Kwantitatief onderzoek naar levensbeschouwelijke identiteit Velon 27 maart 2015 Minke Wagenaar & Jolijn van de Hoef
Aanleiding toenemende levensbeschouwelijke diversiteit in studentenpopulatie verschillende cases binnen het partnerschap: ‘mismatch’ van studenten vragen/gesprekken die voorgaande punten opleveren onder collega’s (op de MA en op de partnerscholen) punt 1 is als docent zichtbaar in de lessen, onder andere bij GLV: grote verschillen tussen studenten wat betreft kennis, maar ook attitude. punt 2: toelichten plaatsen eerstejaars, zonder ze te kennen, moeite met plaatsen van andere studenten
Stappen/bevindingen tot nu toe literatuurstudie rond thema’s als identiteit, secularisatie, de-traditionalisering en levensbeschouwelijke diversiteit verzamelen van cases onderzoek onder Marnix-collega’s: opvattingen over diversiteit (in brede zin opgevat) contacten met lectoren, onderzoekers en organisaties ontwerpen van gespreksvormen punt 2: puzzelstukjes noemen, eventueel laten zien…goed om te laten zien dat we hier ook het gesprek voeren
Een paar achtergronden Veranderende samenleving: secularisatie pluraliteit de-traditionalisering Gevolg: christelijke identiteit (van scholen, organisaties, etc.) staat onder druk secularisatie als: ontkerkelijking, afname van maatschappelijke invloed van religie, reductie van godsdienst tot privaat terrein pluraliteit: veelkleurigheid, het palet is veranderd…geen homogene protestant-christelijke groep meer de-traditionalisering: mensen laten zich minder leiden door traditie, religie of ideologie
Katholieke Universiteit Leuven Prof. dr. Didier Pollefeyt – onderzoek naar de levensbeschouwelijke identiteit van instellingen, met name van katholieke scholen
Aangepaste onderzoeksvraag: Hoe geeft de onderzochte onderwijsinstelling vorm aan de levensbeschouwelijke en specifiek-katholieke aspecten van haar institutionele identiteit in een culturele context getekend door toenemende secularisering, detraditionalisering en pluralisering? Hoe geeft het partnerschap vorm aan de levensbeschouwelijke en specifiek-christelijke aspecten van haar institutionele identiteit in een culturele context getekend door toenemende secularisering, detraditionalisering en pluralisering?
Overzicht empirische instrumenten Vragenlijsten gebruikt in het onderzoek naar schoolidentiteit Profielvragenlijst (identificatiediagram & achtergrondvariabelen) Doyle Vragenlijst (afzonderlijke vragen rond katholieke schoolidentiteit; feitelijk + normatief niveau) Post-Kritische Geloofsschaal (cognitieve geloofsstijlen) Melbourne Schaal (typologie van theologische identiteitsopties in een plurale culturele context; feitelijk + normatief niveau) Victoria Schaal (typologie van pedagogische identiteitsopties
Een dubbel meetniveau Onderscheid tussen het feitelijke en het normatieve meetniveau Schoolidentiteit wordt gemeten op twee niveaus: FEITELIJK NIVEAU: de huidige praktijk in mijn school De manier(en) waarop de schoolleden de huidige identiteit van hun school waarnemen en interpreteren. De huidige stand van zaken, door de ogen van de betrokkenen. “Mijn school is een christelijke school.” “Alle mensen in mijn school geloven in God.” “In mijn school is religieus geloof een privézaak.” NORMATIEF NIVEAU: mijn ideale school De persoonlijke ideaalvisies van de schoolleden omtrent de identiteit van (katholieke) scholen, m.a.w. de richting waarheen de schoolleden hun school zouden willen zien evolueren in de toekomst. “Mijn ideale school is een christelijke school.” “Ik zou graag naar een school gaan waar alle mensen geloven in God.” “Naar mijn mening is religieus geloof een privézaak.”
Melbourne Schaal Diagram Institutionele Reconfessionalisering Institutionele Secularisering preferentiële schoolidentiteit op theologische gronden Recontextualisering Christelijke Waardenopvoeding Confessionaliteit
5 antwoorden: confessionele school institutionele secularisering institutionele reconfessionalisering waardenopvoeding in christelijk perspectief identiteitsvorming in plurale context
Post-Kritische Geloofsschaal Diagram preferentiële religieuze attitude op theologische gronden
Post-Kritische Geloofsschaal Beknopt overzicht van de cognitieve geloofsstijlen Letterlijk geloof (Orthodoxie) Direct en letterlijk geloof in een transcendente God. Letterlijke aanname van doctrinaire geloofsinhouden. Objectivisme: religieuze metaforen worden geobjectiveerd en letterlijk opgevat. Letterlijk ongeloof / Externe Kritiek Letterlijke disaffirmatie van geloofsinhouden. Negatie van de transcendente werkelijkheid. Kritiek op godsdienst en geloof vanuit een extern standpunt: religieus geloof in onredelijk. Relativisme / Contingenciebewustzijn Een symbolische benadering van religie, die transcendent geloof uitsluit. Geloofsinhouden zijn relatief en contingent. Verschillende religies zijn historisch bepaalde en dus contingente, onderling inwisselbare opties. Subjectivisme: de interpretatie van religieuze inhouden en metaforen is slechts subjectief. Tweede naïviteit / Post-kritisch geloof Symbolische affirmatie van geloofsinhouden. Enkel doorheen symbolische mediatie en voortdurende herinterpretatie verhouden mensen zich tot de transcendente werkelijkheid. Hermeneutische geloofshouding. Zie de interpretatiehandleiding ‘for dummies’ voor gedetailleerde beschrijvingen van deze geloofsattitudes.
1. confessionele school de van oudsher protestants-christelijke identiteit wordt passief doorgezet christelijke identiteit als ‘onproblematisch’ ervaren geen rekening houden met maatschappelijke processen als secularisering en pluralisering geloofsengagement van personeel en leerlingen wordt als evident beschouwd. ‘voor ons geldt dat niet’ of: ‘hier blijft alles bij het oude’
2. institutionele secularisering de school evolueert mee in de bestaande culturele context prot. christelijke identiteit erodeert langzaam tot er weinig of niets van over is vaak impliciet en onbewust proces na een tijd ook op organisatorisch of institutioneel niveau ‘laten we de ‘c’ uit onze naam schrappen’
3. Institutionele reconfessionalisering actieve strategie: chr. identiteit sterker maken chr. karakter wordt expliciet en publiekelijk geprofileerd waardig alternatief voor hedendaagse tendens ‘wij zijn een school voor en door christenen’
4. Waardenopvoeding in chr. perspectief streeft naar compromis tussen cultuur en christelijke traditie de ethiek als bemiddelaar tussen cultuur en christendom ‘christelijke’, tevens universeel herkenbare waarden en normen christelijke inspiratie = ‘het goede doen’ ‘we gaan met de tijd mee’
5. Identiteitsvorming in plurale context recontextualisering van het christendom op zoek naar christelijke schoolidentiteit temidden van pluraliteit erkennen van pluraliteit én focus op christelijke identiteit dialoog met ander, meerstemmigheid christendom als voorkeursperspectief, niet op exclusieve wijze ‘hoe kunnen wij een christelijke school zijn in de veranderende culturele context?’
Participatie-aantallen Per respondentengroep en per vragenlijst, absoluut en proportioneel
Participatie-aantallen Per respondentengroep, proportioneel t. o. v Participatie-aantallen Per respondentengroep, proportioneel t.o.v. de totale populatie
Post-kritische Geloofsschaal Schaalgemiddelden & percentages Schoolpersoneel en ouders (n=100) Hoe je deze data interpreteert hangt af van welke visie je zelf als organisatie hebt. In Leuven staan ze vooral Post kritisch geloof en recontextualisering voor. Met andere woorden, we moeten net als alle andere mensen van alle eeuwen betekenis geven aan onze levensbeschouwelijke identiteit. Dit sluit ook wel aan bij het idee waarmee we vanuit het Lectoraat dynamische identiteit naar identiteit kijken. Identiteit is tussen mensen en staat niet vast en is dynamisch. Door in dialoog te gaan met de ander ontstaat identiteit in een organisatie. Het is dus goed te beseffen dat we deze data interpreteren vanuit dat kader. De 100 (vooral ouders) die deze vragenlijst volledig beantwoord hebben laten zien dat ze het post kritisch geloof als belangrijkst zien, naast dat er ook een grote groep is die relativisme als belangrijk zien. Een kleinere groep gaat uit van een letterlijk geloof en een andere kleine groep geeft aan meer extern kritisch te zijn. Om hier nog iets meer over te zeggen is het belangrijk te kijken naar de tabel ernaast. Deze relativeert de linker grafiek. Als eerste, alle vormen van beleving van geloof zijn aanwezig. Wat mij opvalt als onderzoeker is dat er maar 8 %S en 5 % echt oneens zijn met externe kritiek en letterlijk geloof. Als het gaat om het post kritisch geloof zie je dat daar geen rood in de tabel aanwezig is. Dus daar is geen echte weerstand tegen. Evenals in de relativistische kant. Je zou dus kunnen zeggen dat men wel twijfel heeft en het oneens is met dat er alleen letterlijk geloof als beleving en of externe kritiek wat richting secularisatie gaat aanwezig zou moeten zijn. Men staat meer open voor relativisme en post kritisch geloof in de school
Post-kritische Geloofsschaal Schaalgemiddelden & percentages Leerlingen klas 1-6 (n=47) Bij de leerlingen, in dit geval 47 zie je een iets andere schets. Er is een groter aantal dat letterlijk geloof aangeeft en ook een groter aantal externe kritiek. Het overgrote deel beleeft relativisme en post kritisch geloof. Wanneer we weer naar de rechter kolom kijken zie je dat hier meer rode kleuring is als het gaat om letterlijk geloof en externe kritiek. Dat zijn indicaties om rekening mee te houden. Want dat betekent echt dat er weerstand is ten aanzien van deze belevingen van het geloof. Als het gaat om relativisme en post kritisch geloof zie je dat bijna 50 procent tegenover 50 procent staat. Vragen die bij ons dan reizen zijn Hoe geef je dan vorm aan je onderwijs aan deze kinderen. Het lijkt wel te zijn of je voor het een bent of tegen het andere en de nuance niet te vinden is. Opmerkelijk is wel dat het grootste gedeelte van de leerlingen aangeeft dat externe kritiek niet beleeft wordt.
Post-kritische Geloofsschaal Gedifferentieerde schaalgemiddelden Op deze dia kun je verder interpreteren wat er gebeurd in de school. Het meest opvallendst voor ons als onderzoekers is dat je ziet dat in jaar 1, (geel) de leerlingen hoog scoren op letterlijk geloof en dit in de loop van de tijd afneemt. Interessant zou zijn om te weten te komen wat er in die periode gebeurd. Je kunt hier natuurlijk pedagogisch en ontwikkelingspyschologisch naar kijken, maar ook vanuit het perspectief levensbeschouwing. Is het zo dat het letterlijk geloof afneemt omdat men ontdekt dat er andere manieren van denken aanwezig zijn in de school? Is het om ergens bij te horen? Opvallend is dat externe kritiek stijgt naarmate de leerlingen in een ander jaar komen. Externe kritiek staat parallel aan secularisatie en het zou dus kunnen zijn dat kinderen in toenemende mate afstand doen van hun letterlijk geloof en dan uitgaan van externe kritiek. Het relativisme neemt ook toe. Kenmerkend bij relativisme is dat de betrokkenheid op elkaar als het gaat om samen hetzelfde denken er nagenoeg niet is. Relativisme gaat over geloven doe je thuis, het maakt niet uit wat je denkt iedereen gelooft wat hij wil. Het post kritische geloof neemt af naarmate leerlingen in hogere klassen komen. Voor ons een aanleiding om hier met de schooldirectie en eventueel de sectie levensbeschouwing verder acties op te ondernemen. Ouders vinden post kritisch geloof wel belangrijk en er is een significant verschil tussen de beleving van ouders personeel en die van leerlingen als het gaat om post kritisch. Hoewel bij relativisme dit beeld overeen komt.
Melbourne Schaal Schaalgemiddelden & percentages Schoolpersoneel & ouders (n=84) Wat willen ouders met name van de school als het gaat om het heden en de toekomst. Op dit moment beleven zij enige confessionaliteit dat wil zeggen uiterlijke kenmerken waaraan zij merken dat de school confessioneel is. Hier is geen gewenste tabel bij, want dan zou je bezig zijn met reconfessionalisering. En dat is niet wat je bij deze tabel wilt onderzoeken. Als het gaat om recontextualisering wat aansluit bij post kritisch geloof zie je dat ouders dat wel ervaren en ook sterker aanwezig willen zien in de school. Waardenopvoeding ervaren zij wel, maar willen zij niet sterker ontwikkelen. Ze ervaren enige secularisering en willen niet dat dit toeneemt Ze ervaren enige reconfessionalisering maar willen dat dit wat minder wordt. In de rechter tabel: Men staat positief ten opzichte van recontextualisering. 60 procent Waardenopvoeding wordt nu als belangrijk ervaren door 45 procent, maar loopt terug naar gewenst 40 Er is een klein aantal wat echt ageert ten op zichte van reconfessionalisering. Terwijl een ander deel van de groep van 6 procent naar 28 procent wel meer die kant op zoekt. Dat is opvallend. 50 procent is daar echter tegen. Ten aanzien van verdere secularisatie zie je dat dit niet de bedoeling is. Men wil wel degelijk iets met de identiteit doen. Ruim 64 procent geeft aan dit belangrijk te vinden.
Melbourne Schaal Schaalgemiddelden & percentages Leerlingen klas 1-6 (n=34) De leerlingen laten weer een ander beeld zien. Zij ervaren minder confessionaliteit in de school; uiterlijke kenmerken van protestant christelijkheid. Zij hebben geen behoefte aan reconfessionalisering. Sommige zijn zelfs echt tegen. Ruim 40 procent. Wel hebben zij sterk behoefte aan waardenopvoeding. Dit mag ook zo blijven. Reconfessionalisering ervaren zij minder, maar zouden ze wel iets meer aan willen doen. De weerstand van 34 naar 28 daartegen is ook opvallend. En een toename van 16 procent. Secularisering ervaren ze nu wel, maar dat willen ze graag vermindert zien. Dat is het antwoord kennelijk ook niet. Kun je hier linken leggen naar ontwikkelingspschychologische aspecten?
Intercorrelaties tussen de PKG Schaal en de Melbourne Schaal, normatief niveau, volwassenen Wanneer de school wil recontextualiseren, hebben zij de mensen die post kritisch zijn natuurlijk mee.. De relativisten ook nog wel, de mensen die extern kritisch zijn niet en de letterlijke gelovigen hebben zij ook mee. Hoewel er natuurlijk nuances in zitten. Wanneer de school wil reconfessionaliseren hebben ze de mensen met een letterlijk geloof en post kritisch geloof aardig mee, maar de relativisten en mensen die extern kritisch zijn niet. Secularisering wordt ook lastig en waardenopvoeden ook.
Victoria Schaal Diagram preferentiële schoolidentiteit op theologische gronden
Victoria Schaal Schaalgemiddelden & percentages Schoolpersoneel & ouders (n=74) De ouders ervaren de school 22 procent als kleurloos en dat mag nog wel toenemen tot 33 procent. Echter kleurrijk wordt sterker ervaren en mag toenemen van 38 procent naar bijna 50 procent. De dialoogschool is de ervaring en de wens die groter mag worden. Hoewel in percentages de nuances meer zitten in de tegenstem (maar dat is maar 1 procent) Wat niet hoeft te gebeuren volgens 16 procent is dat de school een monoloogschool wordt. Wel zou 12 procent dat willen. Hier zit ook een tegenstelling in. Maar je ziet de weerstand hiertegen wel toenemen.
Victoria Schaal Schaalgemiddelden & percentages Leerlingen klas 1-6 (n=28) De leerlingen ervaren de school wel wat als kleurloos 37 procent en dit moet niet meer worden 45 procent Een groter deel ervaart de school nu als kleurrijk, maar dat mag wel minder worden. 56 en 49 procent Het grootste deel van de school 64 procent ervaart de school als dialoogschool, er is iets meer twijfel over of dit zo moet blijven. 60 procent Men ervaart de school niet als monoloogschool, hoewel 10 procent dat wel wat meer zou willen en de weerstand hier wel wat tegen afneemt. Er kunnen hier verbanden zijn met kleurrijk.
Intercorrelaties tussen de PKG Schaal en de Victoria Schaal normatief niveau, volwassenen Zoals we zien zijn de relativisten het flexibelst: zolang de school maar geen monoloogschool wordt. De extern kritische mensen willen ook geen monoloogschool maar ook liever geen dialoogschool. Terwijl de dialoogschool voor de post kritische het beste past en zij daarin een klein aantal extern kritische mensen mee moeten krijgen. Een monoloogschool wordt moeilijk in deze school. Evenals een kleurloze school
Intercorrelaties tussen de Melbourne Schaal en de Victoria Schaal normatief niveau, volwassenen Opvallend aan deze dia is dat de volwassenen geen kleurrijke school willen zijn behalve de extern kritische mensen die secularisering prima vinden. De school wil dus wel degelijk een dialoog / monoloogschool zijn voor het grootste deel. Nu moeten we hier wel in de gaten houden dat 73 mensen deze lijst in gevuld hebben het kopje reconfessionalisering past bij letterlijk geloof.. En het kan dus zijn dat die 3,08 (percentage) de lijst het langst is blijven invullen. Welk advies zouden we de directie of de vakgroep godsdienst nu geven?
Onderzoeken binnen POO? Melbourne-scale: meet welke tendensen in de school te vinden zijn welke schoolidentiteitsopties feitelijk aanwezig of afwezig zijn, dan wel normatief worden aangehangen of verworpen
Om een gesprek op gang te brengen over: of de ontwikkelingen die men kan vaststellen, conceptualiseren en objectiveren wenselijk zijn, bekeken vanuit: de geschiedenis van de school (of POO) de opdrachtsverklaring van de school (of POO) en de toekomstdroom die de school (of POO) heeft
Theoretisch kader: Het “HC model” Hermeneutisch: studenten helpen om zelf betekenis te verlenen aan levensbeschouwelijke situaties, vragen, rituelen en verhalen Communicatief: deze betekenis met elkaar te verkennen en te delen in dialoog, nadenken en interactie
Levensbeschouwelijke ontwikkeling Van Levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen is spraken als zij: Levensbeschouwelijke situaties, vragen, thema’s, dilemma’s verhalen, rituelen, bronnen… Leren verkennen…. Met elkaar leren communiceren over ……. Met elkaar leren nadenken over…… Tot een eigen waardering komen van…… Samen betekenis leren verlenen aan… Samen tot een nieuw inzicht komen over…..
Levensbeschouwelijke ontwikkeling Levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen wordt zichtbaar als zij: Leren kijken en luisteren naar …. (waarnemen) Vragen leren stellen aan………(verwonderen) Met andere kinderen leren uitwisselen en overleggen over…..(vertellen, dialogeren) Zelf een verhaal of verbeelding kunnen maken bij…….(verbeelden) Zelf en met elkaar leren nadenken over…….(nadenken) De waarde van……leren zien…..(waarderen) Iets nieuws kunnen ontdekken over……..(betekenis verlenen, veranderen) (Ter Avest in Vanden Berg e.a., 2013, Geloof je het zelf!?, H 4 en H 5)