Zeppelin 1 We zaten met een zucht daar boven in de lucht we zaten zo gezellig in ons schuitje we hadden pret voor tien en niemand kon ons zien lang leve de zeppelin.
Zeppelin 2 We zaten met een ... [pfff] daar boven in de lucht we zaten zo gezellig in ons schuitje we hadden pret voor tien en niemand kon ons zien lang leve de zeppelin.
Zeppelin 3 We zaten met een ... [diepe zucht: pfff] daar boven in de ... [gebaar: wijzen] we zaten zo gezellig in ons schuitje we hadden pret voor tien en niemand kon ons zien lang leve de zeppelin.
Zeppelin 4 We zaten met een ... [diepe zucht: pfff] daar boven in de ... [gebaar: wijzen] we zaten zo gezellig … [vingers in elkaar haken, wiegen met handen] we hadden pret voor tien en niemand kon ons zien lang leve de zeppelin.
Zeppelin 5 We zaten met een ... [diepe zucht: pfff] daar boven in de ... [gebaar: wijzen] we zaten zo gezellig … [vingers in elkaar haken, wiegen met handen] we hadden pret voor … [tien vingers in de lucht steken] en niemand kon ons zien lang leve de zeppelin.
Zeppelin 6 We zaten met een ... [diepe zucht: pfff] daar boven in de ... [gebaar: wijzen] we zaten zo gezellig … [vingers in elkaar haken, wiegen met handen] we hadden pret voor … [tien vingers in de lucht steken] en niemand kon ons … [handen voor de ogen] lang leve de zeppelin.