Paragraaf 2.2 Leven in de loopgraven
2.1 de gevechten Plan van Duitsland: Schlieffenplan mislukte. Alsnog dus een tweefrontenoorlog.
Westfront: Frankrijk en Duitsland waren even sterk en zaten vast: Westfront: loopgravenoorlog. Oostfront: Duitsland trok steeds verder Rusland in.
Westfront Er werden loopgraven gemaakt ter bescherming tegen de vijand. = Diepe greppels met bunkers, prikkeldraad en tunnels. Generaals stuurden steeds soldaten naar de overkant. Vaak keerden er weinig terug. Soldaten hadden een geweer met bajonet ( steekwapen). Dat was te weinig.
Oostfront Het Russische leger was erg zwak. Er waren te weinig goede legeraanvoerders. En een tekort aan wapens, kogels, kanonnen, kleding, voedsel en medicijnen. Maar er waren wel miljoenen soldaten. Na 1 jaar vechten waren er 4 miljoen doden. Steeds meer mensen waren boos op de Russische leider: tsaar.
Er kwamen steeds betere wapens, waardoor er steeds meer doden vielen: Machinegeweren: duizenden doden tegelijk Kanonnen: loopgraven kapot maken Granaten: aanvallers tegenhouden Gifgas: veel doden, want was nieuw. Vlammenwerper: bossen wegbranden
Vanaf 1916: tank. Werd bij de slag om de Somme ingezet. Zo kon je dichter bij de vijand komen. Later: vliegtuigen, voor verkenning vanuit de lucht en later ook bombardementen.
2.2 een totale oorlog Alle landen kregen dienstplicht Miljoenen soldaten opgeroepen: 68 miljoen Soldaten werden uit kolonies gehaald. Hele economie werd omgegooid. Totale oorlog: de gehele bevolking werd ingezet om voor de oorlog te dienen. De staat bepaalde wat er voortaan geproduceerd werd.
Fabrieken moesten overschakelen naar wapenproductie. Vrouwen werden nu fabrieksarbeider of treinmachinist, want alle mannen waren weg. Het werd nu een totale oorlog. De hele bevolking moest meedoen.
De Britten gingen de zee naar Duitsland blokkeren, zodat ze geen nieuwe wapens meer kregen. Pas toen de oorlog al wat jaren bezig was, kreeg Duitsland hier last van. Er kwam een tekort aan voedsel. De bevolking leed honger.
Propaganda De regering wilde dat de hele bevolking de oorlog steunde. Daarom werd er propaganda gebruikt, via kranten en posters. Je kan de eigen regering heel positief laten zien, of juist de vijand heel negatief afschilderen.
Tijdens nieuwsberichten werden altijd het aantal doden van de tegenstander genoemd. En eigen verliezen werden altijd lager genoemd dan de werkelijkheid. Nieuws was dus niet altijd betrouwbaar, omdat de staat toezicht hield op de pers: censuur.
2.3 einde van WO I 1917: goed voor de centralen: Rusland stopt met de Eerste Wereldoorlog Er zijn 2 revoluties in Rusland: Februari 1917: De tsaar wordt afgezet, Oktober 1917: Nieuwe leider met communisme. Hun leider: Lenin Hij tekent in 1918 vrede met Duitsland: Vrede van Brest-Litowsk Andere geallieerden waren woedend op Rusland.
1917: slecht voor de centralen: VS gaat meedoen aan de kant van de Triple Entente. Duitsland wilde snel van Engeland winnen, en torpedeerde alle schepen die naar GB gingen. Dus ook schepen van de neutrale VS!
Veel soldaten waren na 4 jaar vechten moe, Dus de nieuwe uitgeruste Amerikaanse soldaten gaven de doorslag! November 1918: Duitsland moet opgeven. De Duitse keizer vlucht naar Nederland.
11 november 1918: werd de wapenstilstand getekend. Daarna moest er een vredesverdrag komen. Dat wordt een vernederend verdrag voor Duitsland. Veel Duitsers voelen zich verraden.
einde