Chemie van water Mevrouw Baeten.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Inleiding in de RedOx chemie
Advertisements

Weten jullie nog wat dit is?
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Materie, energie en leven
Atomen , moleculen en reactieschema
verschil in electro-negativiteit (= ΔEN)
Zuivere stoffen en mengsels
Klinische Chemie Leereenheid 4 Evelien Zonneveld 15 december 2005.
Het begrip isomerie in organische chemie
Het gedrag van stoffen in water

Een methode om stoffen te scheiden
Het giftige van alcohol
Polariteit scheikundeblok.
7 Reacties met elektronenoverdracht
Hoofdstuk 4 Moleculaire stoffen
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Verbindingen Klas 4.
Stoffen en stofeigenschappen
Atomen , moleculen en reactieschema
1. Moleculen Thema 4: Verfijning materiemodel: atomen en moleculen
Deeltjesmodel 3.4 aggregatietoestand.
vetten: vet algemeen Vetten
2.Fijnstructuur van moleculen 2.2 Soorten bindingsmodellen
1.2 Het atoommodel.
Een zout herkennen 4GT Nask2 Hoofdstuk 5.5.
Stoffen en deeltjes 4T Nask2 1.1 Wat zijn stoffen?
3T Nask2 4 nieuwe stoffen maken
1.5 Naamgeving moleculaire stoffen
In de notities van iedere dia staan de achtergrondinformatie behorende bij de dia en bronnen van bijvoorbeeld figuren weergegeven. Navigatie: Alchemist.
havo B Samenvatting Hoofdstuk 1
Inleiding chemie Contact Dit document is samengesteld door onderwijsbureau Bijles en Training. Wij zijn DE expert op het gebied van bijlessen en trainingen.
Waar haal je de energie vandaan?
Reactiemechanismen.
Molecuulbouw en stofeigenschappen
Hoofdstuk 3 Stoffen en reacties
Atoombindingen Covalent: sterk, elektronenpaar gedeeld
Energie De lading van een atoom.
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
Chemische bindingen Kelly van Helden.
ZOUTEN METALEN MOLECULAIRE STOFFEN HAVO 4 - BRP.
Scheikunde 4 W&L.
Verdeling van een erfenis Voorbeeld vergelijkingen.
Bindingstypen en eigenschappen van stoffen
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Ionogene bindingen Chpt 6.
Covalente Bindingen en
Periodiciteit en de Structuur van Atomen
Lewis structuren VSEPR model
Overzicht lesstof toets 2. Inhoud Hoofdstuk 5: Atoombouw Hoofdstuk 6: Atoom- en Molecuulmassa Hoofdstuk 7: Chemische binding Hoofdstuk 8: Rekenen met.
Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2.
HW voor deze les: mk opg. 8 t/m 11 (vorige les: 1 t/m 7)
HOOFDSTUK 1 STOFFEN.
Voortgezette assimilatie 1
en temperatuurverandering
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
3.7 Rekenen met massaverhoudingen
Elektrische velden Toepassingen. Elektrische velden Toepassingen.
Voortgezette assimilatie 1
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
8.5 Molecuulformules Opdracht 16:
Zuivere stoffen en mengsels
Mijn spreekbeurt gaat over Scheikunde
Zouten en water Tutor voor de vierde klassen
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Vandaag Herhalen endogene en exogene krachten Nakijken huiswerk
Voortgezette assimilatie 1
Transcript van de presentatie:

Chemie van water Mevrouw Baeten

Inhoudstabel Inleidende opdracht Bouwstenen van water Polariteit Elektronegativiteit Polaire en apolaire bindingen Polaire en apolaire moleculen Terugkoppeling naar de inleidende opdracht

1. Inleidende opdracht Iedereen krijgt twee bekers met water Beker 1: er wordt olie toegevoegd aan het water Beker 2: er wordt citroenzuur toegevoegd aan het water Teken in de leerlingenbundel de opstelling van de proef Voor je met de proef start, stel je een hypothese op Schrijf alle waarnemingen op +/-10 min Klassikaal overlopen

1. Inleidende opdracht Beker 1 Beker 2 Verschil ??? Olie lost niet op in water en citroenzuur wel Hoe komt het, dat sommige stoffen oplossen in water?

2. Bouwstenen van water Water = 2 X H-atomen en 1 O-atoom 2 enkele covalente bindingen tussen H en O

3. Polariteit Elektronegativiteit (en) = kracht waarmee een atoom elektronen naar zich toe trekt Tabel van Mendeljev: rechts bovenaan bij elk atoom Voorbeeld: Het fluoratoom(e.n. = 4) trekt elektronen sterker aan dan het zuurstofatoom (e.n. = 3.5) Het chlooratoom (e.n. = 2.8) trekt elektronen sterker aan dan het koolstofatoom (e.n. = 2.5) WATER: Verschil in en-waarde tussen O en H is : 3,5-2,1= 1,4

3. Polariteit Polaire en apolaire bindingen Verschil en-waarde tussen atomen groter als 0 = polaire binding Aanduiden met een dipool (d+/d-). Voorbeeld: Water

3. Polariteit Polaire moleculen ALGEMENE REGEL Als een molecule NIET SYMMETRISCH is opgebouwd dan is de molecule POLAIR Als een molecule VOLLEDIG SYMMETRISCH is opgebouwd dan is de molecule APOLAIR Voorbeeld: water POLAIRE MOLECULE OF APOLAIRE MOLECULE?

4. Terugkoppeling Citroenzuur Voorbeeld van een olie Pas de voorgaande theorie toe op jouw beginproef! Wat kan je zeggen over citroenzuur i.v.m. polariteit? Wat is het verband met het oplossen van chemische stoffen in water?

4. Terugkoppeling Citroenzuur Voorbeeld van een olie -> Er geldt dus dat POLAIRE MOLECULEN zullen oplossen in POLAIRE MOLECULEN. Omgekeerd: APOLAIRE MOLECULEN zullen oplossen in APOLAIRE MOLECULEN. -> Like Likes Like principe.