Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 2

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Zeeleeuwen.
Advertisements

Evolutie Analoge en homologe organen.
Afrika 3de graad.
Dieren Door ELIAS EN CASPER.
Spreekbeurt van Romy Vonk Gr 6M
Welkom! Kijk, een neushoorn! Ken je een stoerder dier dan de neushoorn? Helaas is hij ook ernstig in gevaar!
De dieren van Australië
De Krokodil De Krokodil is geen zoogdier de baby wordt in het ei van de Krokodil grootgebracht als ze uitkomen dan gaan ze meteen het water in om te leren.
De neusaap door Brendan en Alec
1 Pasen: Kies een leuk spel Gertrude van Walstijn.
Speciale dieren.
DE PAPEGAAI.
De leeuw Door Tessa en Jolien.
Het paard Door Femke en Lizzy.
De Tijger.
Niveau 5 Pinguïns Angelo Schooljaar
  Pinguïns!! Pinguïns leven in groepen. Ze zoeken met z'n allen naar voedsel in de zee. Op het menu staat meestal vis of kleine krabbetjes. De grote soorten.
De koala door Indra.
De Verschrikkelijke Vlieg!
Mondeling Nederlands nieuw het verhaal
Vogels in het park Bij SBO SAM
Woordenschat groep 5, thema 8, les 1
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 3
18 maart 2014 – Romy Remijnse Heggemus – huismus - boompieper
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 2
Woordenschat groep 5, thema 7, les 4
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 3
Woordenschat groep 5, thema 7, les 1
De woorden die we vandaag leren…. bezoeken het toneel het toneelstuk modern het figuur dagdromen de omslagdoekde piano Woordenschat groep 5, thema 6,
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 6
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 6
Door: Dennis en Jo.
Neushoorns Door Joey en Thomas.
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 4
Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 5
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 2
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 5
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 3
Het safaripark. Door: Tom. Het begin Eerst werd ik thuis door Mirre en haar ouders opgehaald. Toen gingen we naar het safaripark Beekse bergen.
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 2
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 1
Kippen: Van ei naar kip niet ingesproken
3 februari 2014 – Joris van Lent Ekster -- Vlaamse gaai -- gierzwaluw
Welkom bij de presentatie
Hoofdstuk 2 Paragraaf 2.
Vogels in de winter.
De Pinguïn. Pinguïns komen uit een ei Vrouwtjes pinguïns leggen 1 of twee eieren in een nest. Het mannetje broedt het ei ook uit, samen met het vrouwtje.
Downsyndroom door naam. *Vandaag houd ik een spreekbeurt. *Het gaat over mijzelf. *Want het gaat over Downsyndroom. Spreekbeurt.
Gewervelde dieren Tweezijdig symmetrisch. Gewervelde dieren Inwendig skelet.
Het oog.
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 3
Woordenschat taal in beeld
We zijn met z’n allen naar de dierentuin geweest , ik zag een olifant.
Woordenschat groep 5 Thema 9 Les 4
ROOFVOGELS EN UILEN LES 13 – BLOKBOEK NATUUR.
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 6
Woordenschat groep 5 Thema 10 Les 3
Smullen maar ! Alleseters Planteneters Vleeseters Vegetariërs.
De biologie quiz Petje op Petje af.
Koudbloedige en warmbloedige dieren
Mondeling Nederlands Cursus 2 – Module 4 Dag 1.
2.5 skelet en leefwijze 1 H/V.
NATUURLES maar dan anders
NATUURLES de antwoorden
Woordenkist Dieren Deel 3.
“Knuffels” Kies een spel.
Paragraaf 4: Dieren bewegen
Transcript van de presentatie:

Woordenschat groep 5 Thema 3 Les 2 De woorden die je vandaag leert: de neushoorn de dierentuin de dinosaurus de vleugel de papegaai de pinguïn het zoogdier de struisvogel de vleermuis

De dierentuin.

de dierentuin Een park met bijzondere dieren. De dieren zitten vaak in kooien.

het zoogdier Het jong van dit dier drinkt melk bij zijn moeder. Deze dieren kunnen zichzelf warm houden.

de vleermuis Een klein zoogdier met grote vleugels Met deze vleugels kan hij vliegen.

de struisvogel Een grote vogel met lange poten en een lange nek. Ze kunnen niet vliegen maar wel hard rennen.

de pinguïn Een vogel met een zwarte rug en een witte buik. Ze lopen net zo rechtop als mensen. Ze kunnen niet vliegen wel zwemmen.

de papegaai Een vogel met veel kleuren. Hij heeft een kromme snavel. Sommigen kunnen woorden nazeggen.

de neushoorn Een groot dik zoogdier met een grote en een kleine hoorn op zijn neus. Het woord bestaat uit twee delen: NEUS - HOORN

de dinosaurus Een heel groot dier. Sommigen lijken op neushoorns anderen op hagedissen. Ze leven niet meer.

de vleugel Het deel van een vogel, waar de vogel mee vliegt.