6 e jaar 1

1) Accountancy 2) Fiscaliteit 3) Strategie, management en organisatie 4) Varia: HRM, zakelijke communicatie, … 5) Europese en internationale economie 6) Wiskunde met economische toepassingen 7) Statistiek met economische toepassingen 2

3

 Synoniem voor “accounting”  Nl: “boekhouden”  3 onderdelen: ◦ Financial accountancy (algemene boekhouding) ◦ Responsibility accountancy (analytische boekhouding) ◦ Management accountancy (beleidsboekhouding) 4

 Ondernemingen leiden geen geïsoleerd leven, maar zijn in permanent contact met stakeholders ◦ Wat? ◦ Voorbeelden? 5

 Al deze stakeholders eisen informatie mbt het gebeuren in de onderneming ◦ interne informatie: bv aandeelhouders wensen de toestand van de onderneming te kunnen volgen en een oordeel te vormen over de gang van zaken ◦ externe informatie: bv financiële instellingen wensen de kredietwaardigheid van de onderneming te kunnen beoordelen Andere voorbeelden van beide? 6

 De informatie wordt verstrekt via de boekhouding  Deze informatieverstrekking heeft volgende kenmerken: ◦ informerend = “facts & figures” ◦ verantwoordend = verantwoording afleggen (verleden) ◦ motiverend = motiveren waarom men een bepaald beleid voert (toekomst) Voorbeelden?  7

 Vier grote groepen van stakeholders zijn geïnteresseerd in financiële informatie over het bedrijf: ◦ eigenaars >>> eigen vermogen ◦ financiële instellingen, leveranciers >>> vreemd vermogen ◦ personeel: leiding en werknemers ◦ samenleving: overheid, klanten, directe en indirecte omgeving  8

 De plicht om een boekhouding te voeren ◦ voor alle Belgische ondernemingen en buitenlandse ondernemingen die in ons land actief zijn ◦ afhankelijk van de grootte van de onderneming bestaan andere verplichtingen  kleine  middelgrootopdracht: zoek criteria op  groot cat. 1: vereenvoudigde boekhouding opdracht: wat houdt dit in? 9

10

 De volledige boekhouding ◦ minimum genormaliseerd rekeningenstelsel (1…7) ◦ volledig of verkort schema ◦ inventaris ◦ jaarrekening (3 onderdelen) ◦ publicatieplicht (extra verplichtingen voor beursgenoteerde bedrijven) 11

 We gaan werken aan de hand van concrete voorbeelden (groothandel voeding):  1) aankoop van een partij frisdrank bij fabriek 7000€ ◦ transactie ◦ grootboekrekeningen ◦ journaalposten 12

 We gaan werken aan de hand van concrete voorbeelden (groothandel voeding):  2) investering in vrachtwagen € ◦ transactie ◦ grootboekrekeningen ◦ journaalposten 13

 We gaan werken aan de hand van concrete voorbeelden (groothandel voeding):  3) aangaan van investeringskrediet bij bank € ◦ transactie ◦ grootboekrekeningen ◦ journaalposten 14

 Samenvatting: ◦ elke transactie heeft steeds een “dubbele dimensie” ◦ grootboekrekeningen:  actiefrekeningen en passiefrekeningen >>> balans  kosten- en opbrengstenrekeningen >>> resultatenrekening ◦ journaalposten: D = C (boekhoudkundig evenwicht) 15

 Even verder nadenken over deze 3 punten bij volgende courante transacties:  verkopen aan klant  afschrijving van vrachtwagen  betaling van rente op investeringskrediet 16