Fenomenologie
Oppervlaktespanning 1 Opspattend water Bolvormig Oppervlaktespanning: Systeem probeert oppervlak zo klein mogelijk te maken. Oorzaak: Molekulen aan het oppervlak voelen een karacht onbalans.
Oppervlaktespanning: Je moet een kracht uitoefenen om het zeepvlies te vergroten. Deze kracht is evenredig met breedte van zeepvlies. Oppervlaktespanning: Kracht Breedte Verrichte arbeid bij verplaatsing:
Druk in een zeepbel
Druk in luchtbelletje R p pA Water: = 0.073 N/m @ kamertemperatuur R= 1 mm p-pA = 73 Pa R= 1 m p-pA = 73 kPa 0.73 bar
Vloeistofstroming We beschouwen ideale vloeistoffen. Deze zijn: Incompressibel (niet samendrukbaar) Wrijvingsloos (geen viscositeit) Deeltjes volgen stroomlijnen. Stroomlijnen snijden elkaar niet. Bundel stroomlijnen definieert een stroombuis.
Continuiteitsvergelijking Alle massa die een stroombuis ingaat komt er ook weer uit. A1 v1 A2 v2 Massastroom: Stroomsnelheid neemt toe als stroombuis smaller wordt.
Laminaire stroming Laminaire stroming alleen bij voldoende lage stroomsnelheid!
Vergelijking van Bernoulli Snelheidsveranderingen vereisen drijvende kracht. Idem dito voor hoogteveranderingen. Pas op: geldt alleen als de vloeistof incompressibel en wrijvingsloos is!
Toepassingen van Bernoulli’s vergelijking Venturi meter (meetinstrument voor stroomsnelheden)
Toepassing van Bernoulli’s vergelijking Stroombuis is versmald! Boven vleugel: Stroombuis smaller Stroomsnelheid groter (continuiteit) Druk lager (Bernoulli) Consequentie: Opwaartse kracht