Tabel 3 soorten.  Een das leeft in een hol, burcht genaamd, dat vele generaties meegaat. Hij is vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Ecosystemen in Nederland
Advertisements

§6 Begin Holoceen Kenmerkend voor de laatste jaar is dat de temperatuur weer stijgt. Je kent inmiddels het gevolg => stijging van de zeespiegel.
Wat is veen? Laagveen Hoogveen Veen in de geologische tijdschaal
17 Het bovenste deel van de aardkorst
3.3 zaadplanten bedektzadigen struiken
Rivieren en Dijken.
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
§ 4 WATER, DE WITTE OLIE.
Zoogdieren - natuur 2 2 Veldmuis Bosmuis Spitsmuis Mol Dwergvleermuis
Werkstuk Justin Nienhuis
Abiotische en biotische factoren
Wat is veen? Laagveen Hoogveen Veen in de geologische tijdschaal
Die Nachtegaal serenade
Witte tijger Bram en Jarne.
De Tijger.
Omgaan met natuurlijke hulpbronnen Examenvragen
Elke plant zijn eigen plek
10 maart 2014– Dennis van de Schoot Haas- konijn- zwarte rat
18 maart 2014 – Romy Remijnse Heggemus – huismus - boompieper
Soortenkennis 24 maart 2014 – Jari van Tuil
9 Januari, Rick den Dekker Wulp, Kievit, Grutto
1 februari Robin Post Tjiftjaf, Spreeuw, Vink.
Soortenkennis 3 Juni 2014, Koen Stevens
28 maart 2014 – Stan Croes Snoek – Baars– Zeelt
Paragraaf 1.3 Geen vaste woonplaats.
2 vmbo-T/havo 2 landschap, §6 en 7
De eekhoorn Door Nick en Shani.
6 juni 2014 – Mike Schuurman Europese Hamster – Bever – Europese Otter
Ecoduct Hilversums kanaal
Soortenkennis 25 februari 2014 – Bram Romein
21 maart 2014 – Pim Ververs Brasem – Voornachtige - Karper
De bever.
Faunakennis. DatumLesonderwerp Roofdieren en Roofvogels Zoogdieren Reptielen en amfibieën Zangvogels en kraaiachtigen.
Toegepaste biologie O Soortenkennis Toegepaste biologie O
3 havo 4 water, §2 t/m 4 1.
Vijvertuinen ADA Hofman
Vijvertuinen ada hofman
Soortenlijst Tabel 2 soorten
De adder Door Stef en Arno.
Toegepaste biologie O SOORTENKENNIS DEEL 2/3.
2vwo Hoofdstuk 2 Landschap § 8-10
2 hv H2 Landschap § 8-9.
Leestekens In het landschap. arboretum Botanische tuin met verzameling bomen. Pinetum is met coniferenverzameling.
ECOLOGIE.
Soorten landschappen in de wereld
Geologie van Nederland
Mijn gemeente Mijn omgeving Gebruikte symbolen Ga naar mijn volgende dia Ga naar mijn voorgaande dia Ik wil nog even mijn informatie raadplegen.
Kleur?. geen bloem bloemblaadjes 4 of minder56 of meer.
Vogels in de winter.
2 TH Hoofdstuk 4 Water § 2-4 Wereld. Grootste deel van het aardoppervlak = zee = zout Geschikt / Ongeschikt als drinkwater? Water Geschikt / Ongeschikt.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
QUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR????. 1.Ze zitten diep onder de grond, waar het niet vriest. 2.Ze bevatten veel vet. 3.Ze bevriezen wel, maar daar kunnen.
Kenmerken en eigenschappen
Landschapszones en klimaat
Roofvogels.
Integraal beekdalherstel bij Staatsbosbeheer
Soortenlijst Flora faunawet
Vliegbasis Twenthe biotoop
Vliegbasis Twenthe biotoop.
Toegepaste biologie M Soortenkennis Toegepaste biologie M
Levend Water op het VGL terrein
Dit is gewoonlijk het bovengrondse deel van een groene plant
Woordenkist Dieren Deel 3.
Hoofdstuk 7 Wat een landschap!
Vliegbasis Twenthe biotoop
Floradistrict: Kempens
Transcript van de presentatie:

Tabel 3 soorten

 Een das leeft in een hol, burcht genaamd, dat vele generaties meegaat. Hij is vooral 's nachts actief en heeft een omnivoor dieet.

 Hij is vooral in bosrijk terrein te vinden, waar hij in de bomen op eekhoorns en andere boomdieren jaagt. De boommarter is makkelijk te verwarren met de steenmarter.

 holtes tussen stenen, boomholtes

onder stenen of boomwortels in hollen.

 Adders komen voor in heide- en hoogveengebieden en soms ook op open plekken in bossen

 hij heeft een voorkeur voor bossen, bosranden, houtwallen, heide en weg- en spoorbermen. Hazelwormen zijn vaak lastig te vinden omdat ze weinig op open plekken zonnen. In mei bestaat de grootste kans dat je ze zonnend aan kunt treffen. De rest van het jaar verschuilen ze zich vaak in bladlagen, onder heidestruiken of ondergronds.

 ringslangen leggen hun twintig tot 30 eieren in compost, bladhopen en in mestvaalten. Door het verdwijnen van mestvaalten hebben ze vaak moeite geschikte eiafzetplekken te vinden. De ringslang komt vooral voor ten noorden van de grote rivieren.

 Een heuvelachtig landschap met vochtige loofbossen, doorsneden met bronbeekjes vormt het typische leefgebied van de vuursalamander. Kalkrijke bodems, bronnen en een hoge bodemvochtigheid lijken de belangrijkste biotoopeisen te zijn. Een ander belangrijk aspect van dit schaduwrijke biotoop is de aanwezigheid van koele, vochtige schuilplaatsen.

 Drijvende waterweegbree komt van nature voor in Europa, van Zuid-Frankrijk tot Noord-Engeland en Zuid-Zweden en oostwaarts tot Noord-Duitsland en Polen.  De bloemen kunnen drijven op het water of enkele cm boven het water uitsteken.

 De soort komt vooral voor in jonge, natte, kalkrijke duinvalleien, maar wordt makkelijk verdrongen door andere soorten. De soort is in Nederland langs de kust nog te vinden op de Waddeneilanden en in de duinen van Zuid-Holland en in Zeeuws-Vlaanderen.

 De plant komt voor op in de winter overstromende weilanden en langs kreken en beken. Ook komt de plant voor in duinvalleien. Kruipend moerasscherm bloeit van juni tot in oktober met witte bloempjes.

 De plant kwam in Nederland voor op voedselarme gronden in moerasachtige heidevelden en beekdalgraslanden.De zomerschroeforchis bloeit van juni tot augustus met witte bloemen.

 Stilstaande wateren met dichte krabbenscheervelden: plassen, sloten en petgaten in laagveengebieden en sloten in veenweidegebieden.

 Traag stromende (delen van) beken en rivieren, meestal met bomen en struiken op de oever.

 Rivieren en grote beken, vooral op plaatsen waar zand of slib is afgezet.

 boomholtes

De bitter voorn leeft in het water sloten meren en vijvers. Vooral stilstaand tot langzaam stromend water.nl

De poelkikker komt voor en poelen en andere vochtige plekken.

De knoflookpad leeft in opengebieden met een vochtige bodem. Ook en bossen komt hij voor.

De kamsalamander komt voor in het water en in natte gebieden.