de Hebreeën-brief (6) donderdag 18 april 2013 vanaf Hebreeen 31
1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, Hebreeën 3 1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus, = conclusie van heel het voorgaande
1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, Hebreeën 3 1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus, = vanuit de hemel, (waar onze apostel en hogepriester is)
1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, Hebreeën 3 1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Jezus, apostel > namens God tot Israël hogepriester > namens Israël tot God
2 die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, Hebreeën 3 2 die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, evenals ook Mozes getrouw was in geheel zijn huis. lett. maakt > tot apostel en hogepriester
2 die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, Hebreeën 3 2 die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, evenals ook Mozes getrouw was in geheel zijn huis. > Numeri 12:7
7 Alzo is Mijn knecht Mozes niet, die in Mijn ganse huis getrouw is. 8 Van mond tot mond spreek Ik met hem, en door aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij... -Numeri 12 (St.Vert.)-
3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid dan Mozes waardig gekeurd, Hebreeën 3 3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid dan Mozes waardig gekeurd, als de bouwmeester hoger eer geniet dan het huis.
3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid dan Mozes waardig gekeurd, Hebreeën 3 3 Want Hij is zoveel groter heerlijkheid dan Mozes waardig gekeurd, als de bouwmeester hoger eer geniet dan het huis. Jezus >> Mozes bouwmeester >> huis (inrichter)
Hebreeën 3 4 Want elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is God. het heelal
van hetgeen gesproken zou worden, Hebreeën 3 5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis als dienaar om te getuigen van hetgeen gesproken zou worden,
van hetgeen gesproken zou worden, Hebreeën 3 5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis als dienaar om te getuigen van hetgeen gesproken zou worden, = dienstbode
van hetgeen gesproken zou worden, Hebreeën 3 5 Nu was Mozes wel getrouw in geheel zijn huis als dienaar om te getuigen van hetgeen gesproken zou worden, > Hebr.1:1 "... heeft Hij nu in het laatst der dagen gesproken in de Zoon..."
6 maar Christus als Zoon over zijn huis. Zijn huis zijn wij, Hebreeën 3 6 maar Christus als Zoon over zijn huis. Zijn huis zijn wij, indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, tot het einde onverwrikt vasthouden.
5 en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een GEESTELIJK HUIS, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus. (...) 9 Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk Gode ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: -1Petrus 2-
6 maar Christus als Zoon over zijn huis. Zijn huis zijn wij, Hebreeën 3 6 maar Christus als Zoon over zijn huis. Zijn huis zijn wij, indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, [tot het einde onverwrikt] vasthouden.
7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Hebreeën 3 7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij zijn stem hoort, >> 36b ... indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, vasthouden.
7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Hebreeën 3 7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij zijn stem hoort, Psalm 95:7b-11
7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Hebreeën 3 7 Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij zijn stem hoort, Psalm 95:7b-11
8 verhardt uw harten niet, zoals bij de verbittering, Hebreeën 3 8 verhardt uw harten niet, zoals bij de verbittering, ten dage van de verzoeking in de woestijn, Ps.95:8 > Meriba
8 verhardt uw harten niet, zoals bij de verbittering, Hebreeën 3 8 verhardt uw harten niet, zoals bij de verbittering, ten dage van de verzoeking in de woestijn, Ps.95:8 > Massa
6 Zie, Ik zal daar voor u op de rots bij Horeb staan; dan zult gij op de rots slaan en daaruit zal water te voorschijn komen, zodat het volk kan drinken. En Mozes deed alzo voor de ogen van de oudsten van Israel. 7 Hij noemde die plaats Massa en Meriba, wegens de twist der Israelieten en omdat zij de HERE op de proef gesteld hadden door te zeggen: Is de HERE in ons midden of niet? -Exodus 17-
9 waar uw vaders Mij verzochten door Mij op de proef te stellen, Hebreeën 3 9 waar uw vaders Mij verzochten door Mij op de proef te stellen, hoewel zij mijn werken zagen, veertig jaren lang;
9 waar uw vaders Mij verzochten door Mij op de proef te stellen, Hebreeën 3 9 waar uw vaders Mij verzochten door Mij op de proef te stellen, hoewel zij mijn werken zagen, veertig jaren lang; vergl. de Hebreeën-generatie 30 – 70 AD
10 daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht Hebreeën 3 10 daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht en Ik heb gezegd: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben mijn wegen niet gekend,
10 daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht Hebreeën 3 10 daarom heb Ik een afkeer gekregen van dit geslacht en Ik heb gezegd: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben mijn wegen niet gekend,
11 zodat Ik gezworen heb in mijn toorn: Hebreeën 3 11 zodat Ik gezworen heb in mijn toorn: Nooit zullen zij tot mijn rust ingaan! indien
Na het ongeloof i.v.m. de 12 verspieders.... 22 Geen van de mannen die mijn heerlijkheid gezien hebben, en de tekenen die Ik in Egypte en in de woestijn gedaan heb, en die Mij nu reeds tienmaal verzocht en naar mijn stem niet geluisterd hebben, 23 zal het land zien, dat Ik onder ede aan hun vaderen beloofd heb! Ja, niemand van hen, die Mij versmaad hebben, zal het zien. -Numeri 14-
dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, Hebreeën 3 12 Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, niet bij iemand van jullie...
een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, Hebreeën 3 12 Ziet toe, broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God,
13 maar vermaant elkander dagelijks, Hebreeën 3 13 maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde; lett. naast-roepen > aanmoedigen
13 maar vermaant elkander dagelijks, Hebreeën 3 13 maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde; het "heden" van Gods geduld
13 maar vermaant elkander dagelijks, Hebreeën 3 13 maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde;
tot het einde onverwrikt vasthouden. Hebreeën 3 14 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.
tot het einde onverwrikt vasthouden. Hebreeën 3 14 want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.