Woonprogrammatie West-Vlaanderen Een stand van zaken 29 September 2015
00_intro 00_intro 01_woonprogrammatie West-Vlaanderen 02_reservepakket wonen 03_vragen 00_intro In deze presentatie zullen na een korte introductie de woonprogrammatie voor West-Vlaanderen en het reservepakket wonen behandeld worden
00_intro 2014 Herziening PRS-WV – krachtlijnen woonprogrammatie 2012-2022: - Taakstelling op regionaal woningmarkt-niveau - Cyclisch systeem - Meer flexibiliteit in de verdeling van de woonbehoefte Voorstelling woonprogrammatie in 2013 2015 Overzicht stand van zaken + opstart voorbereiding cyclische herziening Bij de herziening van het PRS-WV in 2014 werden voor de woonprogrammatie volgende krachtlijnen naar voor geschoven: Taakstelling op regionaal woningmarkt-niveau, aangeleverd door de provincie: hierbinnen werden 22 woningmarkten afgebakend. Daarnaast werden ook de bevolkingsprognoses tot 2022 toegepast op deze regionale woningmarkten. Wie hierover meer info wil kan alles terugvinden in het boek ‘Honkvast in tijdens van verandering’. De 2e krachtlijn verwijst naar het cyclisch systeem van de woonprogrammatie. Dit houdt in dat aan iedere gemeente een bruto-taakstelling zal toebedeeld worden voor een planhorizon van 10 jaar (2012-2022) met een evaluatie na 5 jaar. De 3e en laatste krachtlijn heeft betrekking op het verhogen van de flexibiliteit van de woonbehoefte. Deze krachtlijn zorgt ervoor dat de gemeente meer keuzevrijheid bij de verdeling en de locatiekeuze van het te besteden netto-pakket. Dit houdt in dat voor de woonkernen en hoofddorpen verder kan gebundeld en verschoven worden volgens de kernenhiërarchie. Nu zal ik voor 2015 een overzicht geven van de stand van zaken en zal ik kort vooruitlopen naar de opstart van de voorbereiding van de cyclische herziening tegen 2017.
01_woonprogrammatie West-Vlaanderen Overzicht regionale woningmarkten Op deze slide hebben jullie ter herinnering nog eens een overzicht van de 22 regionale woningmarkten
01_woonprogrammatie West-Vlaanderen September ’15 Geen ROP + geen ingevulde vragenlijst Hier zien jullie een overzicht van het aantal gemeenten waarvan de woonprogrammatie reeds berekend is. In totaal is voor reeds 37 gemeenten de oefening gemaakt. Om de woonprogrammatie te berekenen hebben we 2 zaken nodig: Een door Ruimte Vlaanderen gevalideerd ROP Een ingevulde vragenlijst over de op til staande ‘woongerelateerde’ projecten in de gemeente Wachten op advies CBS alvorens bestendiging deputatie
01_woonprogrammatie West-Vlaanderen Periode 2012-2017 21 gemeenten bijkomend bestemmen 16 gemeenten voldoende juridisch aanbod Hier zien jullie ene overzicht van de woonprogrammatie voor de periode 2012-2017. De donkergroene gemeenten hebben reeds een goedgekeurde woonprogrammatie en kunnen bijkomend bestemmen. De lichtgroene gemeenten zijn reeds berekend en kunnen bijkomend bestemmen maar hierbij wachten we nog op advies van het CBS alvorens we dit in deputatie brengen. De donkerrode gemeenten hebben reeds een goedgekeurde woonprogrammatie en hebben nog voldoende juridisch woonaanbod beschikbaar binnen de gemeente. Bijkomend bestemmen is hierbij niet nodig. De lichtrode gemeenten zijn reeds berekend en hebben voldoende juridisch woonaanbod maar hierbij wachten we nog op advies van het CBS alvorens we dit in deputatie brengen. Samenvattend kunnen we zeggen dat tot nu toe van de 37 gemeenten er 21 bijkomend kunnen bestemmen en dat 16 gemeenten nog voldoende juridisch woonaanbod binnen hun gemeentegrens hebben om aan de vraag te voldoen.
01_woonprogrammatie West-Vlaanderen Periode 2017-2022 11 gemeenten bijkomend bestemmen 26 gemeenten voldoende juridisch aanbod Hier zien jullie ene overzicht van de woonprogrammatie voor de periode 2017-2022. De donkergroene gemeenten hebben reeds een goedgekeurde woonprogrammatie en kunnen bijkomend bestemmen. De lichtgroene gemeenten zijn reeds berekend en kunnen bijkomend bestemmen maar hierbij wachten we nog op advies van het CBS alvorens we dit in deputatie brengen. De donkerrode gemeenten hebben reeds een goedgekeurde woonprogrammatie en hebben nog voldoende juridisch woonaanbod beschikbaar binnen de gemeente. Bijkomend bestemmen is hierbij niet nodig. De lichtrode gemeenten zijn reeds berekend en hebben voldoende juridisch woonaanbod maar hierbij wachten we nog op advies van het CBS alvorens we dit in deputatie brengen. Samenvattend kunnen we zeggen dat tot nu toe van de 37 gemeenten er 11 bijkomend kunnen bestemmen en dat 26 gemeenten nog voldoende juridisch woonaanbod binnen hun gemeentegrens hebben om aan de vraag te voldoen.
01_woonprogrammatie West-Vlaanderen Op de planning: Krachtlijnen voor de woonprogrammatie (PRS-WV): Taakstelling op regionaal woningmarktniveau en aangeleverd door de provincie Woonprogrammatie via een cyclisch systeem Planperiode 2012 – 2022 met evaluatie in 2017 Meer flexibiliteit in de verdeling van de woonbehoefte 2017: evaluatiejaar Om te kijken wat er in de nabije toekomst op de planning staat kijken we terug even naar de krachtlijnen uit het PRS-WV Het is hier vooral de 2ee krachtlijn ‘het cyclisch systeem’ dat hiervoor van belang is. Zoals reeds aangehaald werken we steeds met een planhorizon van 10 jaar met een evaluatie na elke 5 jaar op deze manier kunnen we tijdig inspelen op nieuwe evoluties en trends Nabije toekomst 2017 evaluatiejaar Binnenkort opstart voorbereidingen update bruto-taakstelling + evaluatie van de berekeningswijze. Nagaan hoe realiteit omgaat met verdichting en globale doel is om een gezond evenwicht te hebben tussen enerzijds voldoende aanbod met anderzijds ook steeds voldoende druk op de markt. Zo is het de bedoeling dat ook leegstaande woningen ontwikkeld worden en dat er niet enkel tot in het oneindige bij verkaveld wordt
02_reservepakket wonen Wat? Reservepakket aanwenden voor: - onverwachte demografische evoluties - gebruiken voor realisatie speciale woonprojecten +/- 2070 wooneenheden Voorwaarden & kader waarbinnen pakket kan worden aangewend Algemene voorwaarden Specifiek kader In 2012 werd bij de berekening van de bruto-taakstelling voor iedere gemeente van de provincie een deel van deze taakstelling opzij gezet, in een reservepakket. Dit met de bedoeling dit pakket aan te wenden voor: Onverwachte demografisch evoluties Te gebruiken voor de realisatie van speciale woonprojecten Hierbij werden voorwaarden en een kader opgesteld waarbinnen dit pakket kan worden aangewend. Deze voorwaarden en kader zijn tevens afgetoetst met Ruimte Vlaanderen.
02_reservepakket wonen Algemene voorwaarden Netto-pakket gekend en goedgekeurd Bestemmingswijzigingen volgens PRS-WV en GRS gemeente Specifiek kader (afgetoetst in deputatie op 25/06/2015) Sociaal objectief Bovenlokaal karakter Om aanspraak te kunnen maken op een deel van het reservepakket wonen moet aan volgende 2 algemene voorwaarden voldaan worden: Het netto-pakket moet gekend zijn voor de gemeente en reeds goedgekeurd zijn door de deputatie; Bestemmingswijzigingen op basis van het reservepakket wonen dienen steeds te gebeuren volgens de principes van het PRS-WV en het GRS van de betrokken gemeente. Naast deze 2 algemene voorwaarden heeft de provincie beslist dit pakket in te zetten voor Om het sociaal objectief te halen Projecten met een bovenlokaal karakter
02_reservepakket wonen Sociaal objectief Indien voldaan aan volgende voorwaarden: - Sociaal objectief nog niet behaald - netto-pakket te beperkt - Sociaal objectief niet haalbaar binnen huidige woonaanbod - Aantonen hoe netto-pakket aan te wenden - Aantonen reeds voldoende inspanningen geleverd (voortgangstoets) - RUP moet sociale huisvestiging juridisch bestemmen In het kader van het voorzien van voldoende sociale huisvesting kan een gemeente beroep doen op het provinciale reservepakket. Om hierop aanspraak te maken dienen volgende modaliteiten evenwel voldaan te worden: 1. Het sociaal objectief van de gemeente is nog niet behaald; 2. het toegewezen netto-pakket van de gemeente is nul of te beperkt om het sociaal objectief te verwezenlijken; 3. de gemeente dient aan te tonen dat het sociaal objectief niet kan verwezenlijkt worden binnen het huidige juridisch woonaanbod. (aanbod te klein, te versnipperd, geen gronden in eigendom van gemeente zelf of sociale huisvestingsmaatschappijen,…); 4. de gemeente dient aan te tonen hoe zij het toegewezen netto-pakket (indien niet nul) zal inzetten in het behalen van (een deel van) het sociale objectief; 5. de gemeente dient aan te tonen dat zij voldoende inspanningen heeft geleverd de laatste jaren om dit sociaal objectief te bereiken (bv. via recente woonprojecten/reconversieprojecten een sociaal aandeel op te leggen e.d….). Info kan bekomen worden via de voortgangstoets van het departement Wonen Vlaanderen; 6. Op te maken RUP moet sociale huisvesting als dusdanig juridisch bestemmen (cfr. mogelijkheden omzendbrief dd. 4/4/2014).
02_reservepakket wonen Sociaal objectief Bovenlokaal karakter I.f.v. strategische projecten die voldoen aan de definitie van het PRS-WV (o.a. betaalbaar wonen) 1. Strategisch projectgebied 2. Strategisch project Oplossen van de juridische problematiek rond permanente bewoning in verblijfsrecreatie (vernietiging RUP’s door Raad van State) Daarnaast kan in het kader van strategische projecten die voldoen aan de definitie van het PRS-WV onder bepaalde voorwaarden ook een beroep gedaan worden op een deel van dit reservepakket. Waar de provincie oa op inzet is het betaalbaar wonen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen: Een ‘Strategisch projectgebied’ Een ‘Strategisch project’ Merk hierbij op dat het steeds om projecten van bovenlokaal belang moet gaan. Daarnaast zal ook nog een klein deel van dit pakket gebruikt worden voorde RUP’s die door de Raad van State vernietigd zijn (Nonnebossen, Vorsevijvers). Op de volgende slides die jullie bij zich hebben staan deze strategische projecten nog wat verder uitgediept met onder meer een opsomming van de verschillende voorwaarden. Wegens tijdgebrek ga ik er hier in deze presentatie niet verder op ingaan. Mochten er hierover nog vragen zijn mogen jullie deze altijd in de pauze stellen.
02_reservepakket wonen Sociaal objectief Bovenlokaal karakter “Een strategisch project vereist een integrale visievorming voor een thema of gebied dat qua schaal, complexiteit en omvang het lokale overstijgt. De complexiteit van het project kan liggen in de nood aan integratie van diverse ruimtevragen of in de betrokkenheid van verschillende overheden en betrokkenen waardoor een participatieproces noodzakelijk is. De focus van een strategisch project ligt dan ook ofwel op realisatie en ontwikkeling en/of op het integreren van de visies van diverse betrokkenen of overheden van een gebied of thema. Het resultaat vormt dus geen standaardoplossing voor een bepaald probleem, maar is vernieuwend en heeft een voorbeeldfunctie. Het resultaat is een denk- en ontwerpoefening die als basis dient voor de uitbouw van een lange termijnvisie voor een gebied of thema en die leidt tot een innoverend resultaat die een positieve impact heeft op een bepaalde omgeving. Indien het strategisch project plaatsvindt in een duidelijk af te bakenen gebied spreekt men over een strategisch projectgebied. Indien het thematisch is of een ruimer gebied omschrijft dat niet duidelijk af te bakenen is spreken we over een strategisch project.”(PRS-WV, gecoördineerde versie 2014 p. 348)
02_reservepakket wonen Sociaal objectief Bovenlokaal karakter 1. Strategische projectgebied: - het project overstijgt het lokale niveau en heeft een duidelijk bovenlokaal karakter (door de schaal, complexiteit en omvang); - het project heeft een duidelijk afgebakende contour waarbinnen de functie wonen dient voorzien te worden; - het project heeft een voorbeeldfunctie en vernieuwend karakter; - binnen het project wordt gewerkt aan een degelijke ruimtelijke visie waarbij voldoende aandacht wordt besteed aan ontwerpmatig onderzoek voor (de)het betreffende (deel)project(en); - de omvang van het ‘pakket wonen’ staat in verhouding met de schaal van het project; - het toegewezen netto-pakket van de gemeente is nul of te beperkt om het project te verwezenlijken.
02_reservepakket wonen Sociaal objectief Bovenlokaal karakter 1. Strategische projectgebied 2. Strategisch project: - het project overstijgt het lokale/gemeentelijk niveau en heeft een duidelijk bovenlokaal karakter; - het project heeft een voorbeeldfunctie en vernieuwend karakter; - het toegewezen netto-pakket van de gemeente is nul of te beperkt om het project te verwezenlijken; - In lijn met het principe van duurzame mobiliteit kunnen de wooneenheden bestemd worden in gemeenten met station die in het PRS zijn opgenomen als ‘hoofddorp’. Dit als stimulans om duurzame mobiliteit te ondersteunen in zijn ontwikkeling. Hierbij zal de link met de in opmaak zijnde visie op de verschillende deelruimtes binnen de provincie bepalend zijn. - De wooneenheden kunnen ook toegewezen worden aan strategische projecten in het kader van betaalbaar wonen. De provincie kan als kennispartner fungeren naar de gemeenten fungeren in functie van de concrete uitwerking van het strategisch project op het terrein.
03_vragen Zijn er nog vragen?