Creatief denken en doen Associëren 8-P
Twee mensen staan in een auto te wachten bij een verkeerslicht. Ze kletsen over koetjes en kalfjes. Dan zegt de passagier: ‘Het is groen.’ ‘Een kikker’, antwoordt de bestuurder
Wat? Associëren is het aan elkaar koppelen van begrippen die enig verband hebben met een voorwerp, begrip of situatie. Je kunt werken met woorden en beelden
Waarom? Iets kunnen begrijpen ook al is er beperkte informatie beschikbaar. Iets herkennen op basis van eigenschappen ipv uiterlijke kenmerken Snel schakelen van deel naar geheel of terug.
Hoe? Ons brein wil altijd komen tot een betekenisvol geheel van waarnemingen (gestaltvorming) in het geheugen worden allerlei ‘ingeprent’ tussen waarnemingen, ervaringen en begrippen.
Gebruik in communicatie Associaties worden veel gebruikt in communicatie (reclame) Doel is een rijke beleving neer te zetten voor de ontvanger door Onverwachte eigenschappen zichtbaar te maken Verbindingen te leggen naar andere betekenisvolle begrippen Te verwijzen naar aangename ervaringen en herinneringen Begrip te koppelen aan prettige kleuren of geluiden (muziek)
Koekhappen Welke begrippen worden verbonden? Koek – ... Gezond – ... Lekker – ... Brabant - ... http://www.peijnenburg.nl/
HOND Bij associatie kun verschillende gezichtspunten kiezen: uitgaan van het object (objectief - denotatie) vanuit je gevoelens, emoties (subjectief - connotatie) HOND
Objectief: het onderwerp zelf We weten vaak erg veel over een bepaald onderwerp zonder het zelf te beseffen Door op zo veel mogelijk manieren naar het onderwerp te kijken komen we tot nieuwe benaderingen
Objectief - algemeen zoogdier – viervoeter – wolf – roofdier – jagen – waken – blaffen – roedel – rangorde – bijten – tanden – kaken – ruiken – opsporen – rennen – fokken – trainen - etc
Objectief - gedrag blaffen – tong uit de bek – harige vacht – kwispelen met staart – snuffelen – ruien – oren spitsen – smakken – hollen – bedelen – spelen – apporteren – tegen je op springen – grommen opsporen – rennen – etc
Subjectief: eigen ervaringen Eerder opgedane ervaringen kunnen van invloed zijn op de wijze waarop we een gebeurtenis beleven of betekenis geven. Voorbeeld: plezier of angst, genot of pijn, opluchting of frustratie
Subjectief gezelligheid – trouw – toewijding –knuffelen opdringerig – vals – bijten – angst – pijn – poep op straat – vies – stank – vlooien waken – blaffen – veilig – huiselijk
Associatie met beeld
Associatie-vormen Bloem/boeket Ketting Cirkel verbindt zoveel mogelijk associaties met een begrip en herhaal dit met deelbegrippen Ketting verbind twee begrippen met elkaar door middel van een reeks associaties Cirkel Maak een reeks associaties bij een woord om uiteindelijk bij hetzelfde woord uit te komen kikker - water - dorst - terras - uitrusten - wandelen - pad - kikker
Bloem Uitgaan van één begrip, waaraan je diverse verwante begrippen koppelt. Doel: in beeld brengen van zoveel mogelijk eigenschappen, onderdelen of relaties
Bloem
Opdracht Kies een van de ‘buurten’ uit de vorige sessie. Maak ieder een bloem met associaties bij het begrip
Vrije associatie Bij creatief denken kan vrije associatie worden gebruikt bij divergentie (verzamelen van veel ideeën) en bij het formuleren van een creatieve analogie
Vrij associëren Associaties niet op basis van eigenschappen van object, maar ‘willekeurig’ klank: paard – staart – taart – maart – vaart – ongeëvenaard kleur: kikker – groen – gras – hooi – niezen – snotteren - groen geur: succes – race – benzine – brandend rubber
Analogie Analogie is een overeenkomst tussen twee ‘objecten’ die op het eerste gezicht weinig of niets gemeenschappelijk hebben Leert soms nieuwe of verrassende visies en inzichten op
Analogieën Het kan handig zijn om een probleem aan te pakken op basis van een analogie: als de organisatie een machine was, wat zou dan het mankement zijn? als je naar de natuur kijkt, wat voor oplossing zie je daar voor het probleem als je zelf het probleem was, wat zou er dan moeten gebeuren als het aan jou lag... etc
Creatieve analogie Bij creatieve analogie zoek je geforceerd naar overeenkomsten tussen een bepaald begrip en iets (heel anders) Bijv. de overeenkomst tussen onderwijs en een netje zaden
Creatieve analogie Probeer alle zintuigen in te zetten auditief: KLINKT ALS klank, ritme, toon visueel: ZIET ERUIT ALS beeld, kleur tactiel: VOELT ALS vorm, materiaal olfactorisch: RUIKT ALS geur, reuk gustatief: SMAAKT NAAR smaak, textuur
Ketting Door het toepassen van de ketting-associatie kun je ‘ver weg komen’van het oorspronkelijke begrip (met behoud van enig verband). Reeks van begrippen, waarbij je steeds vanuit het laatste begrip associeert. Verbind eerste en laatste begrip met elkaar (analogie)
Verschillende vormen Open ketting Gesloten ketting Cirkel Paard - ... - ... - ... - ... - ... - ... Paard – hoef – ijzer – smid – vuur - enz Gesloten ketting Kikker - ... - ... - ... - ... - ... – prins kikker - groen - gras - veld - dambord - koning - prins Cirkel Kind - ... - ... - ... - ... - ... – kind Kind – knoeien – poetsen – huishouden – vader - kind
Combinaties Bloem > boeket Neem een begrip van de bloemblaadjes en begin nieuwe bloem Ketting > kralengordijn Maak meerdere kettingen naast elkaar en zoek verticale verbindingen
Opdracht Noem een probleem dat regelmatig in buurten voorkomt Bijvoorbeeld: parkeeroverlast, straatvuil, geluidshinder, zwervers Kies een analogie (machine, natuur, creatief) Bedenk zoveel mogelijk verbindingen die kunnen bijdragen tot een oplossing