Welkom in deze dienst! Voorganger: Ds. K. Groeneveld Ouderling: Cors Visser Organist: Wim Brunsveld
Gezang 462 Psalm 116 Psalm 19 Zingen gezegend 213 Psalm 105 Zingen gezegend 79 1 Koningen 19: 1-8
Woensdag 26 november: Bidstond Mattheuskerk, 20:00. Welkom!
Welkom Mededeling van overlijden
1 Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn Gezang 462: 1,2, 4 1 Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn en Christus zal over u lichten! Zo wekt u, zo dringt u als broeder Gods Zoon, eer Hij u als rechter komt richten. Ontwaak en sta op, het gevaar is zo groot! Wie kiest, o verdwaasde, voor 't leven de dood?
2 Ontwaak, gij die slaapt in de zonde, met spoed, Gezang 462: 1,2, 4 2 Ontwaak, gij die slaapt in de zonde, met spoed, de nacht is zo lang reeds verdwenen! Het licht der genade, met blijdschap begroet, heeft d’ aarde reeds eeuwen beschenen. En groots is uw roeping en heilig uw taak, en d’ uren zijn weinig, ontwaak dan, ontwaak!
4 Welzalig de vrome, die wandelt in 't licht, Gezang 462: 1,2, 4 4 Welzalig de vrome, die wandelt in 't licht, door Christus de doodsslaap ontrezen. Hoe vaak hier de dag voor de duisternis zwicht, 't zal nimmermeer nacht voor hem wezen. ‘Ontwaak, gij die slaapt en sta op uit de doôn!’Zo spreekt van de hemel uw Heiland, Gods Zoon.
Stil gebed Votum en groet Welkom en mededelingen
1 God heb ik lief, want die getrouwe Heer Psalm 116: 1, 2, 3, 8 1 God heb ik lief, want die getrouwe Heer nam, toen ik riep, met toegenegen oren mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen en levenslang ben ik niet eenzaam meer.
2 Toen de benauwdheid dreigend op mij viel Psalm 116: 1, 2, 3, 8 2 Toen de benauwdheid dreigend op mij viel en angsten voor het doodsrijk mij bekropen, heb ik de naam des Heren aangeroepen en weende: Heer mijn God, bewaar mijn ziel!
3 Hij is goedgunstig in gerechtigheid, Psalm 116: 1, 2, 3, 8 3 Hij is goedgunstig in gerechtigheid, Hij wil zich altijd over ons ontfermen. Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen. Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd.
8 Voor 't oog van al de zijnen zal ik Hem Psalm 116: 1, 2, 3, 8 8 Voor 't oog van al de zijnen zal ik Hem offers van dank naar mijn beloften brengen, in 's Heren voorhof mijn gejubel mengen met uw lofprijzingen, Jeruzalem.
Gebed
We lezen uit de Bijbel 1 Koningen 19: 1-8
1 Koningen 19: 1-8 1 Achab vertelde Izebel alles wat Elia had gedaan, en hoe hij allen, te weten al de profeten, met het zwaard had gedood.
1 Koningen 19: 1-8 2 Toen stuurde Izebel een bode naar Elia om te zeggen: De goden mogen zó en nog erger met mij doen, als ik morgen om deze tijd uw leven niet zal maken als het leven van één van hen.
1 Koningen 19: 1-8 3 Toen hij dat zag, stond hij op en vluchtte voor zijn leven. Hij kwam in Berseba, dat aan Juda toebehoort, en liet zijn knecht daar achter.
1 Koningen 19: 1-8 4 Hijzelf liep echter een dagreis de woestijn in, ging onder een bremstruik zitten en bad om te mogen sterven. Hij zei: Het is genoeg. Neem nu mijn leven, HEERE, want ik ben niet beter dan mijn vaderen.
1 Koningen 19: 1-8 5 Hij ging onder een bremstruik liggen slapen, en zie, een engel raakte hem aan en zei tegen hem: Sta op, eet. 6 Hij keek op, en zie, aan zijn hoofdeinde lag een koek, op kolen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en ging vervolgens weer liggen.
1 Koningen 19: 1-8 7 De engel van de HEERE kwam voor de tweede maal, raakte hem aan en zei: Sta op, eet, want de weg zou te zwaar voor u zijn. 8 Toen stond hij op, at en dronk, en liep door de kracht van dat voedsel veertig dagen en veertig nachten, tot aan de berg van God, de Horeb.
3 Volmaakt is 's Heren wet, die ons verkwikt en redt, Psalm 19: 3, 5 3 Volmaakt is 's Heren wet, die ons verkwikt en redt, waarbij de ziel herleeft. Getrouw en gans gewis is Gods getuigenis, dat dwazen wijsheid geeft. …
Des Heren woord is goed, wie zijn bevelen doet, Psalm 19: 3, 5 … Des Heren woord is goed, wie zijn bevelen doet, zijn hart wordt opgetogen. Recht is het woord van God en louter zijn gebod, een licht voor onze ogen.
5 Zo helpt Gij, God, uw knecht, en houdt zijn paden recht Psalm 19: 3, 5 5 Zo helpt Gij, God, uw knecht, en houdt zijn paden recht in 't spoor door U gewild. Wie uw geboden acht, wie trouw uw wet betracht beloont Gij ruim en mild. …
Maar zonder U, o Heer, verdwaal ik altijd weer op zelfgekozen wegen. Psalm 19: 3, 5 … Maar zonder U, o Heer, verdwaal ik altijd weer op zelfgekozen wegen. O, reinig metterdaad mij van 't verborgen kwaad, en leid mij met uw zegen!
Preek
1. Dit huis, een herberg onderweg voor wie verdwaald in heg en steg Zingen Gezegend 213: 1, 2, 3 1. Dit huis, een herberg onderweg voor wie verdwaald in heg en steg geen rust, geen ruimte meer kon vinden, een toevluchtsoord in de woestijn voor wie met olie en met wijn pijnlijke wonden liet verbinden, dit huis, waarin men smarten deelt, weet hoe Gods liefde harten heelt.
2. Dit huis, waarin een gastheer is Zingen Gezegend 213: 1, 2, 3 2. Dit huis, waarin een gastheer is wiens zachte juk geen last meer is, dit huis is ons tot heil gegeven: een herberg voor wie moe en mat terzijde van het smalle pad struikelt en langer niet wil leven – plaats tegen neerslachtigheid, een pleister van barmhartigheid.
3. Dit huis, met liefde opgebouwd, dit gastenhuis voor jong en oud, Zingen Gezegend 213: 1, 2, 3 3. Dit huis, met liefde opgebouwd, dit gastenhuis voor jong en oud, ligt langs de weg als een oase; hier kan men putten: nieuwe kracht, hier is beschutting voor de nacht, hier is het elke zondag Pasen! Gezegend al wie binnengaat en hier zijn lasten liggen laat.
Gebed
Inzameling van de gaven voor Emerituskas Kerk
1 Looft God den Heer, en laat ons blijde Psalm 105: 1, 2 1 Looft God den Heer, en laat ons blijde zijn glorierijke naam belijden. Meldt ieder volk en elk geslacht de wonderen die God volbracht. Gij die van harte zoekt den Heer, verblijdt u, geeft zijn naam de eer.
2 Vraagt naar des Heren grote daden; Psalm 105: 1, 2 2 Vraagt naar des Heren grote daden; zoekt zijn nabijheid, zijn genade. Gedenkt hoe Hij zijn oordeel velt, zijn wonderen ten teken stelt, volk dat op Abram u beroemt, met Jakobs nieuwe naam genoemd.
Geloofsbelijdenis
1. Herder, hoeder van uw schapen, als wij slapen Zingen gezegend 79: 1, 2, 3, 5, 6 1. Herder, hoeder van uw schapen, als wij slapen houdt Gij over ons de wacht; Heer, gedenk aan mij ten goede in de woede van de boze in de nacht.
2. Ik belijd voor U mijn zonden onomwonden: Zingen gezegend 79: 1, 2, 3, 5, 6 2. Ik belijd voor U mijn zonden onomwonden: mij moest Gij, in angst en leed biddend, bloedend voor uw kudde, wakker schudden. Heer, vergeef wat ik misdeed!
3. Houd mij zelf, o God, gevangen, mijn verlangen Zingen gezegend 79: 1, 2, 3, 5, 6 3. Houd mij zelf, o God, gevangen, mijn verlangen is naar U, die mij behoedt. Zo ga ik de nieuwe morgen zonder zorgen, vol vertrouwen tegemoet.
5. Heer mijn God, nu ga ik slapen; zie, mijn wapen Zingen gezegend 79: 1, 2, 3, 5, 6 5. Heer mijn God, nu ga ik slapen; zie, mijn wapen is uw Woord, mijn schild en zwaard. In uw hand ben ik geborgen, zonder zorgen, door uw goede trouw bewaard.
6. Houd uw lam, nog bang te moede, in uw hoede; Zingen gezegend 79: 1, 2, 3, 5, 6 6. Houd uw lam, nog bang te moede, in uw hoede; doe mij wonen in uw huis. Herder, hoeder van uw schapen, ik ga slapen in de schaduw van uw kruis!
Zegen, door de gemeente te beantwoorden met: