komen psychiatrische stoornissen bij sommige culturen vaker voor dan bij anderen? Hoe kunnen we de verschillen verklaren? Biopsychosociaal: Interacties tussen biologische, psychologische en sociaal culturele factoren. Wat is de rol van genetische of andere factoren bij het ontstaan van een psychiatrische stoornis?

Biopsychosociaal Diathese-stressmodel Figuur 2.7, bladzijde 48 Diathese kwetsbaarheid, geërfde aanleg voor ontwikkeling van de stoornis. Stress Stressoren in de omgeving, zoals conflict in gezin, seksueel misbruik, mishandeling of andere traumatische gebeurtenissen. Hoe sterker de diathese, des te minder stress is er nodig om de stoornis te ‘triggeren’. Diathese + Stress Ontwikkeling van de stoornis

Classificatie van afwijkende gedragspatronen - DSM Classificatie is belangrijk voor wetenschappers om: Onderzoeksresultaten te kunnen bespreken Beslissingen te kunnen nemen m.b.t. behandeling Beloop van ziekte te voorspellen Onderzoek te kunnen doen naar populaties met gelijksoortig afwijkend gedrag Paviljoen 7 25.24 – 38.38 gesprek drukke man, gesprek prozac 1.10.16 – 1.28.00 gesprek medicatie, crises team medicatie http://dokument.ncrv.nl/ncrvgemist/28-3-2011/ncrv-dokument-paviljoen-7

de DSM-IV en DSM-5 (mei 2013) Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders Internationaal het meest gebruikte classificatiesysteem voor psychiatrische stoornissen. Beschrijving van stoornissen op basis van symptomen DSM-5 heeft een proefperiode van 2 jaar Casus Gaf score

Belangrijkste veranderingen in de DSM-5 Het assenstelsel waarlangs de verschillende diagnoses in DSM-IV werden gerubriceerd, is verdwenen. De DSM-5 beschrijft 20 hoofdcategorieën met diagnoses, zoals ‘schizofrenie spectrum en andere psychotische stoornissen’, ‘depressieve stoornissen’, enz. De DSM-5 bevat classificaties die (nog) niet zijn opgenomen, zoals ‘internet gaming disorder’ en ‘non suicidal self-injury’. Er is meer onderzoek nodig om deze stoornissen te kwalificeren als aparte diagnoses. Bij elke diagnose moet worden nagegaan welke ‘instandhoudende factoren’ aanwezig zijn. Bijvoorbeeld: is de patiënt syntoon of dystoon (heeft hij ziekte-inzicht en motivatie?), wat is de invloed van leeftijd, geslacht en cultuur?, is er sprake van comorbiditeit en suïcidaliteit?, hoe hoog is de lijdensdruk?, DSM-5 kent geen not otherwise specified (NOS)-diagnoses meer: PDD-NOS verdwijnt dus. Er zijn zogenaamde risico-syndromen toegevoegd aan de DSM-5 De NVvP heeft de belangrijkste wijzigingen uitgebreid op papier gezet: zie hun Whitepaper Kritiek op DSM-5 Tegenstanders DSM-5 Begonnen als handboek om stoornissen te beschrijven aan de hand van symptomen. Nu veel kritiek, omdat er veel meer kinderen en volwassenen worden gediagnosticeerd. De definities van DSM-5 zijn nóg ruimer beschreven. Hulp is alleen verkrijgbaar als je een DSM diagnose hebt.

Voorbeeld van een diagnose As I Klinische stoornissen As II Persoonlijkheidsstoornissen en verstandelijke beperking As III Somatische aandoening As IV Psychosociale en omgevingsproblemen As V Globale beoordeling van het functioneren (GAF score) As I PTSS As II Borderline persoonlijkheidsstoornis As III geen diagnose As IV scheiding As V GAF score 45 As I 314.9 ADHD-NAO 313.89 Reactieve hechtingsstoornis, ontremde type As II Bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, laaggemiddelde intelligentie As III geen diagnose As IV Problemen binnen de primaire stoornis AS V GAF score 60

Biologisch georiënteerde therapieën Medicatie Angstremmers Antipsychotica Antidepressiva Stemmingsstabilisatoren Andere biologische interventies: ECT Film ECT Lichttherapie “Meanwhile, anti-depressants may be no more effective than a placebo. The serotonin hypothesis of depression is rubbish. It is a marketing ploy by drug companies. Anti-depressants are potentially addictive and sometimes dangerous, yet one in three women take them some time in their lives” http://www.youtube.com/watch?v=3Iczj_RJWys&feature=youtube_gdata_player (kritische blik psychiatrie) Angstremmers = benzodiazepinen (Valium): Medicijnen tegen angst en hoge spierspanning. De Activiteit in het centrale zenuwstelsel vermindert. Leidt tot verslaving! Abrupt stoppen: epileptische aanvallen, onttrekkingsangst. Verdere bijwerkingen: vermoeidheid, slaperigheid, verslechterde motorische coördinatie. Antipsychotica = neuroleptica. Medicijnen tegen schizofrenie en andere psychotische stoornissen: wanen, hallucinaties, verwarring, gedragsproblemen. Hierdoor was het niet langer nodig voor een groot aantal patiënten om in psychiatrische ziekenhuizen te verblijven. Bijwerkingen: spierstijfheid en tremors. Mogelijk onomkeerbaar bij langdurig gebruik: tardivie dyskinesie: knipperen, grimassen, smakken, onwillekeurige bewegingen. Antidepressiva: behandeling van depressie. Prozac, Soloft. Meer dan de helft van de mensen reageert positief. Oudere middelen hebben meer bijwerkingen zoals gewichtstoename en dodelijke overdosis. Helpt ook bij: paniekstoornis, sociale fobie, obsessief-compulsieve stoornissen en eetstoornissen. Stemmingsstabilisatoren: bij een bipolaire stoornis. Lithium (giftig!). Lichttherapie: voor patiënten met een depressie (evt. seizoensgebonden). ECT: electro convulsie therapie: shocken. Controversieel. Effectief bij mensen met een ernstige depressie die anders niet te behandelen is. Laatste redmiddel. Psychochirurgie: lobotomie. Zenuwen worden vernietigd die verantwoordelijk zijn voor emoties.

Psychosociale veerkracht

Overzicht belangrijkste soorten psychotherapieën Tabel 4.1, blz. 93 Psycho-analytisch: klassiek ↔ modern Gedragstherapie Cliëntgerichte therapie Cognitieve therapie + RET Cognitieve gedragstherapie tabel 4.1 blz. 93 Oefening helpende gedachten

Volgende week Presentatie: Culturele en/of historische aspecten van psychiatrie Gehechtheid en hechtingsstoornissen Voorbereiding: Zie SHL